In de energietransitie gaat het meestal over elektriciteit, maar de realiteit is dat we vier keer zoveel warmte gebruiken. En dat wordt bijna nog volledig fossiel opgewekt. Daarnaast blijft veel van onze energie nu ongebruikt, een voorbeeld daarvan is restwarmte. Het is dan ook geen wonder dat nu juist aandacht ontstaat voor het verduurzamen van de warmtevraag en voor efficiency van de energieproductie. Juist hier zijn tegen beperkte maatschappelijke kosten grote stappen te zetten.
Tekst Maya van der Steenhoven, Programmabureau Warmte Koude Zuid HollandIn de energietransitie gaat het meestal over elektriciteit, maar de realiteit isdat we vier keer zoveel warmte gebruiken. En dat wordt bijna nog volledigfossiel opgewekt. Daarnaast blijft veel van onze energie nu ongebruikt, eenvoorbeeld daarvan is restwarmte. Het is dan ook geen wonder dat nu juistaandacht ontstaat voor het verduurzamen van de warmtevraag en voorefficiency van de energieproductie. Juist hier zijn tegen beperkte maat-schappelijke kosten grote stappen te zetten.Lokale initiatieven helpenDe Raad voor de leefomgeving en infra-structuur (Rli) heeft in haar advies Rijkzonder CO2 al de voorzet gegeven inieder geval te beginnen de gebouwde omge-ving in 2035 CO2-neutraal te maken. In hetEnergierapport wordt dit door Minister Kampverder uitgewerkt. Hierin staat dat de inzetvan gas voor verwarming van huizen, gebou-wen en kassen fors omlaag moet. Dit betekentin de praktijk dat in een groot aantal wijken ereen andere infrastructuur komt voor verwar-ming dan de huidige gasinfrastructuur. Hier-voor is energiebesparing van belang, maarook elektrische oplossingen, groen gas en(rest)warmte. Minister Kamp benadruktedaarnaast dat 25% van de bestaande wonin-gen moet overgaan van aardgas naar een col-lectieve warmtevoorziening.Om deze omslag te maken moet per wijk wor-den gekeken welke maatregel het beste pastbij de type woningen en de ligging van de wijk.In de aankomende maanden maken de samen-werkende overheden regelgeving, processenen tools om deze transitie verder uit te werken.In Zuid-Holland zijn het programmabureauWarmte Koude Zuid-Hollland, de provincie engemeenten hier in samenwerking met het Rijkmee begonnen. Reeds 25 gemeenten zijngestart met het maken van een warmtekoude-atlas. Deze kaart geeft een overzicht van allemogelijkheden. Waar liggen de bestaandewarmtenetten? Waar zitten de grote lokalewarmte-overschotten? Welke wijken komen inaanmerking voor nul-op-de-meter en waar zijnmooie plekken voor zonnecentrales? Dezekaart geeft het benodigde inzicht. Nog veelbelangrijker is het proces erna. Gemeenteamb-tenaren, raadsleden, netbeheerders, groteaanbieders en vragers van warmte, woning-bouwcorporaties en burgers via co?peraties ofwijkverenigingen gaan met deze kaart om tafel20 Energie+ nr 1 maart 2016Nederland van het gas afzitten. Energiesprong zit aan tafel om mee tedenken over mogelijkheden voor nul-op-de-meter. Netbeheerders geven aan welke wijkenop de rol staan voor vervangingsinvesteringenvan het gasnet en de andere partijen geven aanof zij ruimte zien om daar een andere warmte-voorziening uit te rollen.Gasnet verdwijnt?Als alle partijen het met elkaar eens wordenover welke wijken van het gas af kunnen enmet welke maatregelen, of misschien zelfswel met een keuze aan maatregelen, dan kaner van start worden gegaan. Het Energierap-port vermeldt dat gemeenten in de toekomstde bevoegdheid krijgen om keuzes te makenover alternatieven voor de gasinfrastructuurop basis van een dergelijk proces. Hierdoorkrijgen ze de mogelijkheid aan te kondigen inwelke wijken de gasnetten op termijn nietmeer worden vervangen. Stel dat eenbepaalde wijk is aangewezen om binnen tienjaar afgekoppeld te worden van het gasnetwaar zowel een warmteaansluiting als eenelektrische oplossing zoals een warmtepompmogelijk is. Installateurs en co?peratiesweten wel raad met een dergelijke uitdagingen kunnen de wijk helpen met voorlichtings-avonden