De Stroomversnelling is mislukt. Nul-Op-de-Meterrenovaties zijn te duur en ingewikkeld. Waarom zoveel investering in oude woningen? Geluiden die ik nog vaak hoor. Zonde, want Nul-Op-de-Meter is wel een van de potentieel belangrijke routes om van het gas af te gaan. Alternatieven, bijvoorbeeld aansluiting op een warmtenet, zullen uiteindelijk waarschijnlijk net zo ingewikkeld en duur zijn.
Auteur
V
an onze huidige woning voorraad
staat 80% er nog in 2050. En voor die
tijd zullen we moeten zorgen dat de
woningen van het aardgas af gaan en ener -
gieneutraal worden. Daarbij zijn verschil -
lende routes mogelijk; ver vanging door groen
gas zoals biogas of waterstof, aansluiting op warmtenetten, Nul-Op-de-Meter en wellicht
ontstaan er komende jaren nog nieuwe moge
-
lijkheden. Aangezien zo'n 80% van ons ener -
gieverbruik opgaat aan het ver warmen van
de woning zal bij elke route ingezet moeten
worden op isoleren. Nul-Op-de-Meter maakt
gebruik van een individuele warmtebron. Dit
Condities om Nul-Op-de-Meter te versnellen
maakt het voor corporaties relatief gezien
misschien zelfs eenvoudiger dan alternatie -
ven, waarbij, naast zelf investeren in isolatie,
er geen afhankelijkheid is van andere stake -
holders voor aansluiting op een duurzame
warmtebron.
Toch is er veel huiver voor Nul-Op-de-Meter.
De pijn zit vooral in het nu in een keer nemen
van een grote stap. Maar als ik luister wat cor -
poraties belangrijk vinden kan ik nog steeds
c
oncluderen dat ze niet zoveel af wijken van
de oorspronkelijke uitgangspunten van de
Stroomversnelling:
Goed aanbod voor de huurder: de renova -
tie mag niet leiden tot een woonlasten
-
s
tijging.
De Stroomversnelling is mislukt. Nul-Op-de-Meterrenovaties zijn te duur en
ingewikkeld. Waarom zoveel investering in oude woningen? Geluiden die ik
nog vaak hoor. Zonde, want Nul-Op-de-Meter is wel een van de potentieel
belangrijke routes om van het gas af te gaan. Alternatieven, bijvoorbeeld
aansluiting op een warmtenet, zullen uiteindelijk waarschijnlijk net zo
ingewikkeld en duur zijn.
Tekst Eefje Stutvoet, Atrivé
Een woning in Nijmegen wordt gerenoveerd.
8 Energie + nr 4 december 2018
p08-10 NOM-versnelling.indd 8 30-11-18 13:22
Condities om Nul-Op-de-Meter te versnellen
? Nul-Op-de-Meter: de netto benodigde ener-
gie (gebouw gebonden + huishoudelijk
g
ebruik) is op jaarbasis gelijk aan de eigen
opwekking. Er is geen techniek voorge -
schreven. Wel is door de EPV-wetgeving een
m
aximum gesteld aan de warmtevraag,
waardoor vergaande isolatie noodzakelijk
is.
? Gezond projectrendement, of tewel er is geen sprake van een onrendabele top en
corporaties kunnen er zelf voor kiezen
genoegen te nemen met een lager rende -
ment om bijvoorbeeld de woonlasten voor
d
e bewoner te verlagen.
?
Cor
poraties moeten de renovatie kunnen
financieren zonder dat overige activiteiten
eronder leiden. ?
E
en rendabele businesscase voor de aan
-
bieder: hier voor dient ingezet te worden op
inn
ovatie, industrialisatie, werken in bouw -
stromen en het realiseren van schaalvoor -
delen.
?
E
nergieprestatatievergoeding (EPV): waar -
mee de energierekening betaald wordt aan
d
e corporatie en hier extra investerings -
ruimte ontstaat.
