Roger Cox wil dat staten aangeklaagd worden voor het niet nemen van maatregelen tegen klimaatverandering. Omdat staten zelf niet genoeg verantwoordelijkheid nemen, moeten burgers volgens hem het initiatief nemen om via het recht maatregelen af te dwingen. Zo kan volgens Cox alsnog de energierevolutie ontstaan die nodig is voor het behoud van welzijn en welvaart in Nederland en de wereld.
16 Energie+ nr 2 juni 2013Tekst Roger Cox, advocaat en auteur van Revolutie met rechtwerknemer, maar bijvoorbeeld ook tussen destaat en haar onderdanen. De staat isverantwoordelijk voor onder meer een veiligleefmilieu, voor de bewoonbaarheid van hetland en voor de bevordering van de volksge-zondheid. In Nederland is dit grondwettelijkvastgelegd. Omdat klimaatverandering eenbedreiging is voor al deze zaken en er tot opheden geen effectief klimaatbeleid isgevoerd, rijst de vraag of de staat jegens haaronderdanen mogelijk een zorgplicht schendt.De veranderingen in het klimaat zoalszeespiegelstijging, langdurigere droogte- enhitteperiodes of de toenemende intensiteitvan stormen en regenbuien, leiden groten-deels tot negatieve gevolgen voor desamenleving. In algemene zin geldtbovendien dat volgens het klimaatpanel vande VN, het IPCC, vanaf een gemiddelde tempe-ratuurstijging van de aarde van twee tot driegraden Celsius, voor alle landen geldt dat zijnegatief geraakt worden door klimaatveran-dering.ZekerheidDe wetenschappelijke zekerheid over hetgebruik van fossiele brandstoffen als oorzaakvan klimaatverandering is inmiddels groterdan die over de relatie tussen asbest enmesothelioom in 1969. Volgens de IPCC-rap-porten is het 100 procent zeker dat de aardeopwarmt en dat de concentratie CO2 in deatmosfeer sterk is toegenomen. Met meer dan90 procent zekerheid wordt door het IPCCgesteld dat dit veroorzaakt wordt door deverbranding van fossiele brandstoffen enandere uitstoot van broeikasgassen door demenselijke samenleving.De IPCC-rapporten leveren dus zeer vergaandbewijs voor de causale relatie tussen hetgebruik van fossiele brandstoffen enklimaatverandering en voor de ernst van degevolgen van deze veranderingen. Belangrijkis de constatering dat de IPCC-rapportenfeitelijk niet betwist kunnen worden en zogoed als onaantastbaar zijn in een juridischeprocedure.Dat de rechterlijke macht de IPCC-bevindin-gen tot wetenschappelijk uitgangspunt neemtis goed verklaarbaar. Rechtspraak wordtgebaseerd op hoor en wederhoor en laat datnu ook precies de wijze van totstandkomingvan de IPCC-rapporten zijn. Het IPCC staatHet recht als strohalm voIn de jaren tachtig en negentig is zowel inde Verenigde Staten, Nederland als anderewesterse landen rechtspraak ontwikkeldwaardoor werkgevers met terugwerkendekracht aansprakelijk werden gehouden voorhet blootstellen van hun werknemers aanasbest. Werkgevers hadden volgens derechterlijke macht op basis van enkelewetenschappelijke rapporten al in 1969kunnen weten dat werken met asbest deziekte mesothelioom (longvlies- en buikvlies-kanker) kon veroorzaken. Rechtscolleges inde verschillende landen oordeelden daaromdat vanaf 1969 een verplichting voor werkge-vers bestond om werknemers tegen asbest tebeschermen, ook al was het gebruik vanasbest in die tijd nog niet bij wet verboden.De rechtspraak met betrekking tot asbestheeft relevantie voor de huidige klimaatpro-blematiek. Interessant daarbij is dat beide temaken hebben met een vertraging tussenoorzaak en gevolg. De ziekte mesothelioomopenbaart zich pas 20 tot 40 jaar na denesteling van asbestvezels in de longen en devolledige opwarmingseffecten van ge?mit-teerde C02 openbaren zich pas circa 40 jaar naemissie. De gevolgen die nu worden waarge-nomen, zoals het smelten van