Voor het plaatsen van veel vermogen is de zee prima. Het waait er goed, er is ruimte genoeg en vanuit de kust zie je de windparken niet. Toch zijn er ook vragen. Hoe stormgevoelig is een windpark op zee? Hoe zit het met kortsluiting? Hoe regel je het transport naar land, en als je daar bent: hoe pas je het vermogen in op het net?
brandstofWind op zee:storm in glas water?Voor het plaatsen van veel vermogen is dezee prima. Het waait er goed, er is ruimte ge-noeg en vanuit de kust zie je de windparkenniet. Toch zijn er ook vragen. Hoe stormge-voelig is een windpark op zee? Hoe zit hetmet kortsluiting? Hoe regel je het transportnaar land, en als je daar bent: hoe pas je hetvermogen in op het net? En wat als het inDuitsland hard gaat waaien? Moet onze pro-ductie dan stoppen? Anderzijds: hoeveel re-servevermogen is nodig voor windstille urenen hoe nauwkeurig zijn die uren voorspel-baar? En wie gaat dat betalen? Het CPB-rap-port over de kosten en baten veroorzaakt veelwind. De kerndiscussie gaat over de prijs vaneen vat olie en de vermeden uitstoot. Watzijn de juiste waarden om mee te rekenen?Alweer een vraag zonder pasklaar antwoord.In de vorige editie hanteerde promovendusJunginger de daling van de kostprijs als eenfunctie van de geproduceerde aantallen. Hijkwam op een daling van de DE-investerings-kosten van 1.600-1.700 euro per kilowatt (nu)tot 980-1.300 euro per kilowatt (in 2020).Maar deze kostendaling wordt slechts voorvijftien procent direct door ontwikkelingenvan windmolenparken bepaald, tachtig pro-cent van de ontwikkelingen hangt gedeeltelijkaf van andere technieken. Welke andere tech-nologie?n verdienen vooral onze aandacht?Wind verdient een Europese aanpak ommet regelmaat nieuwe parken te kunnenbouwen. Daar leren we van en het biedtvoor langere termijn werk aan de winkel.Ook wordt de voorspelbaarheid van de pro-ductie bij spreiding over de Europese kus-ten groter. Volgens Ernst & Young staat Ne-derland wat betreft DE-investeringsklimaatin de wereldranglijst op plaats 10, tussenIndia en China. Spanje is koploper, gevolgddoor de USA. Snelle duidelijkheid over eenconsistent stimuleringsbeleid lijkt nood-zakelijk om tot daden te komen.WarmtewetbeschermtafnemersDe Warmtewet, een initiatiefvan de CDA-kamerleden TenHoopen en Hessels, is ge-richt op het beschermen vanafnemers. Het gaat daarbijniet alleen om afnemers vanwarmte voor ruimteverwar-ming en warm tapwater. Ookafnemers van koud watervoor koeling vallen binnende wet. Eerlijke tarieven,transparante kosten, goededienstverlening en betrouw-bare levering zijn de kern-punten van de wet.Volgens de wet is het ver-boden om zonder vergunningwarmte te leveren aan ver-bruikers. Uitzonderingenworden gemaakt voor zeerkleine leveranciers metmaximaal tien klanten en/ofeen jaarlijkse levering vanniet meer dan tienduizendGJ. Ook een leverancier diezelf eigenaar is van de ge-bouwen waaraan hij warmtelevert, heeft geen vergun-ning nodig.Samengevat: Nederland wil wind off shore.Zo'n 500 miljoen reserveert het kabinetvoor twee nog te bouwen parken. Volgensde Nederlandse Wind Energie Associatie(NWEA) zijn deze parken snel rendabel,want de olieprijs blijft hoog. Is subsidie dannog wel nodig? Moet de industrie de eigenbroek gaan ophouden en de ondernemerskansen pakken?Stof genoeg voor discussie en meningsvor-ming. Op de volgende pagina's van Brand-stof laten we diverse partijen aan het woordover `wind op zee'. Afsluitend trekken weop pagina 19 onze conclusies. ?De redactieAanleg opgeschort;overheid wilduidelijkheidStaatssecretaris Schultz van Hae-gen (V&W) en minister Brinkhorst(EZ) hebben de aanleg van wind-turbineparken