Huizen kunnen bijna energieneutraal verwarmd worden met lokaal gewonnen biogas, blijkt tijdens het proefproject Bionet van Alliander en ATAG in Eerbeek. Dat kan zonder al te veel extra investeringen. Opwaardering tot groen gas met aardgaskwaliteit is namelijk niet nodig. Dit komt doordat het biogas in Eerbeek ingevoed wordt op een lokaal gasnet. De woningen zijn uitgerust met speciaal aangepaste hr-ketels. Technisch en economisch is Bionet uitvoerbaar, maar deze vorm van invoeding is niet gereguleerd in de Gaswet. De vraag is daarom of partijen gebruik willen maken van een dergelijk lokaal biogasnet.
12 Energie+ nr 4 december 2013Tekst Jurgen van der Heijden, Maarten Venselaar en Jan Willem Kuil, adviseurs energie en duurzaamheid bij AT OsborneParallel aan de proef in Eerbeek isonderzocht of er een manier binnen dewet is om Bionet te realiseren. Dat bleekmogelijk, de manier van werken is vergelijkbaarmet die van warmtenetten. De oprichting vaneen lokaal biogasbedrijf is daarvoor wel nodig.Het biogasbedrijf kan opgericht worden dooreen energiebedrijf, of door een joint venturevan een gemeente en een energiebedrijf, maarmogelijk ook door klanten. De co?peratie is demeest ideale vorm omdat die het meesttegemoet komt aan de maatschappelijke enjuridische eisen van een biogasbedrijf.Door de snelle ontwikkeling van techniekenvoor decentrale opwekking kunnen bewonersen bedrijven steeds vaker zelf energie opwek-ken. Daar komt bij dat het Bouwbesluit toewerktnaar energieneutrale woningen in 2020. Nieuwgebouwde woningen hebben hierdoor meestalgeen aardgasaansluiting meer en duurzameelektriciteit voorziet in de energiebehoefte.Biogas is een optie om woningen te verwarmenen er zijn technisch weinig obstakels om eenlokaal biogasnet te introduceren. Daar komt bijdat groen gas een belangrijk deel is van deduurzame energieambities van de overheid.LokaalHet ligt voor de hand om biogas zoveelmogelijk lokaal te gebruiken. Anders moet hetomgezet worden naar aan aardgas gelijkwaar-dig groen gas voor invoeding in het openbarenet. Het direct benutten van biogas in lokalenetten is energetisch veel gunstiger enverlaagt bovendien de distributiekosten. Eenlokaal gasdistributienet levert gassoorten dieafwijken van het gebruikelijke aardgas.Klanten in het biogasnet hebben aangepastecv-installaties, zodat op gas van verschillendeverbrandingswaarden kan worden gestookt.Het biogas is helaas niet bruikbaar alskookgas. Onderdeel van het lokale biogasnetis een mengstation waarin verschillendegassoorten worden gemengd. Het is mogelijkbijvoorbeeld een rioolwaterzuiveringsinstal-latie (RWZI) of het riool als bron van biogas tegebruiken. Als er lokaal niet voldoende biogaswordt geproduceerd , vindt via het mengsta-tion invoeding van aardgas of ander gas plaatsin het biogasnet.RollenEen marktintroductie van lokaal biogas isjuridisch nog nieuw, onder meer omdat lokaledistributienetten voor biogas niet vallen onderde Europese Gasrichtlijn en de NederlandseGaswet. Ze vallen in het vrije domein. De vraagis of er een marktmodel is dat als standaard kandienen voor de exploitatie van een lokaalbiogasnet. Het onderzoek naar een marktmo-del voor Bionet is uitgevoerd in opdracht vanhet Next Generation Infrastructures-pro-gramma van de TU Delft. Dit model moet allerollen beschrijven die relevant zijn voor deontwikkeling en de exploitatie van een lokaalbiogasnet en van de partijen die deze rollenvervullen. Het biogasnet heeft een partij nodigdie zorgt voor de aanleg en het beheer van hetgasnet en die verantwoordelijk is voor hetontvangen, mengen en transporteren van hetbiogas. Deze partij speelt de rol van netbeheer-der. Bij te geringe levering van biogas is dezenetbeheerder ook verantwoordelijk voor hetbijmengen van aardgas. De partij die deze rolkan spelen, is bijvoorbeeld een biogasbedrijf.Daarin kunnen naast klanten bijvoorbeeld ookeen energiebedrijf, de regionale netbeheerderen de gemeente participeren. Het eigenvermogen voor het realiseren van een biogas-net komt van het