D
at betekent niet dat we er met Nul-Op-de-
Meter nu al zijn. Onze organisaties zijn er nog
niet op ingericht, de prijs moet omlaag en
bewoners moeten er om gaan vragen. Uit mijn
promotieonderzoek blijkt dat we voor groot -
schalige toepassing in moeten zetten op acht
c
ondities. Deze condities, zoals hieronder uit -
eengezet, zijn nodig om Nul-Op-de-Meterre -
novaties een succes te laten worden, maar
g
elden veelal ook als de andere routes
bewandeld worden.
Experimenteerruimte
De ruimte om nieuwe dingen uit te proberen. Dit
kan betrekking hebben op alle fronten: van de
techniek tot hoe we als sector georganiseerd
zijn. Het betekent niet dat alle corporaties met -
een een experiment moeten gaan opzetten
r
ond Nul-Op-de-Meter. Juist niet! Afgelopen
jaren is er al veel bedacht en ontwikkeld. We
hoeven niet met z'n allen steeds hetzelfde wiel
uit te blijven vinden. Het is zaak dat we ener -
zijds blijven doorinnoveren en anderzijds zor -
gen dat steeds meer partijen aan kunnen slui -
ten, waardoor we schaalvoordelen krijgen.
Hierbij gaat het vooral om het creëren van de
juiste procescondities, zoals ruimte voor een
kleine groep innovators, personen die nieuwe
ideeën uitwerken en anderen hierin mee kun -
nen krijgen. Zij hebben mandaat nodig vanuit
h
un eigen organisatie om buiten de gebaande
paden te werken. Voor opschaling is het van
belang draag vlak te hebben in de gehele
organisatie en tijd te nemen voor cultuur ver -
andering. Vaak betekent het namelijk dat stra -
tegie en beleid aangepast moeten worden en
d
at nieuwe competenties nodig zijn.
Veranderende rol corporaties
Met de steeds hogere, energetische, eisen
aan de woning, wordt de techniek ook steeds ingewikkelder. Door de verschuiving van de
ontwerpverantwoordelijkheid naar de markt
kunnen renovatieconcepten worden (door)
ontwikkeld en veelvuldig worden toegepast.
De corporatie verandert dan naar een inkoop
-
organisatie, waarbij gekozen kan worden tus -
sen een aantal renovatieconcepten die als
p
roduct ingekocht worden. Voor Nul-Op-de-
Meter zullen corporaties ook op een andere
manier moeten kijken naar hun bezit en finan -
ciën, waarbij de energierekening en de total
co
st of ownership worden meegenomen in
hun overweging.
Veranderende rol bouwpartijen
De markt moet zelfstandig producten gaan
ontwikkelen, deze vanuit een geïndustriali -
seerd proces produceren en ver volgens aan -
bieden. Dit betekent dat ze zelf moeten inves -
teren en R&D moeten opzetten. Hierbij moeten
p
artijen afstappen van het projectmatig wer -
ken en in plaats daar van concepten ontwikke -
len die in de basis gestandaardiseerd en geïn -
dustrialiseerd kunnen worden en voldoende
fl
exibiliteit en kwaliteit hebben om in te kun -
nen spelen op lokale behoef ten. Er moet dan
o
ok niet geprobeerd worden winst te maken op
projectniveau, maar op bouwstroomniveau
waarbij uiteindelijk een grote kostenreductie
gerealiseerd kan worden.
Integrale renovatieconcepten
Nul-Op-de-Meterrenovaties moeten ontwik -
keld worden als één integraal product. Denk
m
aar eens aan Steve Jobs, die de eerste IPod
in het aquarium gooide, zag dat er bellen uit -
kwamen en concludeerde dat hij het product
k
leiner kon maken. Bij renovatieoplossingen
zal er gekeken moeten worden hoe producten
geïntegreerd en op elkaar afgestemd worden.
Ook overmaat en dubbelingen kunnen eruit
gehaald worden. Met een Nul-Op-de-Meterre -
novatie wordt de hele woning aangepakt. Dit
b
etekent dat de woning niet alleen energe -
tisch verbeterd wordt, maar ook weer voor de
k
omende decennia aan de algehele woonbe -
hoef te voldoet. Voor veelvuldige toepassing
z
ullen aanpassingen aan moeten sluiten op de
gebruikersbehoef te, locatiespecifieke ken -
merken en in moeten spelen op andere (maat -
schappelijke) opgaven. Gezocht moet worden
n
aar de balans tussen standaardisatie en het
Foto Martine van Harten
nr 4 december 2018 Energie + 9
p08-10 NOM-versnelling.indd 9 30-11-18 13:22
leveren van maatwerk. Hierbij is het slim om
in de conceptontwikkeling een keuze te
maken voor een specifi eke doelgroep en
woning type, want een one-size-fi ts-all zit
vaak niemand helemaal lekker.
Bij het ontwikkelen van een renovatieconcept
hoort ook het bieden van prestatiegarantie.
De bewoner is niet geïnteresseerd in de tech-
niek, maar wil een prettige woning. En de cor-
poratie wil een woning zonder CO
2-uitstoot,
die ze weer voor jaren kunnen door exploite-
ren, betaalbaar houden voor de huurder.
Werken vanuit behoefte bewoner
Nul-Op-de-Meter wordt alleen succesvol als de
bewoner er blij van wordt. Zij wonen in de
woning en moeten met de renovatie instem-
men. Ook kunnen negatieve verhalen een grote
impact hebben op de publieke opinie. Er zal,
net als in elke andere productbranche, meer
onderzoek gedaan moeten worden naar poten-
tiële niches, doelgroepen en beslisgedrag. Met
het aanbieden van renovatieconcepten zal ook
veel meer gedaan worden aan marketing. Hele-
maal als je met Nul-Op-de-Meter ook de parti-
culiere markt op wil gaan. Daarnaast staat of
valt een renovatie bij goede communicatie. Je
kunt nog zo'n mooie woning opleveren, maar
als afspraken niet worden nagekomen zal de
bewoner er vooral negatief op terugkijken.
Rendabele businesscase
Nul-Op-de-Meter wordt alleen maar op grote
schaal haalbaar als er een rendabele business-
case is voor zowel de corporatie als de aanbie-
der, en zonder stijging van woonlasten voor de
bewoner. Met de EPV wordt het split-incentive
probleem opgelost waardoor corporaties extra
investeringsruimte hebben. Zij moeten dan wel
bij de fi nanciële beoordeling kijken naar de
total cost of ownership, in plaats van de initiële
investering en een hogere schuldpositie aan-
vaarden die wel te recht vaardigen is met het
Eef je Stut voet is 5 september 2018
gepromoveerd aan de Faculty of
Architecture and the Built Environment
van de TU Delf t. Het proefschrif t met de
titel 'Energietransitie: omarm de
complexiteit: Ontwikkeling en grootscha-
lige toepassing van energieneutrale
renovatieconcepten voor de naoorlogse
sociale woning voorraad' is gratis te down-
loaden op https://journals.open.tudelf t.
nl/inde x .php/ab e/ar ticle/v iew/2527Eef je Stut voet is 5 september 2018
gepromoveerd aan de Faculty of
projectrendement. De kostprijs voor Nul-Op-
de-Meter moet nog fl ink omlaag, waarbij de
corporatie niet betaalt voor de innovatie. Wel-
licht kan geleerd worden uit het verleden, toen
vele systeembouwwoningen zijn gerealiseerd.
Afspraken werden gemaakt over een redelijke
prijs die corporaties konden betalen. In eerste
instantie lag die onder de kostprijs, maar door
schaalvoordelen ging die omlaag. En als de
kostprijs onder de af te rekenen prijs kwam
werd de winst gedeeld tussen bouwer en cor-
poratie. Hierdoor was er voor beide partijen
een incentive op het gebied van kostenreduc-
tie.
