Den Haag wil warmtenetten in de stad laten groeien tot een duurzame smart thermal grid met 100.000 aansluitingen in 2030. Voor de afweging over de omvang en reikwijdte van gemeentelijk ingrijpen in warmtenetten zijn op verzoek van de bestuurders scenario’s ontwikkeld. De scenario’s bieden geen kant-en-klaar keuzemenu, maar helpen wel om opties en kernvragen boven tafel te krijgen.
Geen kant-en-klaar-menu voorwarmtenetScenario WenenIn het scenario Wenen kiest de gemeente DenHaag voor een initi?rende rol en richt het eenHaags Warmtebedrijf op dat transportleidingenen aansluiting op bronnen ontwikkelt. Als basisvoor snelle expansie van het warmtenet werkt ditHWB intensief samen met Rotterdam om detransportleiding van de Rotterdamse haven naarDen Haag te realiseren. Daarmee wordt voldoendeaanbod van warmte gerealiseerd om alle kansrijkewijken aan te sluiten. Het HWB neemt de regie opde warmtevoorziening in Den Haag vanuit depolitieke keuze dat een stedelijk warmtenet demeest toekomstbestendige oplossing is voor debestaande bouw. Vooral met woningcorporatieskan intensief worden samengewerkt om de timingvan aansluiting samen te laten vallen metwoningverbetering en isolatie. De omslag naareen stedelijk warmtenet is dan een feit, de omslagnaar duurzame bronnen moet in de jaren daarnanog worden gemaakt. In dit scenario wordtgekozen voor het realiseren van een lagetempera-tuurwarmtenet, in combinatie met isolatie kunnende investeringen dan zo laag mogelijk blijven.Voor de eindgebruikers ontstaat een aantrekke-lijke propositie door uit te gaan van een vastewarmteprijs op basis van het Niet-Meer-Dan-Anders (NMDA)-min-10-procent-principe en datjaarlijks voor inflatie te corrigeren. In dit scenariois niet noodzakelijk sprake van zeer gunstignationaal en Europees beleid, alhoewel dat degroei wel kan versnellen. Hier is vooral sprake vaneen doorbraak naar een krachtig samenwerkings-verband met de partijen die nu rond warmte actiefzijn. Essentieel daarvoor is het doorbreken vanbestaande verhoudingen en opvattingen overelkaar, en het cre?ren van langdurig bestuurlijkcommitment aan de gekozen koers.Het vertrekpunt voor dit scenario is de aansluitingop de Rotterdamse haven. Daarmee wordt vanuiteen bestaande bron met een transportleiding ineen keer een groot aanbod van warmte naar DenHaag gebracht. Als het trac? door het Westlandloopt, is het wellicht mogelijk om daar ooktuinders aan te sluiten. Met de aansluiting naarDen Haag is het mogelijk om grootschaligeuitbreiding van het bestaande warmtenet terealiseren in de daarvoor meest aantrekkelijkegebieden, zoals Den Haag Zuidwest, centrum (metname de grote afnemers en monumenten) enMariahoeve. In het groeipad staan de groteafnemers daarom vooraan, aansluitend daaropkan met de woningcorporaties wijk voor wijk hetnet worden uitgerold bij woningverbetering enisolatie. In dit scenario zou ook het cascade-model kunnen worden toegepast om het mogelijkte maken het net met meerdere en diversebronnen te voeden. In dat model wordenaansluitingen dicht bij de bron met hogetemperatuur verwarmd en het retourwater wordtnogmaals gebruikt voor aansluitingen verder wegdie geschikt zijn voor lagetemperatuurverwarming.In dit scenario is een HWB naar analogie van hetWarmtebedrijf Rotterdam het meest logisch. HetHWB ontwikkelt samen met partners de trans-portleiding, en is daar ook mede-eigenaar van, omgreep te houden op het openbare karakterdaarvan. De bronnen zijn geen eigendom van hetHWB, daarvoor worden met meerdere leveran-ciers langlopende contracten afgesloten.Essentieel daarbij is dat het net toegankelijkwordt voor andere partijen dan de huidige.Distributienetten in wijken kunnen door het HWBworden aangejaagd, maar worden gerealiseerddoor marktpartijen of particuliere initiatieven. HetHWB krijgt geen factuurrelatie met de eindgebrui-ker. Indien haalbaar wordt het voor de eindgebrui-ker mogelijk te kiezen uit verschillende leveran-ciers. Voor leveranciers wordt het mogelijk ommet meerdere warmteproducenten contracten afte sluiten.De aandeelhouders financieren de oprichting vanhet HWB en kunnen eventueel garant staan voorde leningen die worden aangegaan voor concreteprojecten, bijvoorbeeld bij de Bank NederlandseGemeenten of institutionele beleggers. Financie-ring vindt plaats op basis van separate businessFotoJorisLousberg4 Energie+ nr 3 september 2014Tekst Serge van Dam, onafhankelijk beleidsadviseur duurzame energie en mobiliteitscheid worden gemaakt tussen interne varia-belen en externe variabelen. Externe variabe-len kunnen vervolgens verdeeld worden inonzekerheden en megatrends.DenkraamVoor de ontwikkeling van scenario's voor DenHaag is voor de interne variabelen een denk-raam gehanteerd. Op basis van deelonder-zoeken, gesprekken met belanghebbendenen analyse van andere steden zijn drie scena-rio's voor een toekomstig warmtenet opge-steld. Deze scenario's hebben de namen vansteden gekregen, omdat ze enige gelijkenisvertonen met de situatie in die steden, maarvooral omdat het in de discussie over de sce-nario's praktisch is.HHet college van Den Haag heeft innovember 2013 de ambitie vastgesteldom een Haags Warmtebedrijf (HWB)op te richten dat als opdracht krijgt om eenstedelijk warmtenet te ontwikkelen dat is ver-bonden met een groter regionaal warmtenet.In maart 2014 is aan het college en de raadeen tussenrapportage gepresenteerd, waarinde scenario's voor gemeentelijk ingrijpen zijnopgenomen. Scenario's helpen bij besluitvor-ming, als ze de verschillende richtingen latenzien waarin het warmtenet zich kan ontwikke-len. Door combinaties van allerlei variabelenlogisch te bundelen en door te redeneren, ont-staat meer inzicht in wat er wel en niet te kie-zen valt en wat de gevolgen van keuzes zijn.Bij het vormen van scenario's moet onder-Den Haag wil warmtenetten in de stad laten groeien tot een duurzame smartthermal grid met 100.000 aansluitingen in 2030. Voor de afweging over deomvang en reikwijdte van gemeentelijk ingrijpen in warmtenetten zijn opverzoek van de bestuurders scenario's ontwikkeld. De scenario's biedengeen kant-en-klaar keuzemenu, maar helpen wel om opties en kernvragenboven tafel te krijgen.cases. Van belang daarbij is om zoveel mogelijkzekerheden te kunnen stellen, zoals het veiligstellen van afname (must-take).Dit scenario kent als belangrijk externe effectendat door intensieve samenwerking tussenpublieke en private energiepartners meer engrotere projecten kunnen worden gerealiseerd.De aanleg van de transportleiding in combinatiemet de aansluiting van hele wijken kan veelwerkgelegenheid opleveren. Voor bewoners vanoudere corporatiewoningen kan de combinatievan aansluiting op het lagetemperatuurwarmte-net en isolatie leiden tot een sterke verbeteringvan comfort en verlaging van de energiekosten.De lokale duurzame projecten komen in ditscenario alleen van de grond als ze de verbindingmet de grote partners weten te maken.Langdurig bestuurlijk commitment is in ditscenario een risico, net zoals eventuele maat-schappelijke weerstand tegen de aanleg van hetwarmtenet. De restwarmte uit de haven vanRotterdam kan als niet lokaal en niet duurzaambestempeld worden. Dit is van belang, omdatrealisatie van afname uiteindelijk bepalend isvoor het succes van het warmtenet. Daarom is indit scenario het openen van het net voor invoedingvanuit lokale duurzame bronnen op een standaardlage temperatuur van belang voor de verdereverduurzaming op de lange termijn.nr 3 september 2014 Energie+ 5Scenario KopenhagenIn het scenario Kopenhagen neemt de gemeenteblijvend de collectieve warmtevoorziening inregie. De gemeente richt een warmtebedrijf opdat de bestaande warmtenetten in eigendomkrijgt en verder uitbouwt. Het warmtebedrijfopereert primair op de schaal van Den Haag enblijft volledig in handen van de gemeente. HetHWB is verplicht om gebruikers aan te sluiten, dekosten van onrendabele aansluitingen wordengesocialiseerd. Door deze aanpak wordt eenhoge dekkingsgraad van het warmtenetgerealiseerd, waardoor het net op termijn zeereffici?nt kan draaien. Het HWB kan de positieveexploitatie benutten voor tariefsverlaging vooreindgebruikers, investeringen in groei en hetomschakelen naar duurzame bronnen.In dit scenario is er sprake van sterk stimulerendenationale en internationale wetgeving, die hetmogelijk maakt voor de gemeente om deaansluiting op het warmtenet te verplichten endaar ook een bijdrage voor te vragen. Door hetbeprijzen van warmtelozing en CO2-uitstootontstaat voor marktpartijen een duidelijkeprikkel om restwarmte te verkopen. Hetbouwbesluit en de aanvullende bouwverorde-ning verzorgen de aansluitplicht.Voor bewoners wordt het warmtenet een zeeraantrekkelijke optie, omdat vanuit de keuze vooreen nog verdergaand NMDA-min-25-procent-principe, aansluiting op het warmtenet altijdgoedkoper is dan het alternatief. Naar mate hetwarmtenet door verduurzaming van de bronnenminder afhankelijk wordt van aardgas, kan voorde prijsstelling op termijn worden omgeschakeldnaar het kosten-plus-model.Door de onvermijdelijkheid van de omschakelingnaar het warmtenet, wordt het logischer endaardoor goedkoper om grootschalig hele wijkenaan te sluiten als de transportleidingen eenmaalzijn aangelegd. Met woningcorporaties kan ditmoment worden aangegrepen om grootschalig teisoleren.In dit scenario ontstaat een versnelde transitienaar een dekkend warmtenet. Dat vergtaanvankelijk grote investeringen, die echter doorhet snelle groeipad ook weer eerder wordenterugverdiend. De omslag kan veel werkgelegen-heid opleveren en geeft bewoners al op kortetermijn een betrouwbaar lage energierekening.In dit scenario gaat de groei van het warmtenetuit van de toename van het aantal aansluitingen.Met name door de aansluitplicht is groeigewaarborgd. In eerste instantie wordt verdergewerkt vanuit de bestaande netten. Door dewettelijke basis is het echter rendabel ennoodzakelijk om met transportleidingen nieuwewijken te ontsluiten. Op de lange termijn zullenalle aansluitingen geschikt moeten wordengemaakt voor lage temperatuur. Op de kortetermijn zou het cascademodel kunnen wordengebruikt.Het HWB is en blijft volledig eigendom van degemeente. Distributie-entransportleidingenbinnen de gemeentegrenzen van Den haagzijn in eigendom van het HWB. Het HWBis ook de leverancier aan de eindgebruiker enheeft de factuurrelatie. Transportleidingen vanbuiten de gemeente en bronnen worden doorprivate partijen ontwikkeld en ge?xploiteerd.Het HWB kan op basis van garanties van deeigenaar, de gemeente, tegen lage kosten lenen.Daarnaast bieden de wettelijke basis enaansluitplicht zekerheden, die het aantrekkelijkmaken voor private partijen om mee te investerenin de ontwikkeling van het warmtenet. Debesparing die ontstaat door omschakeling vanWKK naar restwarmte en andere duurzamebronnen, maakt het voor de producenten vanwarmte uit WKK interessant om mee te investeren.Tegen de verplichte aansluiting zal aanvankelijkweerstand bestaan, die wegebt nadat blijkt dathet HWB in staat is daadwerkelijk betrouwbaar,comfortabel en goedkoop te voorzien in de warm-tevraag. De stabiel lagere woonlasten geven metname de kwetsbare groepen in de stad financieelruimte. De aanleg van de transportleiding incombinatie met de aansluiting van hele wijkenkan veel werkgelegenheid opleveren. Voorbewoners van oudere corporatiewoningen kande combinatie van aansluiting op het lagetempe-ratuurwarmtenet en isolatie leiden tot een sterkeverbetering van comfort en verlaging vanenergiekosten.De ambitieuze aanpak kent als voornaamsterisico dat een lage gasprijs leidt tot groteprijsdruk op het warmtenet, waardoor dit alleentegen grote verliezen volgens het NMDA-25-procent-principe kan opereren.6 Energie+ nr 3 september 2014OntwikkelingenDe maatschappelijke discussie over al of nietinvesteren in de ontwikkeling van warmtenet-ten is complex. De ontwikkelingen op de ener-giemarkt, innovaties, weerstand tegen stads-verwarming en regionale samenwerkingmaken besluitvorming voor lokale bestuur-ders ingewikkeld. Investeren in een warmte-net is een ingrijpende keuze voor de lange ter-mijn, waarbij zorgvuldige afweging past.Denken in scenario's kan daarbij helpen,zolang de scenario's maar niet gepresenteerdworden als een kant-en-klaar keuzemenu.Daarmee ontstaat een versimpeling die vaakgeen recht doet aan de werkelijkheid en deonzekerheden op de lange termijn. De scena-rio's in dit artikel kunnen bestuurders helpenom helder te krijgen welke opties ze heb-ben en wat de te beantwoordenkernvragen zijn. Daardoorkunnen scenario's hel-pen bij beterebesluitvorming overhet investeren inwarmtenetten.Ted Zwietering, programmadirecteurDuurzaamheid bij de Gemeente Den Haagen verantwoordelijk voor de planvormingvoor het Haags Warmtebedrijf en Jurgenvan der Heijden, senior adviseur milieu enomgeving bij AT Osborne, hebbenmeegewerkt aan dit artikel.Ted Zwietering, programmadirecteurDuurzaamheid bij de Gemeente Den HaagScenario New YorkIn het scenario New York is sprake van beperktoverheidsingrijpen in de energiemarkt. Dit ishet nul-scenario, analoog aan het Shell-scena-rio Oceans, waarin overheden de transitie aande markt overlaten. Er wordt geen strengenationale of internationale wetgeving voorbeprijzing van uitstoot of lozing van rest-warmte van kracht. De gemeente richt geenwarmtebedrijf op, maar wil vooral datmarktpartijen zorg dragen voor de energietran-sitie. Dat wordt wel enigszins gestimuleerd engefaciliteerd. Samenwerking tussen sleutel-partijen komt niet werkelijk tot stand.Hierdoor ontstaat voor de warmtevoorzieningvan de toekomst vooral concurrentie tussenaanbieders van oplossingen. Een toenemendaantal zuinige hr-ketels aan de ene kant enelektrische verwarming met behulp vanwarmtepompen aan de andere kant maken hetmoeilijk om warmtenetten verder uit tebreiden. In een al drukke stad vormen defysieke belemmeringen forse obstakels omeen warmtenet op grote schaal uit te rollen. Indit scenario vindt nauwelijks centrale regieplaats op de transitie van aardgas naarduurzame verwarming. De bestaandewarmtenetten blijven ongeveer gelijk inomvang en blijven bij de huidige eigenaren enexploitanten. Lokale projecten komen hier endaar van de grond, maar houden een beperkteslagingskans. Wat er aan de ene kant aannieuwe aansluitingen wordt gerealiseerd,verdwijnt elders door de toename van hr-ketelsweer van het net.Inditscenario isisolatie de mogelijkheid voorconsumenten omop hun energierekeningtebesparen.Vooral woningeigenaren die hetkunnenbetalen, kunnen daardoor op termijnhunenergierekening betaalbaarhouden. Lageinkomensgroepen in corporatiewoningenmoetenwachten totde corporatie kan investe-ren,enzitten daardoor langin slechtge?soleerdehuizenmethogeenergierekeningen.Inditscenariowordenopdekortetermijninvesteringenvermeden,maarontstaatoplangetermijneenprobleemindewarmtevoorzieningvandestadalsgeheel.Energiearmoedevergrootdeongelijkheidindestadenleidttotsocialeproblemen.Kwetsbaregroepenkunnenhetoptermijnnietmeerbetalenomhunhuisgoedteverwarmenenmoetenzoekennaargoedkopereeneventueelonveiligealternatieven.Waar de terugverdientijd beperkt kan blijventot maximaal 10 jaar, kunnen op basis vanbusiness cases gebouwen of woningen wordenaangesloten op de bestaande netten,waardoor die organisch kunnen groeien. Debron blijft voorlopig WKK, waarbij demarktpartijen zorg moeten dragen voor eenalternatief op termijn. De verbinding naarRotterdam wordt alleenaangelegd als demarktpartijen daarvooreen business casezien. De aanleg vanverdere distributie-netten zal vooralafhankelijk zijn vancorporaties ofcombinaties van groteafnemers.In dit scenario is er geensprake van de oprichtingvan een Haags Warmtebedrijf.De bestaande netten blijven ineigendom van Eneco. Eventuelenieuwe projecten worden waar-schijnlijk in dezelfde constructieondergebracht.De financiering van eventuele groei vande warmtenetten moet in dit scenariodoor marktpartijen worden geregeld,die daarvoor afhankelijk van deterugverdientijd en de te biedengaranties, terecht kunnen bij banken ofinstitutionele beleggers.Inditnul-scenarioisnauwelijkssprakevanexterneeffecten.Welkanbenoemdwordenwatdegevolgenvannietsdoenzijn.Metnametoenemendeenergiearmoededoorhogeenergierekeningenvoorkwetsbaregroepenisinditscenarioaandeorde.Daarnaastishetwaarschijnlijkdatdebewegingvanonderopverdergroeitenpolitiekedrukzaluitoefenenomtochinactietekomen.Inditscenariowordenkansengemistvoorlokaleeconomischegroeientoenamevanwerkgelegenheid.Het belangrijkste risico van dit scenario isdat de omslag naar een alternatief vooraardgas niet tot stand komt en duurzaam-heidsdoelen niet worden gehaald,waardoor de omslag niet op tijd of mogelijkalleen tegen hoge kosten kan wordengemaakt. Daaraan gerelateerd is het risicodat hoge energieprijzen zorgen voortoenemende sociale ongelijkheid.nr 3 september 2014 Energie+ 7
Reacties