het poolijs ende toegenomen weersextremen, zijn dus niethet gevolg van huidige maar van historischeemissies. De resultaten van huidige emissieszullen we pas rond 2050 kunnen aanschou-wen. Dit vertragend effect is juridisch gezieneen belangrijk gegeven.ZorgplichtDe plicht zorg te betrachten en gevaarlijkesituaties te voorkomen zien we niet alleenterug in de verhouding tussen werkgever enRoger Cox wil dat staten aangeklaagd worden voor het niet nemen vanmaatregelen tegen klimaatverandering. Omdat ze zelf niet genoeg verant-woordelijkheid nemen, moeten burgers volgens hem het initiatief nemenom via het recht maatregelen af te dwingen. Zo kan volgens Cox alsnog deenergierevolutie ontstaan die nodig is voor het behoud van welzijn enwelvaart in Nederland en de wereld.Sinds 1969 kunnen werkgevers weten dat asbestlong- en buikvlieskanker kan veroorzaken.nr 2 juni 2013 Energie+ 17te brengen is met deze periodes van aanhou-dende hitte. De gezondheidsproblematiekrondom aanhoudende hitte wordt volgens hetministerie in de toekomst door klimaatveran-dering verergerd.Er is vandaag de dag dus al een relatie teleggen tussen klimaatveranderingen en het ingedrang komen van mensenrechten, ook inNederland. Het Nationaal Hitteplan geeft aandat vooral de kwetsbare groepen snel enernstig last zullen hebben van de negatievegevolgen van klimaatverandering. Degevolgen van klimaatverandering hebben eendiscriminatoir effect en leiden tot ongelijkheidin de te dragen lasten van klimaatverande-ring. Die lasten zullen zich opstapelennaarmate de temperatuur verder stijgt, deweerbeelden extremer en de consequentiesdrastischer en mogelijk zelfs catastrofaalworden.Juridische erkenningHet potentieel catastrofale effect vanklimaatverandering is juridisch erkend. HetAmerikaanse Hooggerechtshof heeft al in2007 in een uitspraak overwogen dat degevaren gerelateerd aan klimaatveranderingbreed erkend worden en zeer zorgwekkendzijn. Het hof wil zelfs zover gaan te zeggen dater een re?el risico is dat het gevaar op termijncatastrofaal kan zijn. Datzelfde Hooggerechts-hof heeft ook geoordeeld dat het falen vanoverheidsorganen in het adresseren van deklimaatproblematiek een gevaar is waartegenjuridisch opgekomen moet kunnen worden.Passiviteit van de overheid kan volgens hetHooggerechtshof niet gerechtvaardigdworden met de enkele stelling dat klimaatbe-leid uitsluitend een politiek issue is. Er isimmers geen onbegrensde politieke beleids-vrijheid als sprake is van gevaar voor desamenleving, aldus het hof. Het voegt daaraantoe dat passiviteit evenmin te rechtvaardigenis met de stelling dat het vruchteloos zou zijnom nationale maatregelen te treffen alsandere landen niet hetzelfde doen. Datzelfdegeldt voor het excuus dat het nemen vanmaatregelen de nationale economie zouondermijnen. Volgens het Hooggerechtshofworden grote veranderingen stap voor stapbereikt, is elke emissiereductie van belang enor de energierevolutieopen voor alle wetenschappers en regerin-gen. Bij de totstandkoming van de rapportenworden alle wetenschappelijke studiesbetrokken, zowel de studies die het bestaanvan door de mens ge?nitieerde klimaatveran-dering en haar negatieve gevolgen bevesti-gen, als de studies die dat ontkennen. Derapporten zijn dus gebaseerd op een analysevan alle relevante wetenschappelijkeinzichten en worden bovendien nog doorexterne wetenschappers en vervolgens doorde meer dan 180 aangesloten landenbeoordeeld en becommentarieerd alvorenshet rapport wordt vastgesteld. Een gerechte-lijke instantie kan een dergelijk uitgebreidonderzoek en proces van hoor en wederhoorin omvang en diepgang niet evenaren. Dat isde reden waarom de status van het IPCCvanuit juridisch perspectief als