Log in
inloggen bij Energie+
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Content / Columns

Regeren is vooruitzien

De laatste tijd hebben de dinosaurussen van de energiewereld er een handje van om de mensen in Nederland bang te maken voor de opkomst van duurzame energie. Dit doen zij onder andere door te dreigen met onbetaalbare energieprijzen, extra heffingen en black-outs. Topmannen van energiemolochs zoals RWE, E.ON en GDF SUEZ schreeuwen moord en brand.

Wat is er nu precies aan de hand? De traditionele energiebedrijven, de bedrijven die al tientallen jaren hun geld verdienen met kolen-, gas- en kernenergie, zitten in een perfect storm zoals onze ex-minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven onlangs zei. Er is in Nederland enorm veel geïnvesteerd in extra productiecapaciteit, vooral in kolen- en gasgestookte centrales. Daarnaast is er momenteel nog heel veel nieuwe productiecapaciteit in aanbouw. De energievraag is door de crises fors gedaald en als gevolg daarvan zijn de groothandelsprijzen momenteel lager dan in de zomer van 2008, maar nog wel twee keer zo hoog als in 2002. De gedane investeringen staan hierdoor fors onder druk en de fossiele energieproducenten klagen steen en been.

Bijna niemand heeft de crisis aan zien komen, dit kunnen we de energiebedrijven dus ook niet verwijten. Wat we de energiebedrijven wel kunnen verwijten, is dat zij hebben geroepen dat Nederland een exportland voor elektriciteit gaat worden en hier vervolgens ook flink op hebben ingezet. Dit riepen zij al in 2008 en destijds waren de prijzen in omringende landen lager dankzij het grote aanbod van kernenergie. Het was toen al een illusie te veronderstellen dat Nederland zou kunnen concurreren met de goedkopere energie uit landen als Duitsland, Frankrijk, België, Noorwegen en Zweden.

Inmiddels zijn de investeringen gedaan. De productiecapaciteit is uitgebreid, de omringende landen hebben nog steeds hun kernenergie, de energieprijzen zijn fors gedaald en, o ja, sommige landen hebben ingezet op het verduurzamen van hun energievoorziening. Duitsland is hier het meest bekende en beste voorbeeld van. Afgelopen zomer werd record na record verbroken: er is nog nooit zoveel zonne-energie geproduceerd. Zonne-energie wordt in Duitsland fors gesubsidieerd en dus hebben de slachtoffers van deze subsidies, want zo zien ze zichzelf, een mooie stok om mee te slaan. En, veel belangrijker dan dat, om de aandacht af te leiden van hun gebrek aan visie en hun verkeerde veronderstellingen.

Met de fossiele energiebedrijven komt het waarschijnlijk niet meer goed. Velen zullen nog verder moeten reorganiseren, fuseren of, heel duurzaam, zelf het licht moeten uitdoen. Daarom wil ik even niet langer bij hen blijven stilstaan.

In Nederland wordt er momenteel fors geïnvesteerd in zonnepanelen, zowel door bedrijven als door particulieren. De prijzen voor panelen zijn fors gedaald, de afgelopen twee jaar meer dan gehalveerd en ondanks de perfecte storm waar de energiebedrijven in verkeren zijn de energieprijzen voor consumenten nauwelijks gedaald en meestal gestegen. Betere argumenten om je eigen energie op te gaan wekken zijn er eigenlijk niet. Dan wordt er ook nog een lenteakkoord gesloten waardoor je als particulier maximaal 650 euro subsidie kunt krijgen en is het echt kassa! Kom maar op met die panelen.

Maar, zijn er ook risico’s aan zonnepanelen? Technisch gezien valt dit enorm mee, er zijn immers geen draaiende delen. Zeker op schuine daken is het risico van ‘afwaaien’ eigenlijk niet aanwezig tenzij je dak ook meegaat. Maar er zijn wel andere risico’s en ik wil de drie grootste even kort aanhalen.

Het eerste, grote risico voor particulieren is het huidige energiebelastingstelsel. Er wordt continue kritiek geuit op de staffel (hoe minder je verbruikt, hoe hoger de belasting per kWH) maar voor zonne-energie is dit juist prettig. Onder de 10.000 kWh kun je namelijk tegen 11 cent salderen en dat is 1,5 keer de prijs die je betaalt voor de kale stroom. Op het moment dat het stelsel voor de energiebelasting wordt gewijzigd, bijvoorbeeld zoals dat met de transportkosten is gedaan, valt een groot deel van de inkomsten weg en schieten terugverdientijden voor zonne-energie omhoog van acht naar zestien tot twintig jaar.

Het tweede, serieuze risico is het net en daaraan gekoppeld de reeds eerder genoemde transportkosten. Vooral in het buitenland moeten de netbeheerders nu al steeds vaker voorzieningen treffen om de teruglevering van zonnestroom aan te kunnen. Dit is koren op de molen van de traditionele energiebedrijven en zij roepen om het hardst om een heffing voor eigenaren van zonnepanelen. Hiermee wordt zelf opwekken minder interessant en zullen mensen noodgedwongen langer stroom afnemen van de traditionele partijen. Wanneer er daadwerkelijk een extra transportheffing komt voor eigenaren van zonnepanelen, verslechtert dit de businesscase.

Beide eerdere risico’s zijn het gevolg van overheidsbeleid. Dit is op zijn minst grillig te noemen, zeker waar het de energiemarkt betreft, en waarschijnlijk het grootste risico. Het is zeker niet ondenkbaar dat de overheid nu zonnepanelen met subsidie stimuleert terwijl ze binnen nu en een paar jaar de energiebelasting op de schop gooit. Gelukkig hoeven ze dan geen heffing meer op te gaan leggen. Nieuwe panelen komen er dan voorlopig niet meer bij. Komt de heffing er dan toch, dan zullen mensen hun panelen waarschijnlijk van het dak halen.

Reacties

Renda ©2024. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren