De energietransitie heeft helaas ook een keerzijde. Het ziet er bijvoorbeeld naar uit dat kwetsbare groepen mogelijk procentueel fors meer moeten betalen voor de energietransitie. Het sociale aspect van de energietransitie moet daarom meer aandacht krijgen. Slimme maatregelen nu kunnen problemen op een later tijdstip voorkomen blijkt uit het onderzoek 'Winnaars en verliezers van de energietransitie' van ECN, Tertium, Alliander en Milieudefensie.
Tekst Koen Straver, ECN en Michiel Hulshof, Tertium.
Illustraties, Benjamin Kikkert.
De energietransitie heeft helaas
ook een keerzijde. Het ziet er
bijvoorbeeld naar uit dat kwetsbare
groepen mogelijk procentueel fors
meer moeten betalen voor de
energietransitie. Het sociale aspect
van de energietransitie moet
daarom meer aandacht krijgen.
Slimme maatregelen nu kunnen
problemen op een later tijdstip
voorkomen blijkt uit het onderzoek
'Winnaars en verliezers van de
energietransitie' van ECN, Tertium,
Alliander en Milieudefensie.
Winnaars en
verliezers van de
energietransitie
Laten we hem Jan noemen. De 56-jarige technicus uit het dorpje Dulder in de Achterhoek is een
verliezer van de energietransitie. Een paar maanden geleden heef t hij te horen gekregen dat zijn
baan als monteur van gasturbines voor Siemens ophoudt te bestaan. Het bedrijf zet voor taan vol
in op de ontwikkeling van duurzame alternatieven. E xtra pijnlijk voor Jan is dat hij als oprichter van
de lokale actiegroep "Dulder TegenWind" al jaren protesteer t tegen het feit dat steeds meer
boeren in de streek hun koeien inruilen voor windmolens inclusief drie turbines die hij vanuit zijn
eigen achtertuin kan zien. Tot overmaat van ramp heeft hij zelf een torenhoge energierekening van
meer dan 300 euro per maand vanwege een slecht geïsoleerd huis. Jan zou best willen isoleren,
maar heef t daar voor geen geld, zeker niet nu hij zijn baan kwijt is.Laten we hem Jan noemen. De 56-jarige technicus uit het dorpje Dulder in de Achterhoek is een
D
e energietransitie wordt vaak gepre-
senteerd als technologisch project
dat goed is voor de 3 P's: people, pla-
net en profi t. Maar de positieve drieklapper
heef t ook een keerzijde. Uit de geschiedenis
weten we maar al te goed dat de overgang
naar een nieuw energiesysteem ook verlie-
zers kent. Van het verdwijnen van de Friese
turfstekers tot de sluiting van de Limburgse
mijnen, en van de landschapsver vuilende
hoogspanningsmasten tot de aardbevingen
in Zeerijp.
Tot nu toe gaan de discussies meestal over
de vraag of het technisch en organisatorisch
haalbaar is over te schakelen op duurzame
energie. De sociale gevolgen van de transi-
tie blijven nog onderbelicht. Maar de situa- tie van de fi ctieve Jan uit Dulder toont hoe
ingrijpend de gevolgen zouden kunnen zijn.
Die constatering vormde voor ECN, Tertium,
Milieudefensie en Alliander aanleiding om
verkennend onderzoek te doen naar de win-
naars en verliezers van de energietransitie.
Door middel van expertsessies, inter views
en literatuuronderzoek brachten de partijen
in kaart op welke terreinen problemen kun-
nen ontstaan. Het werd een agenderende
studie, die er hopelijk toe leidt dat beleid-
smakers de ergste vormen van 'energieon-
gelijkheid' de komende jaren kunnen voor-
komen.
4 Energie + nr 2 juni 2018
04-07-Winnaars en verliezers.indd 4 29-05-18 09:56
Herverdeling
De Amerikaanse duurzaamheidswetenschap-
per Clark Miller beschrijf t hoe parallel aan
en
ergietransities veranderingen optreden in
waarden, beslissingen en gedrag binnen een
samenleving. 'Eerdere transities leren ons
wat de belangrijkste aspecten van een grote
energietransitie zijn: de sociale, economische
en politieke omwentelingen waarmee ze
gepaard gaan.' Dergelijke omwentelingen lei -
den onherroepelijk tot een her verdeling van
g
eld, macht en onderlinge verhoudingen.
