Het is een complex maar leuk proces voor zomaar een wijkje, zegt projectleider
Eelco Fortuijn. Samen met bijzondere buren als Sabine Jansen van de TU
Delft, en de gemeente Haarlem maakte Fortuijn een plan om de woningen in
zijn wijk te voorzien van lokale, duurzame warmte. De weg naar realisatie is
nog lang, maar hoopvol.
organisatie
Tekst Aukje van Bezeij, Tweede Stem
O
p donderdagavond 1 november is het
stampvol in de zaal waar Fortuijn aan
buurtbewoners een presentatie geef t
over het plan SpaarGas. Dat doet hij samen
met Sabine Jansen, ook buurtbewoner en
werk zaam aan de TU Delf t. Er is geen stoel
meer over. Een deel komt uit enthousiasme,
een ander deel heef t vragen, veel vragen.
"Waarom wij?", vraag t een van de bewoners
vertwijfeld. "We zijn toch maar een hele
gewone wijk?" Het Ramplaankwartier aan de
westkant van Haarlem is een wijk zoals er
meer zijn; een gebied van 35 hectare met
2800 inwoners, een paar voorzieningen en
bijna 1200 rijtjeswoningen, waar van de
meeste zijn gebouwd tussen 1920 en 1960. Ze
zijn slecht geïsoleerd. Er zijn géén bijzondere
restwarmtebronnen waar je de wijk op aan
kan sluiten. Waarom zou dan uitgerekend
jóuw wijk voorop moeten gaan in zo'n onzeker
avontuur? Dat is een vraag die meer mensen
in de zaal bezig houdt. Fortuijn geef t al aan het begin van de avond
antwoord. "Op een dag gaan we namelijk van
het aardgas af. Wat dat voor onze woningen
en wijken betekent? Dat weet nog niemand. Er
is simpelweg geen kant-en-klare oplossing.
Als bewoners kun je twee dingen doen:
af wachten wie met welke oplossing komt, of
zélf het initiatief nemen en op zoek gaan naar
een voor jouw woning of buurt, optimale
oplossing."
Bijzondere buren
En dán helpt het dat er in je wijk mensen
wonen zoals voormalig wethouder duurzaam
-
heid van de gemeente Haarlem, Karel van
B
roekhoven. En ambtenaar duurzaamheid bij
de gemeente, Peter Tromp. En Sabine Jansen,
werkzaam bij de Technische Universiteit Delf t
en betrokken bij het Europese project Smart
Urban Isle. Jansen onderzoekt hoe wijken
maximaal in hun eigen energie kunnen voor -
zien. Ze kon het Ramplaankwartier in dat
on
derzoek meenemen. In 2016 sloegen Stichting DE Ramplaan, de
Gemeente Haarlem en TU Delf t de handen
ineen, op zoek naar een aardgasvrije oplos
-
sing voor het Ramplaankwartier.
D
e wijk heef t overigens al jaren een naam op
het gebied van duurzame initiatieven. Actieve
buurtbewoners richtten in 2011 de Stichting
Duurzame Energie Ramplaan op: 'een kraam -
kamer van duurzame initiatieven', aldus For -
tuijn. In 2015 legde die stichting bijna 1400
z
onnepanelen op de nabijgelegen Fablohal, in
die tijd het grootste postcoderoosproject van
Nederland.
Dé oplossing voor jouw wijk
Als buren zelf het initiatief nemen heef t dat
een groot voordeel; je kan zélf bedenken wat
de meest ideale oplossing is voor jouw buurt.
Stichting DE Ramplaan stelde de volgende
ambitie op: aardgasvrij, maximaal lokaal
duurzaam, wanneer mogelijk meer comfort en
gelijkblijvende lasten.
Het is een complex maar leuk proces voor zomaar een wijkje, zegt projectlei -
der Eelco Fortuijn. Samen met bijzondere buren als Sabine Jansen van de TU
D
elft, en de gemeente Haarlem maakte Fortuijn een plan om de woningen in
zijn wijk te voorzien van lokale, duurzame warmte. De weg naar realisatie is
nog lang, maar hoopvol.
Zoeken naar
lokale warmte
in Haarlem
28 Energie + nr 4 december 2018
p28-29 DE Ramplaan.indd 28 30-11-18 13:26
Ver volgens vroeg DE Ramplaan aan bewoners
om online gegevens aan te leveren over bij-
voorbeeld hun energieverbruik, al genomen
en
ergiemaatregelen en eventueel achterstal -
lig onderhoud. 10% van de bewoners deed
d
at. Met een goed beeld van de wijk én de
vastgelegde ambitie onderzocht Jansen, met
haar collega's van de TU Delf t, welke techni -
sche mogelijkheden er waren. Ze rekende die
d
oor op duurzaamheid en technische haal -
baarheid. Dat leverde twee plannen op.
a. P VT + collectief warmtenet + warmtepomp
"De meest krachtige bron in de wijk, is de
zon", zeg t Jansen. Het enige nadeel is, dat de
zon vooral in de zomer warmte afgeef t, en wij
die warmte in de winter nodig hebben. Maar
dat is op te lossen met fotovoltaïsch-thermi -
sche (PV T) panelen die elektriciteit én
w
armte opwekken, in combinatie met warm -
tekoudeopslag (WKO). De warmte uit de
z
omer lever je terug aan een zogenaamd feed- in warmtenet, en sla je onder de grond op. Als
het boven de grond vriest, is de temperatuur
in het warmtenet onder de grond nog altijd 15
tot 25 graden. Een warmtepomp maakt daar
dan weer 55 graden van, voor ver warmings
-
w ater.
b. P VT + bodembron + warmtepomp
Plan B, is een variant op plan A , maar dan
zonder warmtenet. Een voordeel is dat ieder
voor zich de maatregelen kan tref fen. Een
nadeel is dat de opslag van warmte minder
ef ficiënt is. Je hebt dan 1100 gesloten borin -
gen nodig, in plaats van 6 of 7 WKO's voor de
h
ele wijk. Per woning heb je meer PV T-pane -
len nodig. Jansen: "Je verliest hier het voor -
deel van een collectief plan. Alle woningen
m
oeten nu hun eigen broek ophouden, ook
als je dak minder geschikt is. Bij plan A kun -
nen we daar voor de meest geschikte daken
g
ebruiken, samen met een aantal grotere
daken in de buurt."
Een randvoorwaarde voor zogenaamde
lagetemperatuur ver warming is wel dat je je
woning beter isoleert. Anders is 55 graden
niet genoeg om het warm te krijgen. "Super -
goede isolatie is niet nodig", zeg t Fortuijn.
E
en aantal bewoners heef t de woning al ver -
beterd. "Als je wil weten waar je bent, kun je
d
e watertemperatuur in je cv-installatie nu al
op 55 graden zetten."
Isolatie is wel gedoe
Isolatie is wel gedoe, vindt een aantal bewo -
ners in de zaal. Sommige bewoners zien liever
e
en oplossing, waarbij ze het gedoe en de kos -
ten bespaard blijf t. "Waarom doen we bijvoor -
beeld geen diepe geothermie?", vraag t een van
h
en. "Is dat niet een betere oplossing?"
Nee, zeg t Jansen. Ze noemt praktische bezwa -
ren: een diepe grondboring voor hogere tem -
peraturen is duur, het is nog niet duidelijk na
h
oeveel jaren de bron uitgeput is en het
warmteverlies is groot. Dat maakt de techniek
geschikter voor hoogbouw. De gemeente
Haarlem onderzoekt overigens wel geother -
mie, maar voor andere wijken. Maar er is nog
e
en argument; aardwarmte is niet onbeperkt
beschikbaar. Een wijk met daken en ruimte
om zonne-energie te benutten, zou de schaar -
sere bronnen moeten overlaten voor wijken
m
et minder mogelijkheden. "En als we onze
woningen niet isoleren, houden we onze te
grote energievraag", sluit Fortuijn af.
"Waarom nemen we niet een aandeel in wind -
molens?", vraag t een volgende buurtbewo -
ner. Jansen: "Windmolens wekken elektrici -
teit op, en dat is geen antwoord op de
w
armtevraag. Ze kunnen zeker onze elektrici -
teitsvraag dekken, maar die houden we het
l
iefst zo klein mogelijk."
En waarom geen waterstof ? Jansen ant -
woordt: "De reden dat die optie niet is meege -
nomen, is dat de techniek nog in de kinder -
schoenen staat. En waterstof moet je nog wel
e
erst maken en daar is heel veel elektriciteit
voor nodig. Als je niet isoleert, zou je op elke
woning wel 100 zonnepanelen moeten leggen
om voldoende waterstof te produceren. Als je
wel isoleert, zijn het er nog altijd 60 tot 80,
alleen voor ver warming. Dat past niet. Lokaal
kun je dat niet opwekken. "
Waarom maximaal lokaal?
Maximaal lokaal duurzaam, was één van de
randvoorwaarden die de stuurgroep vast -
De Fablohal voorziet 200 huishoudens in Haarlem van duurzame stroom.
nr 4 december 2018 Energie + 29
p28-29 DE Ramplaan.indd 29 30-11-18 13:26
legde. Maar waarom eigenlijk? Waarom zou-
den we energie niet gewoon ergens anders
o
pwekken, vraag t een aantal bewoners.
"Dat romantische van eigen energie, dat zeg t
me niet zo veel", zeg t Fortijn. "Ik vind het
vooral interessant om te kijken hoe we onze
maandelijkse energievraag zo klein mogelijk
kunnen krijgen." Met een aandeel in een
windmolen of stadswarmte heb je misschien
minder gedoe, maar blijf je een hoge energie -
rekening houden. "Reken dat uit voor de
ko
mende 30 jaar; dat is zo'n gigantisch
bedrag, daar kan je aardig wat apparaten voor
aanleggen."