en mooie aanbiedingen voor duur-zame alternatieven. Het is van belang datbewoners worden geholpen bij deze nieuwekeuzes. Als in een wijk de keuze ontstaat tus-sen een warmtenetwerk en elektrische warm-tepompen, kan er daadwerkelijk concurrentieontstaan tussen partijen waarbij prijs, duur-zaamheid en comfort voor de klant bepalendzullen zijn.Rol co?peratiesEr is in dit proces een onmiskenbare rol weg-gelegd voor burgercollectieven ? en co?pera-ties. Burgers zijn al op redelijke schaal actiefin de elektriciteitsvoorziening. Ze ontwikke-len, financieren en beheren steeds vakerzonne- en windparken. Er zijn inmiddels meerdan tweehonderd energieco?peraties actief,meer dan honderd collectieve zonprojectenen meerdere co?peratieve burgerwindpar-ken. Deze energieco?peraties ?n anderebewonersgroepen richten hun blik nu ooksteeds vaker op warmte. Op basis van onder-zoek door Anne Marieke Schwencke wordenin dit artikel een aantal concrete voorbeeldenvan kleinschalige duurzame en lokalewarmte-initiatieven beschreven en daarnaastwordt ingegaan op hun rol in lokale warmte-productie. In het onderzoek worden mooiepraktijkvoorbeelden genoemd waar veel vante leren is. Schwencke beveelt aan goed te kij-ken. "Er ligt een schat aan ervaringen klaar.Het is hoog tijd om die goed in beeld te krijgenen te ontsluiten zodat anderen daar wat aanhebben."Er zijn verschillende rollen die lokale duurzameenergie-initiatieven kunnen spelen in de inven-tarisatie van de mogelijkheden voor warmte.1. Er is nog een wereld te winnen in deagendering van verduurzaming, informa-tievoorziening en het mobiliseren vanBewonersplatform Ypenburg werkt samen met Eneco om het bestaande warmtenet te verbeteren.FotoEneconr 1 maart 2016 Energie+ 21draagvlak. Burgers kunnen bij hungemeente de wens om gasnetten nietlanger te vervangen agenderen en vra-gen om warmteplannen. Aangezien deenergietransitie niet alleen een techni-sche maar ook een sociaalmaatschappe-lijke transitie is, kunnen zij helpen aanandere burgers duidelijk te makenwaarom gemeenten en netbeheerderservoor kiezen in bepaalde wijken het ver-trouwde gas te vervangen voor meerduurzame opties.2. Ze kunnen proactief deelnemen in hetwarmtedebat dat door gemeenten aan-geslingerd wordt, om de warmtekoude-kaarten te maken. Op grond hiervan kanin de toekomst besloten worden in welkewijken de gasinfrastructuur niet meerwordt vervangen, en welke andere optiesgeboden worden.3. De initiatieven toetsen en valideren degegevens en aannames in de plannen. Opdeze plannen worden uiteindelijk de keu-zes voor de nieuwe opties gebaseerd:warmtenetten, groen gas of all-electric.4. Ze kunnen andere bewoners informerenover het proces en de mogelijke uitkom-sten, hoe ze daarin deel kunnen nemenen hoe ze idee?n en oplossingen kunnenaandragen.5. Burgers kunnen samen een collectiefvormen als afnemers van warmte.6. Ze kunnen zelf duurzame warmteopwekken.Wij weten op dit moment dat draagvlak bijbewoners een van de grootste knelpuntenis voor de duurzame energietransitie. Wind-molenparken en zonnecentrales hebben deweerstand van omwonenden al kunnen erva-ren en ze hebben hierdoor hun plannen flinkmoeten terugschroeven. Juist in de transitiegas naar andere vormen van warmte moetenbewoners vanaf het begin betrokken. Zo kandraagvlak gecre?erd worden om het padnaar een nieuwe duurzame samenlevinggezamenlijk af te leggen. Gezien het feit datmensen zich nog niet bewust zijn van onzefossiele afhankelijkheid voor warmte, ligthier een grote uitdaging en daarbij zijn lokaleinitiatieven cruciaal.WarmtewetevaluatieOok op het gebied van collectieve warmte zijnnu al voorbeelden te vinden van weerstand bijbewoners. Dit artikel gaat daar niet uitgebreidop in. Kort gezegd komt het erop neer dat hetbesef er is dat een grootschalige uitrol vanwarmte alleen tot stand zal komen als erandere warmteproposities komen en de marktvoor verwarming anders wordt. 2016 staatwat dat betreft in het teken van de evaluatievan de Warmtewet, een nieuwe Warmtewet,een nieuw marktmodel voor warmte, nieuweproposities, nul-op-de-meter op warmte,pilots voor lage temperatuurverwarming enruimte voor lokaal initiatief. Feit is dat we nuhet antwoord niet hebben, omdat we aan devoorkant van de transitie staan. Niemandweet hoe deze precies gaat verlopen. Het is inieder geval helder dat de keuze voor goed-koop gas de transitie naar een duurzameenergievoorziening hindert. Daar kunnenduurzame alternatieven maar moeilijktegenop. Dit kan echter geen reden zijn omdan maar eindeloos op gas door te gaan.Zeker omdat de maatschappelijke kosten vangas vele malen hoger zijn dan duurzame alter-natieven. Het is dus aan het Rijk om deze tran-sitie lonend te maken voor de burger of haarte overtuigen van het belang ervan. Dezeingewikkelde discussie kennen we al uit deduurzame transitie van elektriciteit. Warmteloopt daar nu een paar jaar achteraan.Potentiele warmtebronnenLokale initiatieven tonen zich meesters in hetidentificeren van verborgen en onbenuttepotentiele warmtebronnen. Dit is een waardeop zich. Veel restwarmtebronnen blijvennamelijk verborgen tot een initiatiefnemer ergericht naar zoekt vanuit een gebiedsgerichtebenadering. De warmtekoude-atlas zal ditproces voor lokale initiatieven vergemakkelij-ken en kan hen relevante kennis en inzichtverschaffen. Er gaat veel tijd zitten in het vrij-spelen van de lokale warmtebronnen. In hetgeval van een restwarmtebron bij een lokaalbedrijf moet het bedrijf bereid gevonden wor-den de warmte beschikbaar te stellen. Ditvraagt tijd en aandacht. HIER opgewektonderzoekt momenteel of zij een rol kan spe-len in het vergroten van de kennis van lokaleinitiatieven om er zo voor te zorgen dat zij eengoede gesprekspartner worden op dit vlak.Daarnaast kunnen lokale initiatieven natuur-lijk een rol spelen in de warmtevoorzieningzelf. AnneMarieke Schwencke heeft in haar22 Energie+ nr 1 maart 2016zijn actief betrokken via een co?peratie of col-lectief bij een aantal van deze initiatieven. Insommige gevallen zijn de voorzieningen klein-schalig maar in handen van een commercieelof semipubliek warmtebedrijf en zijn burgersgewoon consumenten.onderzoek voor het programmabureauWarmte Koude Zuid-Holland twintig relevantelokale warmte-initiatieven ge?dentificeerdwaar we van kunnen leren. Dit zijn warmte-voorzieningen die al volop in bedrijf zijn eneen aantal onderzoeksinitiatieven. BurgersVoorbeelden warmte-initiatievenNu volgen een aantal concrete voorbeelden vanlokale warmte initiatieven. Twee zijn erdaadwerkelijk al tot uitvoering gekomen.Andere worstelen nog met de businesscase ofzitten nog in de ideefase. De hoop is datnaarmate warmte een meer belangrijke rol gaatspelen in de energievoorziening dit soortprojecten makkelijker en sneller tot standkomen.? Energiebedrijf Thermo Bello B.V. is eenwarmtebedrijf dat de ongeveer 190 woningenen 10 utiliteitsgebouwen in de wijk EVA-Lanx-meer in Culemborg van lagetemperatuur-warmte voorziet. Het bedrijf is eigendom vande bewoners via een co?peratie dieaandeelhouder is in de B.V. Leden van dezeco?peratie zijn bewoners en bedrijven in dewijk en de Bewonersvereniging EVA-Lanx-meer (BEL). Gezamenlijk zijn zij eigenaar vanhet bedrijf. Bewoners hebben in 2009 debestaande warmtevoorziening van drinkwa-terbedrijf Vitens overgenomen. Het gaat omeen warmtepomp (en twee gasketels voor depieken) die warmte aan het drinkwateronttrekt. In de wijk is ook een gasnetaangelegd dus bewoners kunnen in principeomschakelen. Thermo Bello is het enigeco?peratieve warmtebedrijf dat de helelokale warmteketen (productie, netbeheer enlevering) in handen heeft en waarbijbewoners de eigenaars zijn. Vanaf 2016 isThermo Bello ook eigenaar van eenbiomassakachel waarmee een monumentaalindustrieel pand van warmte wordt voorzienmet houtsnippers uit de omgeving.? TexelEnergie is een lokale energieco?peratiegericht op verduurzaming van de energie-voorziening van Texel. Het