op zee opgeschorttotdat meer duidelijkheid bestaatover drie aspecten.1. De reductie van initiatieven:de vele initiatieven maken eencorrecte afhandeling van proce-dures onmogelijk. Rijkswater-staat schort daarom alle werk-zaamheden op. Zodra de staats-secretaris de schorsing opheft,worden deze werkzaamhedenweer opgepakt.2. Het perspectief voor wind-energie op zee: in de schorsings-periode onderzoekt V&W hoe omte gaan met de opeenstapelingvan effecten door de aanleg vanwindparken op zee. EZ werkt aaneen realistisch perspectief voorhet aantal windturbineparken in2010. Beide ministeries overleg-gen met de initiatiefnemers omde hoeveelheid initiatieven tereduceren tot een realistischaantal.3. De financi?le stimulering: deoverheid streeft naar een aantalvergunningprocedures dat in lijnligt met de hoeveelheid windtur-bineparken die uiteindelijk ge-subsidieerd kan worden.CARTOONS PIM SCHOTSnr6 dec 2005 Energie+ 11TEKST Ren? DiddeMet een motie van VVD, CDA en LPF is de ambitieuze planvorming voor windpar-ken op zee in heftig politiek vaarwater gekomen. De partijen vonden de ??n miljardeuro die minister Brinkhorst (EZ) uit de aardgasbaten (FES-fonds) doteerde voor destimulering van vooral windturbines op zee, teveel van het goede. De partijenwillen ook geld naar biomassa en warmtekrachtkoppeling, zelfs naar nieuw onder-zoek naar toepassing van kernenergie. In een Kamerdebat op 11 oktober haaldeBrinkhorst bakzeil. Hij moest een concessie doen en toezeggen dat ook anderevormen van duurzame energie aan bod moeten komen. De indieners van de motielezen de uitslag van het debat allemaal anders. CDA ziet nog ruimte voor nieuwewindparken op zee, LPF zegt `stoppen ermee'. De stand van zaken...Windhausseop zee lijkt te luwenbrandstofVolgens Brinkhorst komt een substantieel deel van de ??nmiljard euro, uitgesmeerd over meerdere jaren, ten goede aan deontwikkeling van nieuwe grootschalige windmolenparken op zee.`We moeten onze knopen tellen', aldus zijn woordvoerder. `Zee-wind zet de meeste zoden aan de dijk. Met de zon schiet het nietop, getijde-energie zie ik er hier niet snel van komen en windmo-lens op land zijn minder effici?nt en stuiten bovendien vaak opbezwaren.'ProefparkEerder al gaf EZ zijn zegen aan plannen voor twee windparken opzee. Vervolgprojecten zijn voorlopig afgelast omdat ze te duur zou-den zijn. De eerste twee parken hebben de vergunningenprocedurevoor de Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken doorlopen bij de directieNoordzee van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Deze plan-nen behelzen een proefpark van ruim 100 MW op acht kilometerreservevermogen12 Energie+ nr6 dec 2005voor de kust bij Egmond aan Zee. Dit Near Shore Windpark (NSW)wordt gebouwd door Noordzeewind, een joint-venture tussen Shellen Nuon, en moet vooral meer gegevens opleveren voor onderbou-wing van de stelling dat de harder en frequenter waaiende wind opde Noordzee daadwerkelijk tot meer windenergie leidt. Hoewel deeerste paal voor de 36 molens (type Vestas V90, elk 3 MW) nog dezee in moet, denken de initiatiefnemers volgend jaar al in bedrijf tezijn.Tegen die tijd moet ook een tweede windpark op de Noordzee draai-en. Op 23 kilometer uit de kust van IJmuiden, in vak Q7 van deNoordzee, leveren straks zestig windturbines 120 MW (type VestasV80, 2 MW elk). Het park wordt voor 250 tot 300 miljoen euro ge-bouwd door een consortium van Eneco, met Econcern en EnergyInvestments Holding. Het Q7-park wordt ontwikkeld door en is ei-gendom van E-Connection.DoelstellingEn dat allemaal om de Nederlandse doelstellingen voor duurzameenergie te realiseren. In 2020 moet tien procent van de Nederlandseenergiebehoefte uit duurzame bronnen worden gedekt. Een doel-stelling die eind jaren negentig voor 2010 was uitgestippeld. In datjaar zou de regering nu al blij zijn met vijf procent. Windenergiemoet met twee procent een flinke duit in het duurzame zakje doen.In 2020 moeten windmolens op zee samen 6.000 MW leveren. Tervergelijking: tot nog toe staan op het land bijna 1.700 windmolens(samen 1.200 MW) waarmee 750 duizend huishoudens van stroomkunnen worden voorzien (1,7 procent van de Nederlandse elektrici-teitsbehoefte).De windmolenparken op zee dienen niet alleen nobele milieudoe-len, het lijkt ook goede handel. Althans, tot voor kort. Weliswaarmoeten de consortia honderden miljoenen euro's ophoesten, daarstaat tegenover dat de overheid voor elke geleverde kilowattuur aanstroom 9,5 eurocent vergoedde, gegarandeerd voor tien jaar. Datgeld kwam uit de MEP-gelden, een voortzetting van de energiebe-lasting op bedrijven en huishoudens. Totdat minister Brinkhorst inmei de MEP-subsidie afschafte. Want toen op 31 december 2004 deloketten opengingen voor een tweede serie windparken op zee, liephet storm. In no-time dienden zes partijen zeventig plannen in voorgrootschalige windmolenparken. Inderdaad, een beetje schietenmet hagel, beamen diverse indieners van de plannen. In de vergun-ningverlening op het Nederlandse deel van het Continentaal Platgeldt namelijk `wie het eerst komt, wie het eerst maalt'. De zes initi-atiefnemers zijn het Ierse Airtricity samen met adviesbureau RoyalHaskoning, Evelop, E-Connection, Nuon-dochter WEOM, ontwik-kelaar Raedthuys en adviesbureau Arcadis.NoodremBedolven door deze initiatieven haalde Brinkhorst in mei plotselingeen streep door de subsidie. Als alle plannen (samen 20 duizendMW) zouden worden uitgevoerd, moet de overheid jaarlijks tienmiljard euro subsidie doneren. Dat geld is er niet, en in tijden vanstijgende olie- en energieprijzen is er ook niet veel te halen bij huis-houdens en bedrijven, aldus EZ. Dus trok Brinkhorst ruw aan denoodrem.Er is nu een bizarre situatie ontstaan, vinden velen. Eerst formuleertde overheid ambitieuze doelstellingen en worden aantrekkelijke fi-nancieringsvormen ingesteld, maar als het een succes dreigt te wor-den, keert de overheid ijlings op haar schreden terug. Hoe het nuverder gaat, is onduidelijk. De zes initiatiefnemers wachten op zet-ten van de overheid, V&W wacht op EZ en die wacht tot de politiekecommotie is geluwd.OverlappingenHet is niet de eerste keer. `Elke drie jaar worden we voor beleidswij-ziging gesteld met nieuwe procedures', zegt directeur Mathieu Kor-tenoever van E-Connection in Bunnik. Volgens hem zijn alle aanvra-gen door overlappingen terug te voeren op twintig locaties, waar4.500 MW kan worden opgesteld, ofwel driekwart van de doelstel-lingen voor 2020. `Dat vergt veel minder MEP-middelen dan de tienmiljard euro per jaar, die steeds als afschrikwekkend bedrag wordtgenoemd,' zegt Kortenoever. `Die twintig locaties zouden verdeeldkunnen worden tussen de zes partijen. Wij hebben als gezamenlijkeinitiatiefnemers EZ om duidelijkheid gevraagd over de toelaatbaar-heid van een dergelijke afstemming in verband met eventuele me-dedingingsaspecten. De overheid heeft hierover geen uitspraak wil-len doen met als gevolg dat enkele initiatiefnemers een afstem-mingsoverleg over overlappende locaties niet aandurven. De over-heid schorst de procedure in mei en pas eind september vond heteerste overleg plaats met alle initiatiefnemers. Een verbazingwek-kend wisselvallig beleid.'FaseringKortenoever: `E-Connection wil doorgaan, ondanks het onzekere