Wat ook gaat bijdragen aan de discussie, is
dat er nóg een plan voor het Ramplaankwar -
tier in de maak is. De gemeente Haarlem heef t
n
amelijk aan CE Delf t gevraagd om ook met
een plan voor de wijk te komen. Die neemt het
concept van de TU Delf t mee. Alleen is niet
maximaal duurzaam lokaal hier het uitgang -
punt, maar minimale kosten. De kans is dus
g
root dat ze met een ander plan komen. Of dat
plan dan écht tot minder kosten leidt? Dát
gaan we nu samen uitzoeken, denkt Fortuijn.
Hoe voelt dat, nóg een plan voor de wijk? "Dat
is te gek, een cadeautje", zeg t Fortuijn. Jan -
sen: "We gaan met elkaar aan de tafel. Het is
e
en samenwerking. Het is een mooie kans om
onze wederzijdse aannames te begrijpen en
die helder te krijgen."
Wie betaalt het warmtenet?
Waar Fortuijn 's nachts van wakker kan schrik -
ken zijn de aanloopkosten van het warmtenet.
"
Pas in zeven tot tien jaar heb je genoeg aan -
sluitingen om het rendabel te maken. Die ver -liezen kun je niet op een wijkje leggen. Als het
w
él kan, dan is het een bovengemiddeld rijke
wijk. Dán zou het asociaal zijn naar andere
wijken toe die veel minder te besteden heb -
b en ."
J
ansen: "Alleen als de grond tóch open moet,
voor werk zaamheden aan het gasnet of de
riolering, haal je de kosten voor de aanleg van
het warmtenet eruit. In een deel van de wijk is
dat inderdaad het geval. Daar kunnen we dan
beginnen."
Fortuijn ziet het liefst dat netwerkbeheerder
Alliander het wijkwarmtenet aanleg t en er de
risico's voor draag t, maar hij heef t horen zeg -
gen dat die wens sneuvelde aan de klimaatta -
fels. "En dan? Dan zeg t een Nuon misschien,
d
at willen wij wel. En die stuurt dan maande -
lijks een energierekening. Daar zitten we dan
n
og járen aan vast. Die economische lock-in,
die proberen we juist te voorkomen, met onze
ambitie maximaal lokaal."
Tr o t s
Het meest trots is Fortuijn op de samenwer -
king van Stichting DE Ramplaan met de
g
emeente, en kennispartner TU Delf t. "Elke
stap die we zetten, doen we samen met de
gemeente. Die committeert zich dus echt al
aan het plan."
Ook veel bewoners zijn trots om in een wijk te
wonen met zo'n initiatief. Ze vinden het
belangrijk. Fortuijn: "Ik heb me alleen niet
goed bedacht dat de gemeente op een dag
onze oplossing als dé oplossing kan gaan
zien." Dan kan het zo maar zo zijn dat iedereen
verplicht moet meegaan in dat plan. Fortuijn
ging tot een half jaar geleden uit van het idee
van vrijheid blijheid: "Wilt u niet mee? Jam -
mer, maar dat is uw vrije keuze....
I
nmiddels lig t dat toch anders. Om een warm -
tenet ef ficiënt te maken, heb je 70% van de
b
ewoners nodig. Om de kosten er uit te halen
95%. Onderdeel van het plan is dat ze ook hun
woning laten verbouwen. Hoe overtuig je ze,
als je nog niet precies weet wat daar bij komt
kijken of wie het bedrag voor de investering
kan voorschieten? Naast de bewoners zijn er
ook andere stakeholders in en om de wijk,
zoals een school, de tuinders en een zorgcen -
trum. Hoe krijg je iedereen mee?"
Waar zijn we mee bezig?
Dus denkt Fortuijn wel eens: "Waar zijn we nou
helemaal mee bezig?" Hij vindt het nog steeds
heel leuk, 'maar het is écht een complex pro -
ject voor zomaar een wijkje'. Fortuijn denkt niet
d
at je dit in elke willekeurige wijk voor elkaar
kunt krijg t, maar in het geval van Het
Ramplaankwartier is hij positiever: "Alle ingre -
diënten en randvoorwaarden lijken er te zijn."
D
at het lastig is om zó veel mensen achter het
plan te krijgen, heef t ook een voordeel. De
bewoners van zo maar een wijkje kan je niet in
een al te groot avontuur storten. Fortuijn sluit
de bewonersavond af met een belof te dat hij
met een dichtgetimmerd plan bij hen terug -
komt. Wat zou daarbij zou helpen? "Per werk -
groep een betaalde werkgroepleider."
O
ok Jansen is positief: "Warmtepompen wor -
den steeds beter. Er is steeds meer aandacht
v
oor lagetemperatuurwarmtenetten. We heb -
ben negen partijen bij elkaar die aan het voor -
stel meeschreven, en die er in geloven, ook
v
oor andere wijken."
organisatie
30 Energie + nr 4 december 2018
p28-29 DE Ramplaan.indd 30 30-11-18 13:26
Reacties