De Nederlandse duurzame energiesector smacht naar een heldere overheidskoers. Vaak wordt daarbij jaloers naar Duitsland gekeken. Het beeld is dat de Duitse voorsprong het gevolg is van jarenlang coherent en breed gedragen energiebeleid. Nadere studie wijst echter uit dat de Energiewende gekenmerkt wordt door chaos en strijd. In Nederland wordt strijd het liefst weggepolderd. Het jongste initiatief van de Sociaal Economische Raad (SER) voor een breed gedragen nationaal energieakkoord onderstreept die polderreflex. Duitsland loopt vijftien jaar voor op Nederland juist omdat de strijd tussen de onduurzame gevestigde orde en nieuwe groene spelers in het publieke domein wordt gevoerd.
Lessen uit DuitslandDe Nederlandse duurzame energiesector smacht naar een heldere overheidskoers. Vaakwordt daarbij jaloers naar Duitsland gekeken. Het beeld is dat de Duitse voorsprong hetgevolg is van jarenlang coherent en breed gedragen energiebeleid. Nadere studie wijst echteruit dat de Energiewende gekenmerkt wordt door chaos en strijd. In Nederland wordt strijd hetliefst weggepolderd. Het jongste initiatief van de Sociaal Economische Raad (SER) voor eenbreed gedragen nationaal energieakkoord onderstreept die polderreflex. Duitsland looptvijftien jaar voor op Nederland juist omdat de strijd tussen de onduurzame gevestigde ordeen nieuwe groene spelers in het publieke domein wordt gevoerd.Tekst Rick Bosman, onderzoeker aan het Dutch Research Institute for Transitions en Gijs Diercks van Oskomera Home Solar28 Energie+ nr 1 maart 2013internationaalNa de kernramp in Tsjernobyl ontstond erin zowel Duitsland als Nederland breedmaatschappelijk verzet tegen kern-energie, zowel uit de conservatieve als uit deprogressieve hoek. Onder een deel van dezebeweging groeide het besef dat weerstandalleen succesvol kon zijn als ook een alterna-tief aangedragen werd. Hierdoor ontstondbegin jaren negentig in Duitsland voorzichtigbeleid om de binnenlandse productie vanduurzame energie te stimuleren. Het was eenhandreiking naar de duurzame energiesectordie op dat moment nog in de kinderschoenenstond. Als volwaardig alternatief werden dezebronnen nog lang niet gezien.Het beleid dat deze ontwikkeling mogelijkmaakte - de voorloper van de huidige Duitsefeed-in-wetgeving - bleek aanzienlijksuccesvoller dan verwacht. De langetermijn-investeringszekerheid die het beleid bood,zorgde voor een dekkende businesscase,waarop boeren in het noorden van Duitslandhun erf vol zetten met windturbines. Hiermeewas de eerste bloeiperiode voor windenergieeen feit. Deze werd niet gedragen door deklassieke energiebedrijven, maar doornieuwe spelers. Volgens de meest recentecijfers zijn de klassieke energiebedrijvenmaar verantwoordelijk voor 10 procent van dege?nstalleerde duurzame energiecapaciteit inDuitsland. Het leeuwendeel is neergezet doorboeren, burgerco?peraties en particulieren.Door het handelingsperspectief voor dezegroepen groeide het idee dat duurzameenergie wel degelijk een alternatief is.Pogingen van de conservatieve regering vanCDU en FDP om de stimuleringsmaatregeleind jaren negentig terug te draaien stuittendan ook op veel maatschappelijk verzet.Het besef dat duurzame energie een echtalternatief is, vindt in Nederland vijftien jaarlater pas gehoor. In het regeerakkoord isonlangs een langetermijndoelstelling vooreen 100 procent duurzame energievoorzie-ning in 2050 vastgelegd. Ondertussenkampen de grote energiebedrijven metimagoschade door het bouwen van controver-si?le kolencentrales en hun verkoop aanbuitenlandse moederbedrijven. Bovendienlijken ze nu ook in de financi?le problemen teraken, doordat centrales minder uren makendoor overcapaciteit. Zo werd recent duidelijkdat Vattenfall, de eigenaar van NUON, ??nmiljard euro moest afschrijven op haarNederlandse dochter. Daarnaast gaf ratingbu-reau Moody's onlangs een winstwaarschu-wing af voor de fossiele energiesector.Tegelijkertijd wordt duidelijk dat windenergieop land een betaalbaar alternatief is. Maar hetis vooral