in-vesteringsklimaat. Dat schrikt jammer genoeg partijen af. Kijk, dietwintig parken worden niet tegelijk gebouwd, net zo min als elkeinitiatiefnemer zijn MER-rapport en vergunningaanvraag gereedheeft. En dan zijn er nog beroepsprocedures van belanghebbenden.De overheid zal dus nooit tegelijkertijd twintig vergunningen afge-ven.'Kortom, er zit volgens Kortenoever een fasering in de realiseringvan windparken op zee. Dat spoort met steeds lagere bouwkostenwaardoor de prijs van de geleverde kiloWattuur zakt. De bouwkos-ten op zee zijn overigens wel hoger dan op land, onder meer doorhogere kosten voor fundering, bekabeling naar land en onderhoud.`Tegelijkertijd stijgen echter de energiekosten van de CO2-emissie-rechten en stijgt de olieprijs omdat het politiek en technisch steedsmoeilijker wordt een gestage olieaanvoer te garanderen. Windener-gie wordt steeds meer concurrerend en er zal steeds minder subsi-die nodig zijn.'ZwabberbeleidOok Erwin Coolen (directeur off-shore van Raedthuys in Enschede)ziet politieke ruimte voor minimaal 480 MW op zee, naast de beideeerdere plannen (NSW, Q7). Volgens Coolen kan de 480 MW intwee parken van 240 MW worden gerealiseerd. `Het liefst in vierparken van 120 MW. De regering zou ook op langere termijn bij-voorbeeld zes parken van 150 MW kunnen uitzetten. Precies dedoelstelling voor duurzame energie in 2010.'Coolen vervolgt: `De regering voert nu een zwabberbeleid. Op zeezijn geen bezwaren. We hebben daar een mooi, niet te diep grond-gebied en een goed windaanbod, kortom een superstek. Nu moet ernog geld bij, maar in 2015 is windenergie van de zee competitiefmet olie. Dan is Nederland een stuk onafhankelijker in de elektrici-teitsvoorziening. Het mes snijdt aan twee kanten. Deze nieuwe in-dustrie levert arbeidsplaatsen op en we voldoen aan de Kyoto-doel-stellingen.' ?nr6 dec 2005 Energie+ 13brandstofDoor Annemiek Verrips (CPB) en Hage de Vries (ECN)De recente kosten-batenanalyse (kba) over windenergie op de Noordzeevan het Centraal Planbureau (CPB) en het Energie OnderzoekscentrumNederland (ECN) leidde tot verschillende reacties. Greenpeace vond hette negatief, de NWEA sprak over blunders en Ecofys kwam met een posi-tievere second opinion op basis van andere aannames. Het Ministerievan EZ vindt de studie een steun voor een gefaseerde aanleg van wind-parken. Hoe zit het nu echt? Welke conclusies kun je trekken en welkeniet?De offshore aanleg van 6.000 MW in2020 is in alle onderzochte scenario's maat-schappelijk onrendabel. Zelfs in het StrongEurope (SE) scenario met een stringent kli-maatbeleid, flinke kostendalingen door tech-nologische ontwikkeling en een lage discon-teringsvoet vanwege voordelen voor voorzie-ningszekerheid, overtreffen de maatschap-pelijke kosten de maatschappelijke baten.Het beeld verandert bij een gefaseerde bouwin combinatie met stevig Europees klimaat-beleid. Kosten en baten kunnen dan in ba-lans komen.OlieprijzenOlieprijzen bepalen de gasprijzen en daar-mee de elektriciteitsprijs. De verkoopop-brengsten van geproduceerde elektriciteitzijn de belangrijkste baten van de windmo-lens. Het CPB rekent met lange termijnCPB en ECN:de echte kosten en batenvan windenergie op zeeHoeveel is 6.000 MW?Deze windparken kunnen 15 tot 20 procentvan de Nederlandse elektriciteitsconsumptiein 2020 leveren. De 1.300 windmolens zijn 100meter hoog en beslaan een oppervlak van850 km2, verspreid over de Noordzee, allemeer dan 22 kilometer uit de kust.olieprijzen van 23 tot 28 dollar per vat, geba-seerd op een 1:1-verhouding van dollar eneuro. Omgerekend naar de huidige zwakkedollar zouden deze prijzen 25 procent hogerliggen. De