Wet- en regelgeving
Voor Nul-Op-de-Meter heef t al een wetswijzi-
ging plaatsgevonden om de EPV te kunnen
innen. In de Nul-Op-de-Meterconcepten van
de Stroomversnelling zitten standaard nest-
en broedgelegenheden. De vier oorspronke-
lijke Stroomversnelling-bouwers, BAM, Vol-
kerWessels, Ballast Nedam en Dura Vermeer,
hebben gezamenlijk een fl ora en fauna-ont-
hef fi ng gekregen. Daarnaast speelt nog
steeds wel de onzekerheid over de huidige
salderingsregeling. Voor grootschalige toe-
passing is het van belang dat er, naast het
aanpassen van belemmerende wetgeving en
fl exibiliseren van bestaande regelgeving om
innovatieruimte te creëren, zekerheid wordt
gegeven op stimuleringsregelingen zodat
daarop ingespeeld kan worden. Onzekerheid
zorgt veelal voor stilstand.
Transitiesturing
Door transitiesturing worden alle actoren, de
losse acties en de verschillende schaalniveaus
aangejaagd en met elkaar verbonden. Hier voor
kan een intermediair ingezet worden. In eerste
instantie ver vulde Energiesprong deze rol. De
Stroomversnelling heef t deze rol deels overge-
nomen, maar hij zou ook door andere partijen
ver vuld kunnen worden. Het gaat hierbij om het neerzetten van een perspectief. Probeer
geen blauwdruk te maken, maar zet in op een
fl exibele en procesgerichte aanpak, waarbij
ingespeeld wordt op voortschrijdend inzicht en
nieuwe ontwikkelingen. Het sturen op een
bijna onmogelijk ambitieniveau zorgt er voor
dat er niet doorgegaan kan worden op oude
werkwijze, waardoor nieuwe paden gebaand
worden. Door het echt te gaan doen wordt het
meeste geleerd. Geef hieraan procesonder-
steuning en zorg vooral dat het geleerde vast-
gelegd en doorgegeven wordt. Op deze manier
steeds ga je steeds een stap verder gegaan in
de doorontwikkeling.
Discussie
De Stroomversnelling mislukt? Volgens mij
helemaal niet. De afgelopen jaren zijn er grote
stappen gezet, waar we eerder nog niet eens
van durfden te dromen. Een paar jaar geleden
werd label B nog als vooruitstrevend gezien,
maar tegenwoordig is er bijna geen discussie
meer die niet gaat over gasloos, waarbij Nul-
Op-de-Meter als een van de oplossingen om de
hoek komt kijken. Ook liggen er nog andere
vraagstukken open. Wie zou het beste Nul-Op-
de-Meterrenovaties kunnen aanbieden? De
grote bouwbedrijven? Of moeten we het toch
meer zoeken in de toeleverende industrie waar
eerder de innovaties vandaan komen? En op
welke schaal moeten we standaardiseren?
Woningtypologie? Bouwelement? Of op doel-
groep? En hoe gaan we om met hoogbouw?
Met een tussenstap naar NOM-ready nodig of
moeten we dit gebiedsgericht aanpakken?
Hoever gaan we met het geven van prestatie-
garantie? Tot waar blijf t de aanbieder verant-
woordelijk? Dit biedt wellicht ook weer kansen
voor de circulaire economie. Wie pakt de rol
van intermediair op zich? En hoe gaan we zor-
gen dat ook grote aantallen eigenaar-bewo-
ners voor Nul-Op-de-Meter gaan kiezen?
Kortom, genoeg om de komende jaren mee aan
de slag te kunnen en zo verder te innoveren!
NOM portiekwoningen aan de Soendalaan in Vlaardingen.