zonne-energie dat mensen de ogenopent. Het is in veel gevallen goedkoper om jeeigen zonne-energie op te wekken danelektriciteit af te nemen van een energiemaat-schappij.Ongewone coalitiesNaast het tegensentiment van de anti-kern-energiebeweging ontstond een positief geluidv??r duurzame energie. Deze ontwikkelingwerd in Duitsland breed gedragen door demilieubeweging en belangenverenigingenvoor hernieuwbare energie, maar ook dooronverwachte spelers zoals boeren en kerken.Ook de belangenvereniging voor machinerieVDMA en de vakbond voor staalarbeiders IGMetall sloten zich bijvoorbeeld aan. Zijbegonnen brood te zien in de Energiewende,omdat de windmolenindustrie na de auto-industrie intussen de belangrijkste afnemervan deze partijen was geworden. Achter deschermen lobbyden ook de grootmachtenSiemens en Shell voor een voortzetting vanhet beleid, aangezien zij ge?nvesteerd haddenin productiefaciliteiten voor windturbines enzonnecellen.De laatste jaren ontstaan er ook in Nederlanddergelijke onverwachte en ongewonecoalities. Zo lobbyden Shell, Eneco, DongEnergy en stichting Natuur en Milieu rond hetlenteakkoord gezamenlijk v??r een kolenbe-lasting, tot grote ergernis van collega-ener-giebedrijven m?t kolencentrales. De verwar-ring bij de gevestigde orde opentperspectieven voor nieuwe initiatieven encoalities die de duurzaamheidsdoelstellingenniet als bedreiging maar als kans zien.Concrete mogelijkheden dienen zich aan voorco?peraties van burgers die zelf met energieaan de slag gaan en bedrijven die dezeontwikkeling professioneel ondersteunen.Ook consumentenbelangenverenigingen,zoals de Vereniging Eigen Huis en de Consu-mentenbond sluiten zich aan. Duurzameenergie is in Nederland dus eindelijk hot, enniet alleen maar bij de usual suspects.Maar waar in Duitsland nadrukkelijk is ingezetop nieuwe spelers, kijkt men in Nederland nogsteeds naar de grote energiebedrijven om deduurzaamheidsdoelstellingen te realiseren.Een groeiende onderstroom zorgt hier echtervoor een verschuiving. Omdat duurzamebronnen bijna per definitie decentraal zijn,ontstaan er nieuwe samenwerkingsvormenom lokaal projecten van de grond te krijgen.Zo bracht het kennisplatform HIER opgewektal bijna 300 lokale energie-initiatieven inkaart die worden gedragen door actieveburgers. Het Duitse voorbeeld laat zien datdeze partijen niet genegeerd kunnen worden,aangezien zij een cruciale rol spelen in deenergietransitie.Openlijke strijdDe Energiewende wordt vaak gezien alsresultaat van een eensgezind Duitsland datgezamenlijk aan een duidelijke toekomstwerkt. Het tegendeel is waar. Het succes vande Energiewende schuilt juist in het feit dat eropenlijk strijd wordt gevoerd tussen deFotoBundersverbandSolarwirtschaftnr 1 maart 2013 Energie+ 29onduurzame gevestigde orde en een groei-ende maatschappelijke coalitie die vindt dathet anders moet.Eind jaren negentig waren de grote Duitseenergiebedrijven duidelijk geschrokken van deeerste windenergiegolf. Ze wilden af van destimulering van duurzame energie en voerdeneen actieve politieke lobby. Toen dat nietsuccesvol bleek, werden zelfs juridischestappen ondernomen. Dat gebeurde eerst inDuitsland zelf, omdat het stimuleringsbeleideen ongrondwettelijke subsidie zou zijn, endaarna in Europa, omdat dergelijk beleid tegende liberaliseringsagenda van Brussel in zougaan. Als reactie ging de duurzaamheidsbewe-ging massaal de straat op om te protesterentegen afschaffing van het feed-in beleid.In het decennium dat volgde, herhaalde dit spelzich keer op keer. De gevestigde belangenbleven dwars liggen waar mogelijk, en vondeneen trouwe bondgenoot in het ministerie vanEconomische Zaken. Dat Duitsland er toch in isgeslaagd om nu al ruim twintig jaar eenconsistent energiebeleid op tafel te krijgen ispuur en alleen te danken aan de kracht van denieuwe coalities. De protesten genereerdenaandacht en in de publieke opinie ontstond hetbeeld van een strijd tussen grote energiebedrij-ven die vast willen houden aan traditionelekolen- en kernenergie en een