Je kan talloze manieren verzinnen waarop de
energietransitie zou kunnen leiden tot
nieuwe vormen van ongelijkheid. Denk bij -
voorbeeld aan bereikbaarheid: nu al mag de
eigenaar van een Volkswagen Golf 1.9 TDI
Trendline uit 2001 op diesel niet meer met zijn
auto in de binnenstad van Utrecht komen,
ter wijl Tesla-rijders hun bolide rustig kunnen
inpluggen bij een laadpaal aan de Oude
Gracht en zo nog gratis kunnen parkeren ook.
Trek deze trend door en je ziet de tweedeling
ontstaan: ter wijl gefortuneerden vrijelijk met
hun auto door de straten zoeven, staan min -
der gefortuneerden te wachten op de bus.
Wijlen Margaret Thatcher zou eens hebben
opgemerkt dat: 'A man who, beyond the age
of 26, finds himself on a bus can count him -
self as a failure.' Maar is dat ook echt de
samenleving die we willen?
Eigen groene stroom
Een ander probleem gloort aan de horizon als
gevolg van de onstuimige groei van het aantal lokale energiecoöperaties waarin enthousi
-
aste burgers en ondernemers zich verenigen
v
oor het opwekken van hun eigen groene
stroom. De vraag is wie zich daarbij aanslui -
ten. Het zelforganiserend vermogen is immers
n
iet gelijkmatig over het land verdeeld. De
ene groep Nederlanders zal door hun sociale
netwerk, opleiding of woonplaats eerder kun -
nen participeren in een lokaal zonneveld dan
d
e andere groep, die vaak niet eens wéét dat
je daar voor kan kiezen.
Het streven van steeds meer gemeenten naar
aardgasvrije woonwijken kan eveneens lei -
den tot een nieuwe kloof. Hoe meer huishou -dens zich laten af koppelen van het gasnet
-
werk, hoe minder huishoudens overblijven
o
m de onderhoudskosten van dat netwerk te
betalen. Woningeigenaren met een krappe
beurs zouden wel eens dubbel de klos kunnen
zijn. Ze kunnen niet investeren in een warmte -
pomp en betalen daardoor noodgedwongen
d
e steeds hogere gasrekening.
Het aantal potentiële problemen is groot.
Daarbij komt dat lang niet alle langetermijn -
gevolgen nu al goed te voorspellen zijn. Welke
b
eleidsmaker in de jaren zestig had kunnen
voorzien dat de vondst van de aardgasbel bij
Slochteren er vijf tig jaar later toe zou leiden
dat Groningers bovenmatig gebukt gaan
onder depressies en angststoornissen?
Maatschappelijke effecten
Op basis van uitgebreide gesprekken met
experts lijken drie thema's op dit moment het
meest urgent: werkgelegenheid, de strijd om
de ruimte en inkomensongelijkheid. Op deze
terreinen vallen op dit moment de grootste
maatschappelijke ef fecten te ver wachten.
Uit de Nationale Energieverkenning van ECN
blijkt dat het aantal arbeidsplaatsen in de fos -
siele energiesector afneemt van 73.000 vol -
tijdsbanen nu, naar 62.000 in 2020. Tegelij -
kertijd stijg t het aantal mensen dat zijn geld
ve
rdiend in de duurzame energiesector: van
52 duizend voltijdsbanen nu naar 64 duizend
in 2020. Nog groter kunnen de mogelijke
gevolgen zijn voor het aantal indirecte banen
in de fossiele sector: onderhoudsmonteurs
van gasketels, toeleveringsbedrijven voor
nr 2 juni 2018 Energie + 5
04-07-Winnaars en verliezers.indd 5 29-05-18 09:56
gasleidingen. En wat te denken van de
schoonmakers in de fabriekshallen van die
bedrijven?
Jan, onze fictieve gasturbinemonteur uit Dul-
der, is slechts een van de duizenden werkne -
mers uit de fossiele sector die waarschijnlijk
m
aar moeilijk aan nieuw werk komt. Op dit
moment ontbreekt gericht arbeidsmarktbe -
leid voor de ver wachte banenkrimp in de fos -
siele energiesector. Vakbond FNV pleitte
v
orig jaar voor een kolenfonds van niet minder
dan 800 miljoen euro voor de werknemers van
de vijf kolencentrales die binnenkort sluiten.
Met het geld zouden de werknemers kunnen
worden omgeschoold of eerder met pensioen
mogen. Of, zoals vakbondsbestuurder Cees
Bos het ver woordt: "Het kan niet zo zijn dat
mensen schone lucht krijgen ten koste van
3000 gezinnen."
Werkgelegenheid
Net als bij de sluiting van de mijnen, zal ook
het verdwijnen van de fossiele energiesector
in sommige regio's harder aankomen dan in
andere. De haven van Rotterdam en de provin -
cie Groningen lijken op het eerste gezicht het k
wetsbaarst. Een te late omslag kan grote
gevolgen hebben voor de lokale economische
ontwikkeling, de aantrekkelijkheid van de
regio, de huizenprijzen en uiteindelijk de soci -
ale structuur.
A
an de andere kant biedt de groene revolutie
ook nieuwe kansen op werk. Als de overheid
doorpakt met het aardgasvrij maken van
woonwijken, rekent onderzoeksbureau CE
Delf t op ruim 11.000 extra banen per jaar tot
2035. Dat enorme aantal is nodig voor het
installeren van zonnepanelen, warmtepom -
pen en laadpalen, het afkoppelen van gaslei -
dingen, het opengraven en weer bestraten
v
an hele steden en het aanleggen van warm -
tenetten. Ook hier ontstaan nu al de eerste
p
roblemen. De bouwsector is op dit moment
al over vraagd en nieuwe krachten zijn moei -
lijk te vinden. Bovendien blijkt het vooral op
M
BO-niveau lastig om jongeren te interesse -
ren voor een carrière in de installatietechniek.
D
e Sociaal Economische Raad (SER) wees
daar recent ook al op in een advies. Juist
onder mbo'ers bevindt zich een groep potenti -
ele winnaars van de energietransitie, maar
dat wordt nog te weinig gezien of benut. De genoemde werkgelegenheidseffecten vragen
om een coherente visie op de toekomst die
rekening houden met zowel de ongewenste
ef fecten als kansen.
Ruimtelijke ordening
Het tweede thema waarop nieuwe vormen
van ongelijkheid kunnen optreden, is de ruim
-
telijke ordening. De energietransitie kan grote
g
evolgen hebben voor de inrichting van het
landschap. Laten we om te beginnen eens kij -
ken naar de hoeveelheid nieuwe windmolens
d
ie gebouwd moeten worden. In 2013 hebben
provincies en rijk afgesproken dat in 2020
voor 6000 megawatt aan windenergie op land
wordt opgewekt. De teller staat nu op 3300.
Het betekent dus bijna een verdubbeling in de
komende twee jaar. Maar dat is nog niet alles.
In 2050 heef t Nederland naar schatting 800
petajoule aan hernieuwbare elektriciteit
nodig. Zo'n 500 petajoule moet komen van
windmolenparken op de Noordzee. Voor de
resterende 300 PJ aan energie moet ongeveer
een derde komen van windmolens op land. Al
met al betekent het dat we in 2050 ongeveer
vier keer zoveel windenergie op land nodig
6 Energie + nr 2 juni 2018
04-07-Winnaars en verliezers.indd 6 29-05-18 09:56
hebben als nu. Een deel daar van komt van het
ver vangen van bestaande windmolens door
ef ficiëntere modellen, maar een ander deel
zal nieuw moeten worden geplaatst. Ook het
opwekken van zonne-energie heef t gevolgen
voor het landschap (zonnevelden) en de
woonomgeving (panelen op het dak).
Het centrale probleem van deze strijd om de
ruimte is dat lusten en lasten niet bij dezelfde
groepen terecht komen. Dat geldt op natio-
naal niveau; de plekken waar windenergie
w
ordt opgewekt, zijn meestal niet de plekken
waar die energie wordt gebruikt. Op lokaal
niveau geldt dat vooral dat de eigenaars van
een windturbine profiteren, terwijl de omge -
ving overlast er vaart.
M
et de grote opgave voor het realiseren van
nieuwe windturbines en zonnevelden in het
verschiet, zou het goed zijn ook op dit vlak
een visie te ontwikkelen. Als meer windmo -
lens worden geplaatst op plekken waar de
e
nergievraag het grootst is, is dat niet alleen
eerlijker maar kan dat ook voordelen hebben
voor de belastbaarheid van het elektriciteits -
netwerk. Daarnaast zou het kunnen dat meer -
dere kleine windmolens of kleine zonnepar -
ken minder overlast veroorzaken dan grotere,
o
ok al zijn ze minder kostenef fectief. Een
ander alternatief komt straks in het gebied
aan de A16. Een kwart van de windmolens die
daar verrijzen komt in eigendom van de lokale
gemeenschap. Per gemeente wordt een stich -
ting opgericht die in overleg met de inwoners
d
e opbrengsten van deze dorpsmolens zo
goed mogelijk besteedt.