Foto Waterweg Wonen
10 Energie + nr 4 december 2018
p08-10 NOM-versnelling.indd 10 30-11-18 13:22
Reacties
Rokus Wijbrans - CarbonCapital Solutions b.v. 18 december 2018 21:51
Als ik lees wat er allemaal moet gebeuren om Nul-op-de-meter renovaties te laten slagen, dan is er nog een hele weg te gaan. Met een vereenvoudigde berekening is te bepalen wat de investeringsruimte voor een NoM woning ongeveer mag zijn. Voor tapwater is NoM financieel niet beter dan conventionele opwekking met een ketel. Hetzelfde geldt ten aanzien van het maken van elektriciteit met zonnepanelen; immers op de huidige woning en een naar NoM omgebouwde woning passen even veel zonnepanelen. De kosten van zon-PV zijn daarmee hetzelfde. Het voordeel moet dan komen van de verwarming. In onderstaande simpele berekening ga ik hier op in. Een bestaande tussenwoning gebruikt in de praktijk gemiddeld ca 1.400 m3 gas, waarvan ca 80% voor verwarming (ofwel ca 1.100 m3 per jaar). Verwarming vindt hierbij plaats met een ketel met een verondersteld rendement van 90%. Dit resulteert in een warmtevraag van ca 9.800 kWh. Door heel goede isolatie, kierdichting en gecontroleerde ventilatie (met warmteterugwinning) kan de warmtevraag worden beperkt. In een NoM woning wordt deze warmte vervolgens met een elektrische warmtepomp geproduceerd. Hoe hoog de reductie in de praktijk is, is de vraag. De isolatiemaatregelen hebben betrekking op de hele woning, terwijl meestal met name op de begane grond wordt verwarmd. Het onderzoek van een promovendus van de TU Delft liet zien dat de werkelijke besparing van een woning veel lager is dan de op basis van het norm verbruik berekende besparing. De Rekenkamer Amsterdam kwam met dezelfde bevindingen voor door woningcorporaties uitgevoerde verbeterprojecten. Gevolg hiervan is dat een investering in isolatie van de hele woning bij een grote groep bewoners minder rendeert dan op basis van de norm berekeningen is bepaald. Bij een NoM woning wordt vaak uitgegaan van een reductie van de warmtevraag van ca 65%. De resterende warmtevraag voor verwarming wordt dan ca 3.450 kWh per jaar. Stel vervolgens dat deze warmte met een lucht/water warmtepomp wordt opgewekt met een SPF (Seasonal Performance Factor, het jaargemiddelde rendement) van 4, dan is op jaarbasis nog 850 kWh aan elektriciteit voor verwarming nodig. Deze elektriciteit wordt in de winter voornamelijk in een elektriciteitscentrale - in ieder geval niet op de woning - geproduceerd; het aandeel zon-PV in de winter is, juist als de verwarming nodig is, zeer beperkt. Er is geen gas meer voor verwarming. Op jaarbasis wordt dan ? 770 (1.100 m3 x 0,70 ? per m3) aan gas bespaard. De kosten voor de elektriciteit voor de warmtepomp bedragen ? 170 per jaar (850 kWh x 0,20 ? per kWh). Netto wordt dan ? 600 per jaar bespaard, ofwel ? 50 per maand. De totale besparing over een periode van 30 jaar zou dan ? 18.000 bedragen. Dit is dan het bedrag dat van tevoren in de NoM woning zou mogen worden geïnvesteerd en in 30 jaar uit de besparing op de energiekosten zou worden terugverdiend. Als je erin zou slagen de investering in de NoM woning te verlagen tot ? 18.000, kom je er echter achter dat je er nog niet helemaal bent. In de berekening is bijvoorbeeld geen rekening gehouden met de kapitaalkosten. Bij een rentepercentage van 2% zijn alleen de rentekosten al ? 360 per jaar. Daarnaast is geen rekening gehouden met de hogere kostprijs van elektriciteit in de winter of met de additionele kosten van een verzwaard elektriciteitsnet en piekcentrales. Hierdoor bespaar je per jaar netto nog minder. De investeringsruimte wordt dan ook lager. Concluderend Het is goed dat pilotprojecten worden uitgevoerd teneinde te bepalen of de kostprijs van NoM kan worden verlaagd. Voordat NoM echter grootschalig wordt toegepast, lijkt het verstandig om eerst de business case als geheel, en gerelateerd aan het werkelijke stookgedrag van bewoners, nog eens goed tegen het licht te houden.