bedrijf opereertals energieleverancier (van duurzame stroomen gas) voor bewoners van Texel eninvesteert in duurzame energieproductie metdoor leden ingelegd kapitaal. TexelEnergie iseigenaar van een biomassakachel die metlokaal snijafval een wijk van 93 woningen vanwarmte voorziet. TexelEnergie produceert enlevert de warmte, de woningcorporatie iseigenaar van het warmtenet. Bewonerskunnen, maar hoeven geen lid te zijn van deco?peratie TexelEnergie.? Energieco?peratie deA uit Apeldoorn isgericht op verduurzaming van de energie-voorziening van Apeldoorn en omstreken.DeA levert energie (stroom en gas) eninvesteert in de lokale productie met inlegvan ledenkapitaal. Samen met Alliander isonderzocht of de restwarmte van deafvalwaterzuiveringsinstallatie benut kanworden voor de uitbreiding van hetbestaande warmtenet. In eerste instantie isgekeken naar warmte voor een zwembad incombinatie met vier flats en in tweedeinstantie naar warmte voor verpleeg- en eenzorginstellingen. Beide verkenningenhebben om verschillende redenen niet geleidtot realisatie.? Bewoners van de Watergraafsmeer inAmsterdam onderzoeken samen metAlliander of de restwarmte van de JaapEden-baan te benutten is voor wijkverwarming.Potenti?le afnemers zijn 400 koopwoningenen VVE's en enkele schoolgebouwen. Eeneerste haalbaarheidstoets wijst uit dat het inprincipe mogelijk is. De ijsbaan staat erpositief tegenover. De bewoners overwegenom de installatie en het warmtenet inco?peratief beheer te nemen en hebben eindoktober 2015 de co?peratie MeerEnergieopgericht.? Vier bestaande wijken in Den Haag zijngezamenlijk opdrachtgever van een lokaalinitiatief dat het ontwikkelen van warmte uithernieuwbare bronnen onderzoekt. Het gaatom de wijken Benoordenhout, Archipel/Willempark, Statenkwartier en De Vogelwijk.Het voor deze gelegenheid opgerichtebewonersbedrijf CMAG heeft onderzoekgedaan naar benutting van restwarmte uit devergistingsinstallatie en de afvalwaterzuive-ring in Scheveningen. Het doel van deinitiatiefnemers is dat bewoners financieelkunnen participeren. Het maakt dan voor deduurzaamheid bijna niet meer uit ofbewoners investeren in dubbel glas of in eenaandeel hernieuwbare warmteopwekking.De eerste 750 woningen worden volgensCMAG naar verwachting eind 2016 aangeslo-ten.? De Haagse wijk Ypenburg is aangesloten ophet stadswarmtenet van Eneco. De jaren-lange kritiek van bewoners op de tarieven isgeparkeerd. Het Bewoners PlatformYpenburg (BPY) en Eneco hebben eenintentieverklaring getekend met eentweeledig doel: onderzoeken of hetYpenburgse warmtenet geschikt gemaaktkan worden voor hernieuwbare warmte enhet beperken van de netverliezen. Om hetdoel te bereiken moet de nettemperatuurworden verlaagd. Een belangrijke conclusieis dat veel synergie zit in kennisdeling tussenwat er mogelijk is met het warmtenet en watbewoners kunnen aanpassen in hun eigenwoning. Dat laatste maakt het bijvoorbeeldwaarschijnlijk dat in de toekomst iederewoning met een eigen installatie decentraaltapwater zal gaan verwarmen. De beoogdeeindsituatie is een warmtenet met een lagertransportverlies en een hoger aandeelhernieuwbare bronnen. Tevens is afgespro-ken dat bewoners en Eneco de financi?lebaten van het project zullen delen, aldus hetBewonersplatform Ypenburg.? EnergiekPoelgeest is een wijkbewonersiniti-atief van de wijk Poelgeest in Oegstgeest. Dewijk is aangesloten op het stadswarmtenetvan Leiden. Burgers, waaronder Energiek-Poelgeest zijn actief betrokken bij het lokalewarmteoverleg dat zich buigt over detoekomst van de Leidse stadswarmtevoorzie-ning in de Klankbordgroep StadswarmteLeidse Regio. EnergiekPoelgeest organiseertinformatieavonden voor de bewoners endenkt actief mee over alternatieve warmte-bronnen. Ze hebben het idee aangedragenom warmte uit de nabijgelegen Klinkerber-gerplas te benutten en zouden dit graagwillen laten toetsen op haalbaarheid doorexperts.Voorbeelden warmte-initiatievennr 1 maart 2016 Energie+ 23
Reacties