brede maatschap-pelijke beweging die laat zien dat het anderskan. De discussie die op dit moment inDuitsland weer oplaait over herziening van hetfeed-in beleid laat zien dat een consensustussen beide kampen nog steeds niet is bereikt.Nederlandse energiebedrijven lijkenmomenteel in een soortgelijke positie terechtte komen. Zo wordt een sterke lobby gevoerdvoor een leveranciersverplichting, waarmeede verantwoordelijkheid voor de transitieeffectief bij de traditionele energiebedrijvenkomt te liggen. Ook wordt gepleit voor eenenergieheffing om fossiele centrales open tehouden met als argument dat die centralesnodig zijn om de voorzieningszekerheid tewaarborgen, als een soort pensioenfondsvoor afgeschreven materieel. Daarnaast blijftde kolentaks omstreden en is het in de ogenvan de kolenlobby vooral een marktversto-rende maatregel. Concrete investeringen vande grote bedrijven gaan in ons land voorlopigniet veel verder dan bijstook van biomassa infossiele centrales en onderzoek naar afvangvan CO2.Tegelijkertijd ontstaat er een brede maat-schappelijke beweging tegen de bouw vannieuwe kolencentrales en v??r duurzameenergie. Het aantal lokale duurzame energie-initiatieven groeit sterk. Die groei komt voortuit de gedachte dat als de grote energiebedrij-ven het niet doen, burgers zelf wel aan de slaggaan. Toch lijkt openlijke strijd in Nederlandeen brug te ver en polderen we onszelf lieverdoor de energietransitie.Lessen uit DuitslandHet Duitse voorbeeld is waardevol vooriedereen in Nederland die zich inzet voor deenergietransitie. In Duitsland ontstondmidden jaren negentig zowel politiek alsmaatschappelijk draagvlak voor duurzameenergie. Dit draagvlak kwam niet alleen uit demilieubeweging of belangenverenigingenvoor hernieuwbare energie. Er ontstondenverschillende onverwachte en ongewonecoalities. Nieuwe spelers zoals burgers,lokale co?peraties en nieuwe bedrijfjeskonden door innovatief beleid de drijvendekracht vormen achter de Energiewende, totergernis van grote energiebedrijven als E.on,RWE, Vattenfall en EnBW. Deze strijd werdopenlijk gevoerd, waardoor er veel aandachtontstond en het publiek en de politiekgedwongen werden een kant te kiezen.De parallellen met Nederland zijn er.Eindelijk staan we in Nederland ook op hetpunt dat er een groeiend maatschappelijk enpolitiek draagvlak is. En er ontstaan steedsmeer onverwachte en ongebruikelijkecoalities die zich vinden in een gezamenlijkbelang. Ook in Nederland zijn het niet degevestigde spelers die het voortouw nemen,maar nieuwe vormen van participatie tussenburgers, belangenorganisaties en nieuwebedrijven in de energiemarkt. Maar hetDuitse voorbeeld geeft direct een duidelijkewaarschuwing. Ook met deze randvoorwaar-den is een energietransitie nog geenvoldongen feit. Wanneer het Duitse succes-verhaal wordt aangehaald, wordt te vaak eente rooskleurig beeld geschetst. De Energie-wende kenmerkt zich door chaos en strijd.Voor de Nederlandse energietransitie is diteen belangrijke les. Onze poldercultuur iszeer effectief in het wegmasseren vanconflicten. De inzet van het regeerakkoordvoor zowel een leveranciersverplichting alshet verruimen van de mogelijkheden voordecentrale opwek en het nationaal energie-akkoord van de SER zijn daarvan het bewijs.Iedereen tevreden houden is contraproduc-tief als het gaat om het bewerkstelligen vanechte maatschappelijke verandering.Dergelijke veranderingen kennen nueenmaal winnaars ?n verliezers. Openlijkestrijd tussen die twee genereert aandacht enbrengt fundamentele verschillen van inzichtaan het licht. Het dwingt de publieke opinieen politiek een kant te kiezen: vast blijvenhouden aan het oude vertrouwde maaronduurzame, of vol overtuiging gaan voorhet nieuwe onbekende. Tot slot nog eenaanbeveling voor de duurzaamheidsbewe-ging: verruil de zijden handschoentjesvoor bokshandschoenen. Dit is pas de eersteronde.Isar I, ??n van de zeven Duitse kerncentrales die in maart 2011 gesloten werden.FotoRobertJegg30 Energie+ nr 1 maart 2013internationaal
Reacties