Inkomensverdeling
Het derde terrein waarop de energietransitie
zorg t voor maatschappelijke problemen is de
inkomensverdeling. Wie nu kan investeren in
groene energie profiteert het meest. Wie niet
kan investeren, gaat er op termijn op achter -
uit. Dat leidt tot het zogenoemde Mattheüs-
e
f fect, vernoemd naar de beroemde bijbel -
passage: "Want wie heef t, zal nog meer
k
rijgen, en wel in over vloed, maar wie niets
heef t, hem zal zelfs wat hij heef t nog worden
ontnomen".
De kosten van de energietransitie tref fen
Nederlanders met een laag inkomen oneven -
redig zwaar, zo bleek uit onderzoek van CE
D
elf t in opdracht van Milieudefensie, FNV, de
Woonbond en Tax Justice. Mensen met een
bruto-inkomen van maximaal 17.646 euro
betalen in 2021 ongeveer 6% van hun inko -
men aan energie. Bij ongewijzigd beleid kan d
at oplopen tot 17% in 2050. Dit komt met
name omdat huishoudens via hun energiere -
kening de kosten dragen voor de energietran -
sitie. Het bedrijfsleven, dat een veel lager
e
nergietarief betaalt, ont vang t ruim 80% van
de subsidies en belastingkortingen. Nu al
hebben 750.000 gezinnen in Nederland
moeite met het betalen van hun energiereke -
ning. Het is duidelijk dat deze trend alleen al
o
m die reden problematisch is.
De verschillen kunnen in korte tijd snel oplo -
pen als steeds meer kapitaalkrachtige wonin -
geigenaren en woningcorporaties maatrege -
len nemen om energie te besparen of zelf
s
troom op te wekken. Hoe minder energie zij
gebruiken, hoe minder ze meebetalen aan de
Opslag Duurzame Energie (ODE) ? bedoeld
voor het subsidiëren van duurzame energie -
projecten. Het betekent dat het grootste deel
v
an die hef fing zal moeten worden opge -
bracht door een steeds minder mensen.
Ook verliezers
De energietransitie vereist duurzaam beleid
op zowel economisch, ecologisch als sociaal
vlak. Dat is geen eenvoudige opgave. In de
eerste plaats moet worden onderkend dat de
energietransitie, net zoals alle omwentelin -
gen, ook verliezers kent. Wie die verliezers
z
ullen zijn, is nog niet precies duidelijk. Net
zomin als de Groningers in de jaren zestig
besef ten dat hun kinderen en kleinkinderen
zouden protesteren voor een redelijke vergoe -
ding voor aardbevingsschade, weten we nu h
oe het huidige energie- en klimaatbeleid
over veertig jaar zal uitpakken. Er moet meer
aandacht zijn voor het begrip energie-recht -
vaardigheid als toetsingskader bij nieuw
b
eleid. Dat uitgangspunt dwingt beleidsma -
kers ertoe de sociale gevolgen van energie -
maatregelen mee te nemen in het af wegings -
proces. Dit kan er voor zorgen dat minder
N
ederlanders als verliezer uit de transitie
komen, maar ook dat de overgang soepeler en
sneller verloopt. Het is daarnaast van groot
belang om nu al concrete lokale oplossingen
te genereren. Op dit moment maken gemeen -
ten de plannen voor aardgasvrije wijken en
d
oen particulieren en landeigenaren investe -
ringen in duurzame energie. Door nu slimme
m
aatregelen te nemen, kunnen op termijn
lokale problemen worden voorkomen.
Daarnaast moeten meer studies gedaan wor -
den naar de gevolgen van de energietransitie
op
verschillende terreinen. Milieudefensie
heef t met onderzoek proberen aan te tonen
dat het huidige beleid ertoe zal leiden dat de
zwakste schouders de zwaarste lasten moe -
ten dragen voor de kosten van de energietran -
sitie. Deze informatie is van cruciaal belang
b
ij het nemen van de juiste beslissingen. Der -
gelijke studies moeten worden uitgebreid
n
aar de gevolgen van de energietransitie voor
andere zaken zoals werkgelegenheid en de
ruimtelijke kwaliteit. Pas als duidelijk is hoe
de lasten en lusten precies worden verdeeld,
kunnen ethisch onderbouwde keuzes worden
gemaakt.
nr 2 juni 2018 Energie + 7
04-07-Winnaars en verliezers.indd 7 29-05-18 09:56
Reacties
Anne de Bloois - gemeente enschede 19 juni 2018 13:54
Ik zou graag lid worden om de artikelen te kunnen lezen