huidige olieprijs ligt hier metcirca 65 dollar per vat ver boven. Onder-schatten we daarmee de baten?Om deze vraag te beantwoorden moeten weonderscheid maken tussen korte en langetermijn olieprijzen. Op korte termijn kun-nen vraag en aanbod zich niet goed aanpas-sen en zullen een sterke toename van deolievraag (bijvoorbeeld vanuit China) ofaanbodproblemen (oorlogen, orkanen) di-rect leiden tot prijsstijgingen. In het verle-den heeft de olieprijs ook sterk geschom-meld. In 1980 lag die relatief ver boven hethuidige niveau. Er waren ook langere perio-den waarin de olieprijs ver beneden de ge-raamde lange termijnprijs lag. Op langetermijn passen vraag en aanbod zich aan.Nieuwe oliebronnen worden aangeboorden de winningskosten daarvan liggen verbeneden de huidige olieprijs. Zeker, hetduurt even voor deze bronnen operationeelzijn, maar het verleden bewijst dat dit zalgebeuren. Het CPB staat hierin niet alleen.Gezaghebbende internationale organisaties(OECD en IEA) hebben recent lange ter-mijn olieprijzen geraamd tussen 30 en 35dollar per vat.Het omslagpunt voor 6.000 MW op zee in2020 ligt tussen 60 en 70 dollar per vat ge-middeld voor de periode 2010-2040. In eenvariant met een gunstiger mix van duurza-me bronnen (windenergie op zee en op landmet biomassa-bijstook) ligt het omslagpunttussen 45 en 48 dollar per vat. Deze waar-den liggen ver boven een re?le range voorde lange termijn olieprijzen. Zo bezien blij-ven een stevig klimaatbeleid en een gefa-seerde aanleg kritische succesfactoren.CO2-uitstootWindenergie is schoon. Kan dit de uitstootvan broeikasgassen verminderen? Sinds 1januari kent Europa een handelssysteemvoor CO2-emissierechten. Ook voor de elek-triciteitssector is een zogenaamd CO2-pla-fond bepaald. Windparken op zee beperkende vraag naar CO2-rechten. Maar het CO2-plafond blijft gehandhaafd, zodat de wind-energie vooral leidt tot minder investerin-gen om de emissies van conventioneleenergie-opwekking te beperken. De winstzit dan in het uitsparen van de aanschaf vanCO2-rechten, niet in minder CO2-uitstoot,want die wordt uitsluitend bepaald door hetemissieplafond van het handelssysteem.ReservecapaciteitReservecapaciteit is geen knelpunt voor ont-wikkeling van windenergie op zee. Maar watals het niet waait? Hoeveel reservecapaciteitaan gascentrales is nodig voor voldoende le-veringszekerheid? Bij de berekening is uit-gegaan van eenzelfde norm als bij conventi-onele elektriciteitsproductie. Het is immersniet kosteneffici?nt om 100 procent leve-ringszekerheid te garanderen. Ook kan wor-den `gepoold' met de reservecapaciteit die14 Energie+ nr6 dec 2005nr6 dec 2005 Energie+ 15wordt aangehouden voor het geval een conventionele centrale uit-valt. Tenslotte zijn op basis van KNMI-informatie de kansen inge-schat dat het op plaats x niet waait en op plaats y wel. De kosten vanhet aanhouden van een adequate reservecapaciteit blijken niet meerte bedragen dan 6 procent van de totale investerings- en onderhouds-kosten. De reservecapaciteit is zo bezien geen knelpunt bij de ver-dere ontwikkeling van windenergie op zee.Rendabel?Als het Europese systeem van verhandelbare rechten verder wordtuitgewerkt, nemen de prijzen van CO2-rechten in de toekomst toe.De concurrentiepositie van wind op zee verbetert dan in de tijd: con-ventionele energieopwekking wordt duurder door het klimaatbe-leid, terwijl wind op zee door verdere ontwikkeling goedkoper wordt.Een ander resultaat uit de kba is dat wind op zee bedrijfseconomischnu al beter scoort dan veel alternatieven, waaronder het meestokenvan biomassa in kolencentrales. Bij een stevig klimaatbeleid kanwind op zee enige jaren na 2025 bedrijfseconomisch rendabel wor-den. Dus zal de energievoorziening ook zonder subsidie verduurza-men. Wind op zee wordt eenvoudigweg lucratiever voor marktpar-tijen dan conventionele energie.AannamesAls we uitgaan van hogere structurele brandstofprijzen of hogereCO2-rechten, zoals Greenpeace en de NWEA stellen, dan kan wind-energie op zee eerder bedrijfseconomisch uit. Subsidie is dan nietnodig! En Ecofys? Net als voor de aannames van de brandstofprijzenen CO2-rechten, geldt voor meer aannames dat het kosten-baten-saldo gunstiger uitpakt bij meer optimistische veronderstellingen.De studie kent diverse gevoeligheidsanalyses, uitgevoerd met re?lebrandstofprijzen, CO2-rechten, disconteringsvoeten, ontwikkelingvan kostendalingen in de tijd. Daarbij heeft Ecofys meerdere gun-stige veronderstellingen bij elkaar genomen. Als je alle optimisti-sche veronderstellingen bij elkaar neemt, wordt het kosten-baten-saldo vanzelf een keer positief. Maar hoe realistisch is dat? En waar-om staan bedrijven dan niet nu al te dringen om ook zonder subsi-die een vergunning te krijgen voor windmolens op zee?EuropaVolgens de kba is wind op zee voor Nederland een interessante,maar vooralsnog dure technologie. Uitstel van aanleg lijkt logisch.Maar er is ook een Europese dimensie. Naast het systeem van ver-handelbare emissierechten kreeg Nederland een EU-doelstellingopgelegd: in 2010 komt 9 procent van de elektriciteitsopwekking uitduurzame bronnen. Om hieraan te voldoen is een hoeveelheidwindenergie op zee nodig. Goedkopere duurzame alternatieve bron-nen zijn niet onbeperkt inzetbaar. Bij windmolens op land moetenwe rekening houden met landschappelijke en ruimtelijke effecten,en energie uit afvalverwerking kent een beperkt potentieel. Daar-naast is het, gelet op leereffecten en dus kostendalingen, logisch omals Nederland gefaseerd te investeren in windenergie op zee. In-spanningen van het ene land leveren immers voordelen op voor an-dere landen. Kennisontwikkeling vereist geen grootschalige, snellecapaciteitsopbouw. Een zeer geleidelijke capaciteitsontwikkelingvoorkomt aanloopverliezen, biedt perspectief op leereffecten enzorgt ervoor dat flexibel kan worden ingespeeld op de ontwikkelingvan belangrijke onzekerheden rond klimaatbeleid, technologie,effecten voor de natuur en structurele aanbodontwikkelingen. ?De welvaartseconomie is het theoretischkader van de maatschappelijke kosten-ba-tenanalyse (kba). Als bij de uitvoering vaneen project de totale baten voor alle mensenin een samenleving groter zijn dan de totalelasten, wordt verondersteld dat de samenle-ving er als geheel op vooruit gaat. De theoriehanteert hierbij een breed welvaartsbegrip.Niet alleen financieel-economische effecten,maar ook andere zaken waar mensen waardeaan toekennen (natuur, milieu en gezond-heid) spelen een rol. Het gaat dus uitdrukke-lijk om alle relevante kosten en baten, ookals ze niet of niet goed in geld kunnen wor-den uitgedrukt.Wat is een kba?nr6 dec 2005 Energie+ 17brandstof'CPB blundertmet berekeningen'De kosten/batenanalyse van hetCPB rammelt aan alle kanten,concludeert brancheorganisatieNederlandse Wind EnergieAssociatie (NWEA). Gerard vanBussel, actief in NWEA en tevensuniversitair hoofddocent wind-energie aan de TU Delft: `Het CPBschat bijvoorbeeld de maatschap-pelijke baten een factor vier totacht te laag in.'D? sleutelfactor in de berekeningen is volgens Van Bussel de olieprijs op delange termijn. `Vreemd dat het CPB telkens weer met te lage prijzen rekent. Zowel hetInternationaal Monetair Fonds (IMF) als het Internationaal Energie Agentschap (IEA)hebben er al eerder op gewezen dat een olieprijs van 22 tot 28 dollar per vat veel te laag is.Reken je met hogere olieprijzen, dan wordt offshore windenergie veel eerder rendabel.'Een ander punt volgens Van Bussel is dat het CPB uitgaat van een nul-alternatief dat nietvoldoet aan de Europese doelstellingen. `Een vreemde aanname waardoor mogelijkealternatieven vele malen duurder uitpakken.'Maatschappelijke batenOok bij het hoofdstuk `baten' in het CPB-rapport plaatst Van Bussel vraagtekens. `Voor hetmaken van een inschatting van de baten ? zoals de verlaging van de NOX- en CO2-uitstoot? heeft het CPB gebruik gemaakt van de methode van de `vermeden kosten'. Dat betekentDoor Addo van der Eijk18 Energie+ nr6 dec 2005brandstofdat over de hele wereld gezocht is naar de goedkoopste manier omdezelfde uitstoot te voorkomen. Zij komen dan bijvoorbeeld voorCO2-reductie op 5,5 euro per ton, terwijl momenteel voor de emis-sierechten 24 euro per ton wordt neergeteld. Daar zit een factorvier tussen.' Uiteindelijk raamt het CPB de maatschappelijke batenop 380 tot 720 miljoen euro. `Een factor vier tot acht te laag', schatVan Bussel. `Uit ExternE, een project in opdracht van de EuropeseCommissie waar tien jaar aan gewerkt is, blijkt dat de maatschap-pelijke baten rond de 3 miljard euro liggen.' Ook vindt hij het raardat het CPB bij de baten stelt dat windenergie op zee geen effectheeft op de werkgelegenheid. `Het windpark voor de kust van Enge-land laat bijvoorbeeld zien dat windenergie lokaal in Oost-Enge-land honderdduizenden mensuren arbeid heeft opgeleverd.'KrachttoerWanneer windenergie op zee w?l rendabel is, kan Van Bussel nietmet zekerheid zeggen. Dat vergt een uitvoerig onderzoek. Wat hijwel weet, is dat het CPB-rapport aan alle kanten rammelt. `Laat zeopnieuw gaan rekenen met realistische aannames en een nul-alter-natief waarin we aan onze internationale verplichtingen voldoen',adviseert hij. `Gelukkig is de politieke schade door het rapport bin-nen de perken gebleven. Minister Brinkhorst heeft uiteindelijktoch 550 miljoen euro gereserveerd.' Het realiseren van 6.000 me-gawatt windenergie op zee in 2020, zoals de overheid wil, wordtvolgens Van Bussel nog een hele krachttoer. `Qua hoeveelheidstroom is het vergelijkbaar met een paar grote nieuwe energiecen-trales. 6.000 megawatt windenergie vraagt onder andere een ver-sterking van het Nederlandse elektriciteitsnet. Omdat dat twaalfjaar duurt, moet de overheid daarmee nu al beginnen.' De tweewindparken in de Noordzee waarvoor al vergunningen zijn gege-ven - bij Egmond aan Zee en IJmuiden ? gaan er volgens Van Bus-sel anders uitzien dan toekomstige windparken. `De techniek ont-wikkelt zich verder. Grote windturbines van 5 megawatt draaieninmiddels, maar die komen naar mijn inschatting niet v??r 2010op zee.' ?De CPB-conclusie dat de bouw van 6.000 megawatt offshorewindenergie economisch onaantrekkelijk is, spreekt Blok met klemtegen. `Ons rapport komt zelfs op een positieve waarde uit', zegt hij.Op drie cruciale punten zit het CPB er volgens hem naast. Als eerstede olieprijs, waarvoor het CPB een prijs hanteert van 22 tot 28 dollarper vat. `Veel te laag, 40 tot 65 dollar is veel realistischer', zegt Blok,en wijst daarbij naar recente studies van het Noorse Bureau voor deStatistiek. Tweede punt is de waarde van de vermeden CO2-uitstoot,`waarvoor het CPB van een eigenaardige variant uitgaat, namelijkeen nulprijs voor CO2. Het CPB rekent de externe kosten, zoals degevolgen van klimaatverandering, in die variant niet mee.' Derdepunt zijn de technologische leercurves. Ofwel: hoe meer turbinesgeplaatst worden, hoe goedkoper ze per stuk worden. Het CPB`Dit is dodelijk voor wind op zee.'Dat dacht Kornelis Blok, directeurvan Ecofys en hoogleraar aan deUniversiteit Utrecht, bij het door-bladeren van de recente kosten/baten-analyse van het CentraalPlanbureau (CPB). Een nauwkeuri-ger lezing stelde hem gerust. `HetCPB gaat uit van onrealistischeaannames. Ons `tegenrapport'heeft het CPB-rapport nagenoeggeneutraliseerd.'`Offshore windenergienu al rendabel'Door Addo van der Eijknr6 dec 2005 Energie+ 19hanteert in haar berekeningen een reductie van circa vijf procentper verdubbeling van de productie, terwijl Blok elf procent of meerrealistisch vindt. Als bewijs noemt hij het recente proefschrift vanMartin Junginger (zie vorige editie van dit blad). `Junginger komtzelfs uit op een leercurve van 15 tot 20 procent.'SubsidiesMet deze drie aanpassingen verschijnt onder de streep een totaalander beeld. Geen negatieve getallen meer, maar positieverendementen. `Het positieve saldo ligt tussen 180 miljoen en 5,3miljard euro in 2020', rekent Blok voor. Maar zelfs nu al is offshorewindenergie rendabel. `Voeren we de huidige parameters in, danlevert wind op zee vele miljarden op, vooral door de hoge olieprijs.'Dit betekent overigens niet dat subsidies voortaan overbodig zijn.Blok benadrukt dat het hier gaat om de vraag of het maatschappelijkrendabel is, niet of offshore windenergie bedrijfseconomisch nu alde broek kan ophouden. `Financi?le ondersteuning blijft voorlopignodig.'Hollen of stilstaanDe nadelige gevolgen van het CPB-rapport blijven volgens Blokbeperkt. `Ons tegenrapport met betere veronderstellingen heeft hetCPB-rapport geneutraliseerd. Het debat is onbeslist. Voorlopig ishet weer stil aan het front. De overheid zorgt met haar beleid dat desector moet hollen of stilstaan. Afgelopen januari ging de poortopen en mochten partijen met voorstellen komen. In mei ging depoort weer dicht.' September jongstleden besloot het ministerie omde poort weer te openen, maar wel met de hand op de deurklink. Na700 megawatt offshore windenergie tot 2010 gaat de deur weerdicht. Blok: `Hoe de tender eruit gaat zien, is nog onduidelijk. Ikhoop niet dat hetzelfde gebeurt als in Engeland, waar bedrijven incompetitie op het scherpst van de snede hebben geboden opprojecten. Zo scherp, dat bij de eerste tegenvaller de handdoek in dering werd gegooid. Ook dan gaat offshore windenergie verder, maarmist Nederland de boot.' ?Terugkijkend op alle visies, meningen en stellingen in dezebrandstof, trekt de redactie van Energie+ de volgendeconclusies.? Voor het behalen van de DE-doelstellingen in 2010 en 2020 isgrootschalige wind op zee vereist.? Ook bij een hoge olieprijs is wind offshore zonder subsidie nog nietbedrijfseconomisch rendabel. Wanneer wel is onduidelijk.? Fasering van de bouw is noodzakelijk om tot lagere kosten te komen(leereffecten). De leereffecten van het proefpark bij Egmond moetensnel in de praktijk worden gebracht, want dit park en het Q7-parkkomen vrijwel tegelijk in bedrijf. Ook in Europees verband kunnen dediverse projecten van elkaar leren.? Stevig klimaatbeleid is noodzakelijk, gecombineerd met eengefaseerde aanpak. Maar het voorspellen van de wind is eenvoudigerdan het voorspellen van het beleid.? Moeten meerdere parken op ??n kabel worden aangesloten? En wieinvesteert in een offshore net voordat de parken gaan produceren?Die antwoorden blijven ontbreken.SlotsomReacties van lezers zijnvanzelfsprekend welkom.Stuur ze o.v.v. 'ReactieBrandstof' naar:Uitgeverij ?neasPostbus 1015280 AC Boxtelmail@aeneas.nlDe redactie heeft de vrijheidom reacties (of delendaaruit) te publiceren alsingezonden stuk.
Reacties