uniek enonaantastbaar moet worden beschouwd.MensenrechtenOp basis van de bevindingen van het IPCC is in2010 tijdens de klimaatconferentie vanCancun een juridische dimensie aan debevindingen van de aangesloten landentoegevoegd, doordat in navolging van eenVN-resolutie uit 2009, door de aangeslotenlanden is vastgesteld dat klimaatveranderingeen bedreiging voor de mensenrechten vanalle personen en alle samenlevingen in dewereld is. Het gaat daarbij onder meer om debedreiging voor het recht op leven, het rechtop huisvesting, op gezondheid, zelfbeschik-king en levensonderhoud. Deze rechtenkomen door klimaatverandering wereldwijdonder druk te staan. Nationale staten wetendus goed dat klimaatverandering inmiddelseen mensenrechtenkwestie is geworden.Dat vanwege klimaatverandering het recht opleven in het geding is, werd overigens al in2001 door het Hof van Justitie van de Euro-pese Unie overwogen in een uitspraak waarinDuitse elektriciteitsmaatschappijen zichverzetten tegen het gedwongen en tegen eenminimumprijs moeten inkopen van groeneenergie. Het Duitse energie- en klimaatbeleidzou daarmee volgens de maatschappijenontoelaatbaar indruisen tegen het vrijemarkt-principe. Het hof stond de inbreuk op de vrijemarktwerking echter toe, omdat klimaatbe-leid volgens het hof een hoger doel dient: degezondheid en het leven van mensenbeschermen. Klimaatverandering gaat dusover het recht op leven.Dat ook in Nederland het leven van mensendoor klimaatverandering bedreigd wordt,blijkt onder meer uit het Nationaal Hitteplan,opgesteld in 2007 door het ministerie vanVolksgezondheid, Welzijn en Sport. Hierin isletterlijk te lezen dat de hittegolven in 2003en 2006 hebben aangetoond dat aanhou-dende hitte nadelig is voor de volksgezond-heid en dat in Nederland het overlijden vanenkele honderden mensen direct in verbandFotoAdamCiesielskiis dat ook wat staten zelf uitdragen telkens alszij burgers en bedrijven oproepen om emissieste reduceren.De rechterlijke macht is niet gevoelig voorverweren die inhouden dat een rechtsschen-ding toelaatbaar zou zijn omdat het ergensanders ook gebeurt. Aansprakelijk gesteldeasbestbedrijven bijvoorbeeld voerden onderandere het verweer dat andere asbestbedrij-ven hun werknemers in de jaren zestig enzeventig evenmin hadden beschermd.Hierdoor zou concurrentienadeel hebbenkunnen ontstaan voor asbestbedrijven diew?l de aanzienlijke beschermingskostenzouden hebben getroffen. Dit verweer werd inde rechtspraak niet gevolgd omdat, zoalsadvocaat-generaal Spier van onze eigen HogeRaad het uitdrukte: "Er is geen goede redenwaarom werknemers de prijs zouden moetenbetalen van een algemeen gangbare foutepraktijk."VerantwoordelijkheidZoals ieder individueel asbestverwerkendbedrijf destijds een eigen verantwoordelijk-heid had te nemen, zo heeft thans ook iederestaat een eigen verantwoordelijkheid in hetaanpakken van het klimaatprobleem. Dat isook zo vastgelegd in het klimaatverdrag van1992. Hierin is eveneens bepaald datgevaarlijke klimaatverandering moet wordenvoorkomen. Aan deze bepaling is in 2010tijdens de klimaatconferentie in Cancunformeel nadere invulling gegeven. Hierhebben de aangesloten landen vastgestelddat een gemiddelde temperatuurstijging vande aarde met twee graden Celsius een grootgevaar is voor de mensheid en de sociale,economische en ecologische systemenwaarvan hij deel uitmaakt. Als afgeleide vandeze gevaardefinitie hebben de ge?ndustriali-seerde landen bovendien vastgelegd datdoor hen v??r 2020 tussen de 25 tot 40procent aan emissies gereduceerd moetworden ten opzichte van het niveau van 1990.Dit om 50 procent kans te houden dat detweegradendoelstelling ook daadwerkelijknog gehaald kan worden. Op internationaalniveau is dus nu al besloten dat een 50procent kans op overschrijding van diedoelstelling acceptabel is, met alle negatieveconsequenties voor de samenleving van dien.Juridisch kan betoogd worden dat hetblootstellen van de samenleving aan ditgevaar onacceptabel is. Maar zelfs datgenedat staten zelf noodzakelijk achten om hetgevaar af te wenden, wordt aantoonbaar nietuitgevoerd.De passiviteit van staten betekent, gelet ophet vertragend effect van klimaatverande-ring, dat het stilzitten tot gevaarzetting engrootschalige mensenrechtenschending inde toekomst zal leiden, ook in eigen land. Dedreiging van een dergelijke schending is re?elen dat is voldoende om de rechterlijke machtin stelling te brengen. Een enkele inbreuk opeen mensenrecht verplicht de staat echterniet altijd om tot beschermingsmaatregelenover te gaan. Bij inbreuk op bepaaldemensenrechten - bijvoorbeeld het recht opeerbiediging van het priv?leven, een rechtdat ook de aantasting van het leefgenot doormilieuaantasting beschermt - kan inbreuk inenigerlei mate worden toegestaan. Daarvoormoet wel een wettelijke grondslag bestaanen tevens aangetoond zijn dat de inbreuk ineen democratische samenleving noodzake-lijk is in het belang van de nationale veilig-heid, de openbare veiligheid of het econo-misch welzijn van het land of bijvoorbeeld debescherming van de gezondheid.Uit eerdergenoemde en andere klimaatrap-porten blijkt overduidelijk dat de nationaleen openbare veiligheid, het economischwelzijn en de bescherming van de gezond-heid juist ernstig in het geding zijn alsgevaarlijke klimaatverandering nietvoorkomen wordt. Refererend naar dehiervoor geciteerde uitspraak van advocaat-generaal Spier kan dus gezegd worden dater geen goede reden is waarom de onderda-nen van de staat, meer in het bijzonder dezwaksten in de samenleving, de prijs zoudenmoeten betalen voor een algemeen gang-bare foute praktijk, nota bene een praktijkwaar een groot deel van de samenlevingafstand van wil doen.18 Energie+ nr 2 juni 2013KlimaatpolitiekTwintig jaar internationale klimaatpolitiekheeft geen veranderingen gebracht en hetklimaatprobleem is er alleen maar ernstigerop geworden. Bovendien zal op zijn vroegstpas in 2020 een nieuw klimaatprotocol inwerking treden. De politieke route heeftevident gefaald, reden om andere wegen teexploreren. Het zou vreemd zijn als wedaarbij niet denken aan de rechterlijkemacht, de derde macht in de democratie, diestaten kan corrigeren indien zij de rechtenvan hun burgers schenden. Burgers moetenCO2-reductie kunnen bevelen. Daarmee kande rechter alsnog de energierevolutieontketenen die nodig is voor het behoud vanwelzijn en welvaart. Zijn we het niet aanonszelf en aan de generaties na onsverplicht om deze route een kans te geven?Zou het, als we over 20 of 30 jaar terugkijkenop 50 jaar falende klimaatpolitiek en eenonomkeerbaar klimaatprobleem, ?berhauptuit te leggen zijn dat we deze democratischeroute geen kans hebben gegeven? Wat letons? Er staat immers genoeg, zo niet alles,op het spel.nr 2 juni 2013 Energie+ 19dan wel zelf het voortouw nemen om destaat te dagvaarden en de rechterlijke machtdaarbij verzoeken om bescherming tegenhet handelen of de passiviteit van de staat.Het is dan vervolgens aan de staat om aande rechter uit te leggen welke wettelijkegrondslagen het tekortschietend klimaatbe-leid rechtvaardigen en waarom dit falendbeleid in een democratische samenlevingnoodzakelijk is. Als dat de staat niet lukt, endaarvan mag op basis van de huidige feitenuitgegaan worden, dan zal de rechter destaat tot klimaatactie en vergaandeFotoChristaRichtertDe ge?ndustrialiseerde landen willen 25 tot 40 procentemissiereductie realiseren voor 2020.
Reacties