Log in
inloggen bij
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Artikelen

Van ambitie naar aanpak: hoe gemeenten en experts samen leren in de warmtetransitie

De lessen van Ermelo en het Gelders Expertteam Warmte - 10 december 2025

De warmtetransitie is geen sprint, maar een marathon vol omwegen, puzzels en nieuwe inzichten. Dat merken gemeenten overal in Nederland - en zeker ook in Ermelo. Daar werkt beleidsmedewerker duurzaamheid Stefan Ramaker aan het uitvoeringsprogramma dat de gemeente stap voor stap richting een aardgasvrije toekomst moet brengen. "De energietransitie is technisch én sociaal", zegt Ramaker. "Het gaat over warmtepompen en isolatie, maar net zo goed over vertrouwen, tempo en draagvlak."

Van visie naar uitvoering

In Ermelo is de Transitievisie Warmte inmiddels uitgewerkt in een concreet warmteprogramma. Daarin staat niet alleen waar de gemeente naartoe wil, maar vooral hoe. “We kijken per wijk of cluster wat haalbaar is”, vertelt Ramaker. “We werken met kaarten: wat is er al, welke woningen staan er, wie wonen er, en wat willen zij? Zo krijg je zicht op de technische én sociale opgave. En dat laatste is minstens zo belangrijk.”
Die aanpak vraagt om maatwerk. “Ermelo is geen stad met één groot warmtenet of een logische warmtebron”, zegt hij. “We hebben geen haven of industrieterrein met restwarmte. Dus zoeken we naar passende oplossingen per buurt. Dat kan een individuele warmtepomp zijn, een hybride systeem, of iets collectiefs als de situatie dat toelaat.”

De Wijk van de Toekomst

De meest zichtbare casus is de Wijk van de Toekomst: een gemengde buurt met zo’n 800 woningen, waarvan 70% sociale huur. “We kregen 4,5 miljoen euro subsidie van de provincie Gelderland om hier te experimenteren met aardgasvrij wonen en hiervan te leren”, vertelt Ramaker. “Samen met netbeheerder Liander, woningcorporatie Uwoon en bewoners proberen we te ontdekken wat werkt.”
De ambities waren groot, maar onderweg bleek hoe weerbarstig de praktijk is. “We wilden de wijk in 2027 aardgasvrij hebben, maar dat bleek niet realistisch. Je kunt mensen niet verplichten van het gas af te gaan. Bovendien is het een enorme investering — financieel, technisch én emotioneel.”
Toch is Ramaker optimistisch. “De doelstelling is nu: zo dicht mogelijk bij aardgasvrij. Sommige huizen zijn al over, anderen stappen gefaseerd over. Het belangrijkste is: het gesprek blijft gaande. We leren onderweg.”

Techniek, vertrouwen en tempo

Het sociale aspect blijkt telkens de doorslag te geven. “Oudere bewoners hebben vaak geen zin meer in gedoe”, zegt Ramaker. “Anderen wachten liever tot ze verhuizen. Daarom werken we hard aan onderlinge communicatie: bewoners die elkaar informeren, cursussen zoals ‘Hoe koop ik de juiste warmtepomp?’, en energiewerkplaatsen waar mensen hun ervaringen delen.”
Dat wederzijdse vertrouwen is cruciaal, benadrukt hij. “We zijn al jaren consequent in onze boodschap, en dat werpt vruchten af. Mensen geloven het pas echt als ze zien dat het bij de buren werkt.”

Vanuit de provincie: het Gelders Expertteam Warmte

Waar gemeenten als Ermelo zoeken naar praktische routes, biedt het Gelders Expertteam Warmte van de provincie Gelderland extra kennis en ondersteuning. Joost Poldervaart, adviseur warmtetransitie bij advies- en ingenieursbureau Haskoning, maakt deel uit van die pool. Zijn team helpt gemeenten bij technische, economische en organisatorische vraagstukken rond de warmtetransitie.
“Wij zitten vaak aan het begin van het proces”, zegt Poldervaart. “Gemeenten weten meestal wel dat ze iets moeten met warmte, maar niet altijd waar ze moeten beginnen. Wij helpen om de juiste vragen te stellen — en vervolgens met kennis en data te onderbouwen wat realistisch is.”

