Offshore windenergie lijkt een belangrijke hernieuwbare energiebron te worden.Momenteel ontwikkelen de meeste EU-kuststaten specifieke wetgeving voorhet plaatsen van offshore windparken. De wetgevingskaders kunnen per land aanzienlijk van elkaar verschillen. Dat kan zelfs leiden tot belemmeringen bij het ontwikkelen van deze windparken. Dit artikel bespreekt kort de verschillende kadersen de eventuele belemmeringen bij het ontwikkelen van offshore windparken en de aanlanding van de geproduceerde elektriciteit.
Bijschrift witOffshore windenergie lijkteen belangrijke hernieuw-bare energiebron te worden.Momenteel ontwikkelen demeeste EU-kuststatenspecifieke wetgeving voorhet plaatsen van offshorewindparken. De wetgevings-kaders kunnen per land aan-zienlijk van elkaar verschil-len. Dat kan zelfs leiden totbelemmeringen bij het ont-wikkelen van deze windpar-ken. Dit artikel bespreektkort de verschillende kadersen de eventuele belemme-ringen bij het ontwikkelenvan offshore windparken ende aanlanding van de gepro-duceerde elektriciteit.Richtlijn 2001/77/EG legt op allelidstaten de verplichting om in 2010een bepaald aandeel ? gemiddeld12 procent - elektriciteit uit her-nieuwbare niet-fossiele energie-bronnen te produceren.3 Het wordtaan de lidstaten overgelaten om tebepalen hoe zij hun doelstellingenwillen bereiken. Wel moeten zijeventuele belemmeringen in hunwetgevingkader be?indigen.De rechtsmacht van kuststaten strekt zich uit tot de territoriale zee, dat wilzeggen de zeestrook van 12 zeemijlen (circa 22 km) grenzend aan de laagwaterlijn. Daarbui-ten hebben kuststaten, mits zij een exclusieve economische zone (EEZ) hebben ingesteld,soevereine rechten ten aanzien van de opwekking van windenergie. Inmiddels hebben alleNoordzeestaten een EEZ of daarmee vergelijkbare zone ingesteld. Binnen hun EEZ kunnenzij alle wetgeving van toepassing verklaren die zij nodig achten voor het ontwikkelen vanoffshore windenergie.Aanleg en exploitatieBij de ontwikkeling van offshore windparken moet onderscheid worden gemaakt tussen par-ken binnen en buiten de 12 mijlszone. Binnen deze zone geldt alle territoriale wetgeving,inclusief de Elektriciteitswet. Buiten de zone moet expliciet worden aangegeven welke wetge-ving van toepassing is. Verschillende landen zoals Belgi?, het Verenigd Koninkrijk en Dene-marken hebben hun Elektriciteitswetgeving geheel of gedeeltelijk uitgebreid tot de EEZ. Opdeze wijze geldt een integraal regime voor alle offshore windparken. Nederland heeft haarbevoegdheden tot de EEZ uitgebreid voor zover het de productie van elektriciteit betreft. Hoe-wel de bewoordingen van het wetsartikel een ruime interpretatie niet uitsluiten, hanteert dewetgever het uitgangspunt dat de bepaling alleen bedoeld is om offshore windenergie vanMEP-subsidie te voorzien. De facto geldt de Elektriciteitswet dus eigenlijk niet in de EEZ.AanbestedingDe kuststaten die de elektriciteitswet wel in de EEZ van toepassing hebben verklaard, heb-ben in overeenstemming met de Elektriciteitsrichtlijn eveneens gekozen voor een aanbeste-dingsprocedure voor de selectie van de meest geschikte windparkexploitant. De aanbeste-ding kan betrekking hebben op vooraf geselecteerde gebieden (voorkeursgebieden). HetVerenigd Koninkrijk en Denemarken hebben de voorkeursgebieden geselecteerd op basisvan een strategische m.e.r. of daarmee gelijkwaardige procedure. In Belgi? vindt de aanbe-steding plaats op grond van een `open door policy': een aanvraag voor een bepaald gebiedwordt gepubliceerd en derden krijgen gedurende een bepaalde tijd de gelegenheid een con-currerende aanvraag in te dienen.1 In alle gevallen wordt de windparkexploitant (concessio-naris/vergunninghouder) geselecteerd op basis van financi?le en technische kwaliteiten vande aanvrager c.q. de aanvraag. Ook de hoogte van het benodigde subsidiebedrag kan eenselectiecriterium zijn. Nadat de selectie heeft plaatsgevonden, moet de exploitant alsnog eenbouw- en/of milieuvergunning aanvragen. De ervaringen in Belgi? wijzen uit dat het suc-cesvol doorlopen van een aanbestedingsprocedure nog geen garantie biedt voor het tijdigontwikkelen van een offshore windpark.VergunningprocedureAndere kuststaten hebben geopteerd voor een vergunningprocedure zonder voorafgaandeaanbesteding. Typische voorbeelden zijn Duitsland en Nederland. Beide landen hebben deElektriciteitswet niet tot de EEZ uitgebreid en gekozen voor een regime waarbij de aanlegvan offshore installaties alleen afhankelijk is van een (bouw-)vergunning die verleend wordtop basis van `wie het eerst komt, het eerst maalt'.2 De aanvraag is alleen afhankelijk van hetsuccesvol uitvoeren van een milieueffectrapportage, waarbij aangetekend moet worden datde vereisten van een milieueffectrapportage in Duitsland veel zwaarder zijn dan in Neder-Reguleringwindenergie in Noordzeetekst Martha Roggenkamp hoogleraar energierecht Rijksuniversiteit Groningen foto peter de koning/aeneas24 Energie+ nr6 dec 2005land (een monitorfase van twee jaar versus een literatuuronderzoekvan enkele maanden). Een lange en kostbare aanvraagprocedureheeft wel tot gevolg dat alleen zeer draagkrachtige partijen een aan-vraag indienen. Binnen dit stelsel kunnen (bouw)vergunningenworden aangevraagd voor de gehele EEZ, uitgezonderd gebiedendie in gebruik zijn als scheepvaartroutes, defensiegebieden en mijn-bouwlocaties.ElektriciteitskabelsDe meeste stelsels vergen aparte vergunningen voor de aanleg vankabels die de offshore windparken met het landelijke net verbinden.Een en ander heeft tot gevolg dat het verkrijgen van de benodigdevergunningen voor de aanleg van een windpark nog geen garantiebiedt voor het succesvol ontwikkelen van het gehele project. Typi-sche voorbeelden zijn Belgi? en Duitsland. Terwijl in Belgi? de ont-wikkeling van het project op de Thornton-bank vertraagd wordtdoor financieringsproblemen bij de aanleg van de aanlandingska-bel, worden de projecten in Duitsland gehinderd doordat de kabelsveelal het Waddengebied moeten doorkruisen en de deelstaten (an-ders dan in de EEZ) binnen de territoriale zee uitsluitende rechts-macht hebben. Hoewel de meeste regimes het gelijktijdig aanvra-gen van vergunningen voor kabels en turbines niet verbieden, is deexpliciete mogelijkheid daartoe alleen in de Nederlandse beleidsre-gels van 31 december 2004 opgenomen.Denemarken hanteert als enige Noordzeeland een ge?ntegreerdeaanpak voor de aanleg van offshore windparken en kabels mits ge-legen in het geselecteerde voorkeursgebied. Het (onshore) netwerk-bedrijf dat systeemdiensten uitvoert in de regio van het voorkeurs-gebied, is tevens verplicht de (onderzeese) aanlandingskabel aan teleggen. De aanlegkosten worden vervolgens omgeslagen in hettransporttarief. De exploitant van het windpark legt zelf de intra-field kabels aan (kabels tussen de turbines in het vergunningenge-bied) en sluit een aansluitovereenkomst met de systeembeheerder.De kabels die de