biogasbedrijf en wordt metname ingebracht door de niet-klanten die in hetbedrijf participeren. Vreemd vermogen voorhet realiseren van het lokale gasnet kan goed inde vorm van een achtergestelde lening,verstrekt door een bank. Het is ook mogelijkdat een overheid, bijvoorbeeld een provincie,de realisatie van een biogasnet bevordert doorfinanciering te verstrekken tegen gunstigevoorwaarden, zoals een achtergestelde leningof een lening tegen lage rente. De voornaamstevoeding van het biogasnet komt van eenbiogasproductiefaciliteit in de omgeving. Dezepartij zal de rol moeten spelen van bouwer enexploitant van de faciliteit die het biogasEerbeek aan het lokaleHuizen kunnen bijna energieneutraal verwarmd worden met lokaalgewonnen biogas, blijkt tijdens het proefproject Bionet van Alliander enATAG in Eerbeek. Dat kan zonder al te veel extra investeringen. Opwaar-dering tot groen gas met aardgaskwaliteit is namelijk niet nodig. Dit komtdoordat het biogas in Eerbeek ingevoed wordt op een lokaal gasnet. Dewoningen zijn uitgerust met speciaal aangepaste hr-ketels. Technisch eneconomisch is Bionet uitvoerbaar, maar deze vorm van invoeding is nietgereguleerd in de Gaswet. De vraag is daarom of partijen gebruik willenmaken van een dergelijk lokaal biogasnet. productienr 4 december 2013 Energie+ 13produceert. Dit kan een boer zijn, een groepvan boeren, een RWZI, een energiebedrijf, maarook een combinatie van deze bedrijven. Deproductiefaciliteit levert aan het biogasbedrijfop basis van een langjarig contract. Het eigenvermogen voor het realiseren van de biogas-productiefaciliteit wordt in beginsel ingebrachtdoor de exploitant. Participatie door hetbiogasbedrijf kan hierbij wel een optie zijn. Debank kan vreemd vermogen voor het realiserenvan de biogasproductiefaciliteit verstrekken.Andere opties zijn dat een overheid of hetbiogasbedrijf helpt met de financiering. Dat kanook door middel van subsidie, bijvoorbeeld vaneen provincie.EisenBij al deze rollen moeten echte partijengevonden worden. Een partij moet het netbeheren, er zijn bewoners nodig die klant willenzijn, een gemeente moet mee willen doen en eris ook een bank nodig. Welke eisen stellen dezepartijen aan het marktmodel waar zij aanmeewerken? Dit model moet bijvoorbeeldpassen binnen bestaande wet- en regelgeving,en bij de wensen van de klant. Die wil lageenergiekosten, het risico van hogere energie-kosten beperken, en eist bescherming tegeneen eventueel monopolie. Zeker bij lokaleproductie ligt het voor de hand dat de klantinvloed wil op de organisatie van de keten vanproductie tot levering. Misschien doet de klantdat wel door zelf producent te worden, maar danverandert zijn rol. Want wie de producent ook is,hij zal zelfstandig invloed willen uitoefenen opde organisatie van de keten van productie totlevering. Een andere eis aan het marktmodel isopschaalbaarheid, zodat uitbreiding van hetnetwerk mogelijk is, zowel in het aantalaangesloten klanten als in het aantal leveran-ciers van biogas. Bij deze opschaalbaarheidhoort de eis dat het model onafhankelijk van delokale context kan worden toegepast. Tegelijkvereist de beperkte schaalgrootte van biogas-netten dat in het marktmodel een beperktaantal organisaties en relaties de voorkeurheeft. Gezien de beperkte omvang vanbiogasnetten, lijkt het logisch om het netbeheeruit te besteden aan professionele partijen.Daarnaast is het belangrijk of de producent vanbiogas een gegarandeerde afzet heeft tegeneen gegarandeerde prijs. Het marktmodel moetuiteraard bijdragen aan de financi?le haalbaar-heid van het concept Bionet, en de productievan biogas. Belangrijk is het voorkomen vanuitstoot van zo veel mogelijk CO2 door zo veelmogelijk biomassa te gebruiken voor deproductie van biogas.Model BionetAls dit de eisen zijn, welk marktmodel komtdaar dan uitrollen? Staat de klant aan het roer,een bekend, groter energiebedrijf, degemeente of juist een combinatie van dezepartijen? Staat duurzaamheid voorop ofrendement en zekerheid of juist een combina-biogas
Reacties