Hij geeft zelf toe dat hij in eerste instantie de link niet had gelegd tussen staal en duurzaamheid, maar inmiddels is Peter van Hoogmoed helemaal om. Het heeft geleid tot zijn bijdrage aan Energie Neutraal en Duurzaam in Staal (ENDIS), een case study naar het ontwikkelen van een hybride concept voor kantoren met een stalen hoofdconstructie. Binnenkort worden de resultaten openbaar gemaakt van ENDIS2, een vergelijkbaar concept, maar nu voor het optoppen van naoorlogse flats.
foto'srobertobogers
VIsIe
Duurzaamheid en staal 5 Visie Peter van Hoogmoed
"Als onderdeel van een europese studie werd een situatie in Parijs beschre-
ven. Het betrof een flatgebouw dat er van een afstandje goed uitzag. Het
bleek echter dat de ramen waren dichtgespijkerd; de bewoners konden de
energiekosten niet meer opbrengen. Die kant kan het bij ons ook op gaan
als we er niets aan doen." Peter van Hoogmoed, directeur van Van Hoog-
moed Architecten in tilburg, spreekt zijn zorgen uit over de stijging van de
woonlasten als gevolg van de stijgende energieprijzen. "Duurzaamheid en
energiezuinigheid, dat zijn de deviezen. Dat kan met verschillende materia-
len, maar zeer zeker ook met staal als constructief onderdeel."
Europese studie
De basis voor energie Neutraal en Duurzaam in staal (eNDIs) is zeven jaar
geleden gelegd. De aanleiding was een europese studie naar het revitali-
seren van portiekflats. "Uitgangspunt van het project ? sustainable roof
extension retrofit for High-rise social Housing in europe (sure-fIt) ge-
heten ? was het in kaart brengen van de situatie in europa en te komen tot
uitwisseling van kennis en ervaringen op het gebied van de sociale voor-
raad. Deelnemers waren woningcorporaties, industrieel ontwerpers,
bouwkundig ingenieurs, gemeentelijke overheden, universiteiten, energie-
bureaus en natuurlijk ook architecten; uit Duitsland, frankrijk, Denemar-
ken, Polen, Itali?, Zweden, tsjechi?, slowakije en Nederland. Het project
stelde zich vier doelen: (1) het verbeteren van de energieperformance van
de bestaande voorraad sociale woningen, (2) het hiervoor aanboren van
nieuwe financi?le bronnen door nieuwe woningen toe te voegen, (3) de
kwaliteitsverbetering van bestaande gebouwen en (4) het scheppen van
nieuwe marktkansen door het optimaliseren van renovatie. Wij hebben
met ons bureau gezorgd voor de Nederlandse inbreng met het project
Westerpark in tilburg", zegt Van Hoogmoed.
De keuze voor het Westerpark-project was voor de directeur niet moeilijk.
"Ik heb een passie voor naoorlogse wijken uit de jaren vijftig en zestig. flats
gecombineerd met grondgebonden woningen, winkelcentra, een fantasti-
sche indeling van de openbare ruimte met veel licht, lucht en ruimte en
natuurlijk minimaal ??n kerk per buurt. In die tijd werden de stedenbouw-
kundige plannen in brabant nog gecontroleerd door het bisdom", lacht
hij.
Pronto
Het project in tilburg is in de jaren zestig gebouwd met het zogenoemde
Pronto-bouwsysteem, een systeem met holle betonnen blokken van 60 x
25 cm om na de oorlog in korte tijd, op industri?le wijze, grote hoeveelhe-
den woningen te bouwen. "Dit systeem is in de naoorlogse periode van
woningnood en schaarste aan materialen ontwikkeld. Daarnaast was er
een groot tekort aan gekwalificeerde arbeiders. De textielindustrie was fail-
liet gegaan en de fabrieksmedewerkers kregen een snelle omscholings-
cursus tot bouwvakker. Al deze factoren hebben ertoe geleid dat de kwa-
liteit van de Pronto-woningen niet al te best was. toch zijn ze nu nog
steeds populair, want de woningen zijn relatief goedkoop in aanschaf.
grootste probleem is echter dat woningen op energiegebied erg slecht
scoren."
Van Hoogmoed staat op van tafel en wijst uit het raam van zijn kantoor.
"Dat zijn ook zogenoemde Pronto-flats", zegt hij ter illustratie. "gemiddeld
zo'n drie ? vier woonlagen en veelal van een grijze monotone architectuur.
In de provincie Noord-brabant staan er zo'n 250 naoorlogse portiekflats
die volgens de Pronto-bouwmethode zijn gebouwd. De ervaringen die we
met dit project hebben opgedaan, kunnen worden gebruikt om de renova-
ties van die flats seriematig aan te pakken. Door zo'n seriematige, indus-
tri?le aanpak wordt de kwaliteit verbeterd, maar gaan bovendien de faal-
kosten omlaag. Want daar word ik echt ziek van; de hoogte van de
faalkosten in de bouwsector is ronduit belachelijk in vergelijking met an-
dere industrie?n. Dat mag de sector zich best aantrekken."
Visie Peter van Hoogmoed
Duurzaamheid en staal is een goede combinatie
Wilbert LeistraHij geeft zelf toe dat hij in eerste instantie de link niet had gelegd
tussen staal en duurzaamheid, maar inmiddels is Peter van Hoog-
moed helemaal om. Het heeft geleid tot zijn bijdrage aan Energie
Neutraal en Duurzaam in Staal (ENDIS), een case study naar het
ontwikkelen van een hybride concept voor kantoren met een stalen
hoofdconstructie. Binnenkort worden de resultaten openbaar
gemaakt van ENDIS2, een vergelijkbaar concept, maar nu voor het
optoppen van naoorlogse flats.
Duurzaamheid en staal 6
Staal
terug naar het ontstaan van eNDIs. Naar aanleiding van het sure-fIt-
project nam de staalfederatie Nederland contact op met Van Hoogmoed.
"eigenlijk kwam dat vanuit een onverwachte hoek als je het hebt over
duurzaamheid en energieneutraal bouwen", geeft de architect toe. "De
federatie wilde het imago van het materiaal staal bevorderen, zeker toen
berekeningsmethodieken van gPr en LCA aangaven dat het materiaal
niet duurzaam was. De staalindustrie had kritiek op de berekeningsmetho-
dieken en verder onderzoek stelde de industrie in het gelijk. De productie
van staal verbruikt weliswaar meer energie ten opzichte van andere mate-
rialen, maar het materiaal gaat lang mee en is opnieuw te gebruiken. Van-
daar dat de staalindustrie eNDIs ondersteunt."
"De eerste case study die we als eNDIs hebben gedaan, ging over een
energieneutraal en duurzaam kantoorgebouw. De opgave was het ontwik-
kelen van een energieneutraal en duurzaam hybride concept met een sta-
len hoofdconstructie. Hergebruik is tijdens de studie vertaald in restwaar-
de. Het gebouw is namelijk geheel demontabel. een integraal ontwerp-
team heeft voor een economisch haalbaar ontwerp gezorgd, dat aan alle
ambities voldoet. In vergelijking met traditionele betonbouw zijn de initi?le
kosten weliswaar hoger, maar op den duur zal deze extra investering te-
rugverdiend worden. op korte termijn doordat het hoge comfort meer
huur opbrengt en omdat de exploitatiekosten door energiebesparing heel
wat lager uitvallen. op de lange termijn vooral omdat de restwaarde van
het gebouw de investering rendabel maakt. bij een veranderende markt
kunnen de functies gemakkelijk worden aangepast en omdat het gebouw
volledig demontabel is, kan het op een andere plek weer worden opge-
bouwd, zelfs met hergebruik van de materialen."
ENDIS2
De eerste case study die werd afgesloten met het boek eNDIs-kantoor,
werd opgezet met partijen uit de aanbodkant. bij het integraal ontwerp-
team van eNDIs2 kreeg ook de vraagkant een plaats aan tafel. "De op-
drachtgevers in de vorm van beleggers en woningcorporaties hebben
vanaf het begin meegedacht binnen het integraal ontwerpteam aan de
optopmethode van eNDIs2. Daarnaast hebben we ook partijen uit het
uitvoerend traject zo vroeg mogelijk erbij betrokken. Dit heeft geleid tot een
principe van modulebouw met gebruikmaking van collectieve systemen.
Zo wordt de nieuwe energiezuinige installatie in ??n keer op het dak ge-
plaatst. Doordat geen individuele bemetering wordt toegepast ? hiervoor
wordt ook uitgegaan van een collectief systeem ? wordt per woning zo'n
7000 euro bespaard", legt Van Hoogmoed uit.
De woonmodule die op het dak wordt geplaatst, bestaat uit een grote
ruimte, vertelt de architect. "Hierin wordt een prefab smart cube geplaatst
en aangesloten volgens het plug-and-play-principe. Deze cube bevat de
keuken, het sanitair en de installatie. Hierbij speelt een van de uitgangs-
punten van eNDIs een grote rol, namelijk het beperken van het materiaal-
gebruik en transport. ook drukt het de bouwkosten. De buitenkant van de
optopmodule en de te vervangen gevels van bestaande woningen, be-
staat uit een reactieve gevel die zelf het licht en de luchttoevoer regelt,
voor isolatie zorgt en de installaties aanstuurt." Deze slimme gevel is ont-
staan uit een IPC-traject (zie bouwIQ 2012/1, pagina 11-13 red.), dat op
basis van kennisdeling de verschillende partijen stimuleert een nieuw pro-
duct te ontwikkelen. "Ik vond het opvallend dat de aanbodpartijen als de
gevelbouwers, de glasbedrijven en de timmerfabrikanten toch bang zijn
om `hun geheimen' prijs te geven. Naar mijn mening is die angst onge-
grond. Het blokkeert innovatie alleen maar."
Per dag
Volgens het optopprincipe van eNDIs2 kan per dag ??n woning worden
toegevoegd. een totale flat kan in ??n week totaal zijn opgetopt. Desge-
wenst kunnen tegen de gevel ook prefab liftkokers worden geplaatst. Vol-
gens Van Hoogmoed is de financi?le onderbouwing van het systeem een-
Duurzaamheid en staal 7
voudig. "Je voegt woningen toe zonder grondkosten te moeten betalen.
Daarnaast hoeft er constructief weinig te gebeuren aan de bestaande flats.
De woningen zitten in een hoger segment dan de bestaande woningen.
Dat levert meer geld en meer differentiatie in de buurt op", legt hij uit.
Voor corporaties heeft hij een advies om de financiering rond te krijgen. "Je
hebt het hier over flats met platte daken, uitermate geschikt voor het plaat-
sen van zonnepanelen. Waarom worden corporaties geen energieaanbie-
der? Ze kunnen dan de bewoner woonlasten rekenen, dus huur inclusief
energieverbruik. Per maand kan de bewoner worden afgerekend op zijn
gebruik. Zit hij hoger dan het gemiddelde, dan moet hij direct bijbetalen. bij
een lager gebruik ziet hij direct zijn voordeel. De techniek is er al. Nu is het
zaak om via wetgeving de juiste voorwaarden te scheppen."
bij de eerder genoemde Pronto-flats speelt een andere problematiek.
Deze woningen zijn veelal in particulier bezit. Vaak zijn de eigenaren ver-
enigd in een Vve, maar volgens Van Hoogmoed is het moeilijk om die be-
woners te overtuigen van het belang van verduurzamen. "Net als bij huur-
ders van woningcorporaties is het van belang om de eigenaren van deze
woningen zo vroeg mogelijk in het proces erbij te betrekken. Maak ze dui-
delijk dat hun woning interessanter wordt als het jasje en de installaties
worden aangepakt. Leg ze goed het verschil uit tussen de exploitatie op
korte en op lange termijn. Dat de investering in eerste instantie hoog lijkt,
maar dat de winst er later echt komt", omschrijft hij.
Analyse
Van Hoogmoed benadrukt dat het proces begint bij een goede analyse van
het gebouw. Hoe is het er constructief mee gesteld? "Je hoeft niet per defi-
nitie te kiezen voor renovatie, dat hangt helemaal van deze analyse af of het
de meest verstandige keuze is. De volgende stap binnen eNDIs2 is de be-
slismatrix. Hierin kunnen de eigenaren hun ambities aangeven. ruwweg
worden drie scenario's doorberekend: onderhoud, optoppen of sloop-
nieuwbouw. Als alle onderdelen van de matrix zijn doorlopen, rolt daar een
ambitie uit. De ambitie van eNDIs2 is minimaal energielabel A voor bestaan-
de woningen en breeAM-score outstanding voor de optopwoningen. rolt
dat uiteindelijk uit de beslismatrix, dan hebben wij de juiste oplossing."
bij een analyse wordt niet alleen naar het gebouw gekeken, ook het gebied
wordt meegenomen in de beoordeling, stelt de architect. "Je kunt ook heel
slim met de omgeving omgaan bij het behalen van je energieambities. Zo
heeft Wonen breburg een strategische aankoop gedaan in de omgeving van
breda voor latere nieuwbouwplannen. tot die tijd kunnen de kassen die op
de grond staan gebruikt worden voor energieopwekking en -levering."
Integraal
er staat nog veel te gebeuren in de bouwsector de komende tijd, daar is
Van Hoogmoed van overtuigd. "Denk alleen al aan de opkomst van het
integraal ontwerpteam bij projecten. een ontwikkeling die ik van harte toe-
juich. Je bent namelijk binnen zo'n team niet alleen bezig met je eigen stiel,
je kunt meedenken met de specialisaties van anderen. een energiespeci-
alist kan mij door zijn visie inspireren in een oplossing die ook qua beeld
interessant is. en ik krijg een beter beeld van de financi?le wereld, die ove-
rigens ook hard toe is aan innovatieve bewegingen."
ook juicht hij de ontwikkelingen toe op het gebied van visie op de bouw en
de ontwikkeling van de techniek daarbij. "Denk aan de desintegratie van
het bouwproces volgens de slimbouwen-filosofie. Meer prefab en zo min
mogelijk bouwactiviteiten op de bouwplaats. en qua ict-ondersteuning ge-
loof ik helemaal in bIM. Ik heb zelfs afscheid genomen van Autocad. Met
bIM kun je direct communiceren, je kunt zelfs direct op je iPad zien welke
veranderingen zijn aangebracht. geweldig, en die ontwikkeling gaat alleen
nog maar verder. Het biedt een ontwerpteam ook de mogelijkheid om
dingen uit te proberen. In dit kader ben ik erg enthousiast over een initiatief
op het rDM-terrein in rotterdam. Daar wordt gratis bouwgrond beschik-
baar gesteld aan vernieuwende, experimentele projecten. Daar kunnen
alleen maar mooie dingen uitkomen", is Van Hoogmoeds overtuiging.
Reacties