offshore windparken met het landelijke net verbin-den, zullen veelal gelegen zijn in twee zeegebieden: de EEZ en de ter-ritoriale zee. In de landen waar de Elektriciteitswet in de EEZ van toe-passing is verklaard, zijn de aanlandingskabels onderworpen aan ??nregime: die van de Elektriciteitswet. Dit betekent dat dezelfde techni-sche voorwaarden en hetzelfde gereguleerde toegangsregime op degehele kabel betrekking hebben. In Nederland en Duitsland strekt hetregime van de Elektriciteitswet zich niet uit tot de EEZ. Daardoor issprake van versnipperde regulering en kan onduidelijkheid bestaanover toepassing van technische codes en andere voorwaarden.StimuleringRichtlijn 2001/77/EG erkent dat het behalen van de gestelde doelengepaard zal gaan met bepaalde stimuleringsmaatregelen die moge-lijkerwijs als staatsteun gekwalificeerd kunnen worden. Het berei-ken van bepaalde milieudoelstellingen geldt als ??n van de uitzon-deringen op het staatssteunverbod.In het Noordzeegebied gelden uiteenlopende stimuleringsregimes.In het Verenigd Koninkrijk wordt via de Renewables Obligation alleelektriciteitsleveranciers een verplichting opgelegd om een steedshoger percentage van de geleverde elektriciteit te betrekken uitduurzame energiebronnen, oplopend tot 15 procent in 2016. Leve-ranciers die niet aan de doelstelling voldoen, krijgen een boete. Ne-derland overweegt eenzelfde regime.In Duitsland moeten de netbeheerders elektriciteit geproduceerd uithernieuwbare energiebronnen verplicht afnemen. Daarnaast wordtde ontwikkeling van offshore windparken vooral gestimuleerd dooreen subsidieregime krachtens de Erneuerbare Energien Gesetz.Evenals de Nederlandse MEP worden de subsidies niet uit de rijksbe-groting betaald maar uit een toeslag op het elektriciteitstarief. Terwijlin Duitsland subsidies gedurende 20 jaar kunnen worden verstrekt,geldt in Nederland een maximale termijn van 10 jaar.De verschillende subsidieregimes zijn nationaal geori?nteerd. Om inaanmerking te komen voor een stimuleringssubsidie, zal deoffshore geproduceerde elektriciteit op het nationale net moeten wor-den ingevoed. Daardoor zullen bij de keuze van een aanlandingstra-ject de financi?le voorwaarden doorslaggevend zijn en niet de afstandtot de dichtstbijzijnde infrastructuur. Een coherent Europees beleidzou echter juist grensoverschrijdende aansluitingen van windparkenmoeten bevorderen.ConclusieDe Noordzeelanden hebben verschillende systemen ge?ntroduceerdom offshore windenergie te bevorderen. Het meest succesvol zijn desystemen gebaseerd op een aanbestedingsregime gekoppeld aanvoorkeursgebieden. Hoewel de selectie van voorkeursgebieden veeltijd kost, kunnen hierdoor conflicten op later tijdstip worden voorko-men. Belemmeringen bij het ontwikkelen van windparken kunnentevens worden voorkomen door de aanleg van kabels in het project teintegreren. In ieder geval moet voorkomen worden dat nationalesubsidieregimes een belemmering vormen voor grensoverschrijden-de aansluitingen. Dergelijke problemen kunnen worden opgelostmet een geharmoniseerde aanpak in Noordzeeverband. ?Een coherent Euro-pees beleid zougrensoverschrijden-de aansluitingen vanwindparken moetenbevorderen.1 Eenzelfde methode geldt voor deverlening van een mijnbouwvergun-ning in Nederland2 De Seeanlagenverordnung respec-tievelijk de Wet beheer rijkswater-staatswerken3 Voor Nederland geldt een aandeelvan 9% elektriciteit uit hernieuw-bare energiebronnen.nr6 dec 2005 Energie+ 25
Reacties