Martin Liebregts had grote waardering voor vakmensen. De projecten waarin vakmanschap ontbrak, waren hem dan ook een doorn in het oog. Dit werd volgens hem veroorzaakt doordat bouwers verzuimden met een passend aanbod te komen voor de kwaliteitsvraag van bewoners. Om dat te creëren is kennisuitbreiding over de bestaande bouw en de toepassing daarvan in de dagelijkse praktijk nodig, zodat wat hij 'vakmensschap' noemde, weer de normaalste zaak van de wereld wordt. In een vorige editie van leren van Liebregts (Renda 2016/2) stond de benodigde kennis al centraal. Deze keer gaat het erom die kennis om te zetten in een passend aanbod.
Bij een traditionele renovatie zit 60 procent van de kosten in arbeid en 40 procent in materiaal. Daarmee is renovatie een werkterrein waarbij arbeid dominant is. Dat komt met name doordat producten passend op het bestaande moeten worden aangebracht maar natuurlijk ook omdat er eerst delen verwijderd moeten worden. Dit betekent dat je meer kennis nodig hebt; kennis van het verleden (hoe is het destijds gebouwd) én kennis van vandaag (hoe monteer ik het). Bovendien wil je ook nog vooruit kijken en de juiste maatregelen voor de toekomst treffen. De vraag is of die kennis voldoende aanwezig is. Zijn onze huidige mensen voldoende toegerust op deze taak en levert het onderwijs de vakmensen die we nodige hebben voor de toekomst? Bovendien is er ook een verschuiving binnen de renovatie waarbij gezocht wordt naar herhaling. Daar waar renovatie ging over oplossingen op maat (met relatief veel arbeid) komen er nu oplossingsrichtingen beschikbaar met producten die optimaal op elkaar zijn afgestemd, eventueel door meer prefabricage. Hierdoor gaat de verhouding arbeid materiaal veranderen en krijgen we meer kwaliteit voor ons geld. Daarmee verandert het vakmanschap, maar het blijft zeker nodig.
De toekomst wordt bepaald door het verleden. Daarom moet je begrip hebben van wat er is gebouwd, voo...
� 19,95
Reacties