Van warmtebron tot puzzelstuk

Het Expertteam helpt bij haalbaarheidsanalyses, quickscans en regionale samenwerkingen. “We kijken naar mogelijke warmtebronnen: restwarmte, aquathermie, aardwarmte, zonnewarmte. We maken inzichtelijk wat de potentie is, welke temperatuur die bronnen hebben en hoe duurzaam ze zijn”, legt Poldervaart uit.
Soms leidt dat tot creatieve oplossingen. “In sommige gemeenten liggen bijvoorbeeld zonnecollectoren onder kunstgrasvelden om water op te warmen — dat kun je vervolgens benutten voor woningen. Of we kijken via luchtscans waar warmte uit oppervlaktewater te halen valt, zoals bij het Veluwemeer.”
Maar de praktijk blijft puzzelen. “De vraag is altijd: waar zet je die warmte het best in? Oudere huizen met radiatoren hebben hogere temperaturen nodig dan nieuwbouw met vloerverwarming. De warmtevraag moet dus matchen met de warmtebron. Die puzzel maken we samen met gemeenten.”

Nieuwe wetgeving, nieuwe rollen

De warmtetransitie krijgt ook een nieuw juridisch kader. De aankomende Wet collectieve warmte (Warmtewet 2.0) moet zorgen voor meer regie bij gemeenten en publieke partijen. “Nu zijn veel warmtenetten in handen van private bedrijven met een winstoogmerk”, zegt Poldervaart. “Dat maakt de tarieven vaak hoog, terwijl bewoners niet verplicht kunnen worden om mee te doen. Daardoor lopen projecten soms spaak.”
In de nieuwe wet moeten warmtenetten voor minstens 51% in publieke handen komen. “Dat betekent dat gemeenten, provincies of woningcorporaties meer zeggenschap krijgen. Dat zal niet zonder frictie gaan, maar het maakt de businesscase eerlijker en het vertrouwen groter.”
Voor kleine gemeenten blijft het ingewikkeld. “In dorpen met laagbouw en vrijstaande huizen is een collectief systeem moeilijker rendabel te maken”, zegt Poldervaart. “Daar zul je vaker kiezen voor individuele of hybride oplossingen — met weer andere uitdagingen, zoals netcongestie.”

Samen leren, samen doen

Zowel Ramaker als Poldervaart benadrukken het belang van samenwerking. “De warmtetransitie is geen individuele opgave”, zegt Ramaker. “We hebben elkaar nodig: corporaties, bewoners, provincie, netbeheerders.”
Poldervaart vult aan: “We merken dat gemeenten vaak met dezelfde vragen worstelen. Door kennis te bundelen kunnen we sneller stappen zetten. Met het Expertteam stroomlijnen we processen en brengen we partijen bij elkaar. We geven geen kant-en-klare antwoorden, maar helpen gemeenten zélf de juiste vragen te stellen. Dat maakt het duurzaam.”
En uiteindelijk blijft het mensenwerk, benadrukt Ramaker. “We kunnen technische oplossingen eindeloos doorrekenen, maar als bewoners het niet willen of snappen, komt er niks van terecht. Draagvlak, vertrouwen, meedoen — dat is de kern.”
Poldervaart stemt in: “Ook als het technische en economisch kan. Maar het organisatorische, het sociale, dat is de echte uitdaging. En daar helpen we elkaar stap voor stap doorheen. We weten één ding zeker: het gas raakt ooit op. Dus we kunnen beter nu leren hoe we verder willen — samen.”
Zowel de praktijk in Ermelo als de provinciale ondersteuning laten zien dat de warmtetransitie niet draait om perfectie, maar om vooruitgang met lef. “Je moet gewoon beginnen”, zegt Ramaker. “Niet alles is te overzien, maar je leert onderweg.”
Poldervaart sluit af: “De energietransitie vraagt technisch inzicht, maar vooral organisatorische creativiteit. Hoe dichter we bij de deadline komen, hoe groter de bereidheid om het echt te doen. En hoe beter we samenwerken, hoe minder het een sprong in het diepe wordt.”

Reacties

x Met het invullen van dit formulier geef je Renda en relaties toestemming om je informatie toe te sturen over producten, dienstverlening en gerelateerde zaken. Akkoord
Renda ©2025. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren