Wendy Koops is huiseigenaar in de Amsterdamse wijk Banne Noord. Dat is niet alleen een zogeheten 'ontwikkelbuurt', het is ook een van de eerste wijken die van 'van gas los' gaat. Maar hoe? En wat betekent dat voor de buurt en vooral voor haar als huiseigenaar? In deze maandelijkse blog volgen we haar zoektocht.
'Minister maakt plannen aardgasvrije wijken niet waar', kopte Cobouw naar aanleiding van een kritisch rapport van de Algemene Rekenkamer. En vervolgens deden twee hoogleraren ook nog een kritische duit in het zakje. Er ligt volgens hen veel te veel druk op het aardgasvrij maken van woningen. Dat kan ik als direct betrokkene alleen maar onderschrijven. Het Rekenkamerrapport heeft betrekking op wijken die meedoen aan het Programma Aardgasvrije Wijken: de 27 Nederlandse proeftuinen. De Van der Pekbuurt is zo'n proeftuin. Zover ik weet, krijgen zij zes miljoen vanuit dit project. De gemeente heeft voor mijn wijk Banne-Noord ook een aanvraag gedaan, maar die is helaas niet gehonoreerd. Jammer, want een zak geld maakt voor mij als huiseigenaar wel degelijk het verschil. Als ik het had kunnen voorfinancieren, was ik meteen aan het begin van dit proces graag voor all-electric gegaan. Met een warmtepomp, maar liever nog met Triple Solar PVT warmtepomppanelen, van een bedrijf dat notabene vanuit ons stadsdeel opereert.
De Rekenkamer is kritisch omdat de belofte van het ministerie om in 2018-2019 tweeduizend woningen aardgasvrij te maken niet is gehaald en de doelstelling om in de periode 2018-2027 50.000 woningen aardgasvrij te maken is losgelaten. Doordat de doelen gaandeweg veranderen en ook onhelder zijn, kan de Rekenkamer haar controlefunctie niet uitvoeren.
Logisch dat zij dit aankaart, maar voor mij is deze vaststelling vooral een bevestiging hoe complex en kostbaar die hele opgave is. En dat die door de overheid behoorlijk is onderschat. Niemand heeft het bijvoorbeeld nog over het niet-meer-dan-anders-principe waarmee we in het begin steeds werden gerustgesteld. Het was namelijk de bedoeling dat eindgebruikers, dus ook eigenaren, niet duurder uit zouden zijn. Nu spreekt men van een 'onrendabele top' die er nu helaas nog is voor het van gas los gaan. Zo tuimelen nieuwe inzichten steeds weer over elkaar heen. Er is nog ontzettend veel onzeker. All-electric zou, als je over een periode van dertig jaar rekent, voor mijn huishouden trouwens nog steeds best rendabel kunnen zijn. Het probleem blijft dat ik eerst heel veel kosten moet maken, die ik nu niet kan financieren.
Maar goed, inmiddels is leren over het aardgasvrij maken van wijken dus de belangrijkste doelstelling van het proeftuinprogramma. Wat ik dan vreemd vind, is dat bij de meeste proeftuinen wordt gekozen voor HT-warmtenetten. Ook in mijn stadsdeel voor zowel de Van der Pek-buurt als Banne-Noord. Waarom niet wat meer diversiteit? Moet er niet juist bij proeftuinen ruimte zijn voor experiment?
De Rekenkamer zet ook vraagtekens bij de criteria voor de proeftuinsubsidies. Alleen in aanmerking kwamen projecten die al in een vergevorderd stadium van voorbereiding waren. Dat criterium was natuurlijk ingezet om vooral kansrijke projecten te ondersteunen, maar de Rekenkamer vraagt zich met terugwerkende kracht af of die subsidie dan wel nodig was om het project doorgang te laten vinden. Wat bovendien steeds wringt is hoe het maken van tempo zich verdraagt met serieuze burgerparticipatie. Zowel in de Van der Pek-buurt als bij onze bewonersgroep leidde de overtuiging dat andere opties dan een HT-warmtenet niet serieus zijn overwogen tot weerstand. Tja, logisch dat dan de targets niet gehaald worden.
Maar hoe erg is dat? Volgens hoogleraar Energie Technologie David Smeulders is volledig aardgasvrij in 2050 - laat staan de 2040 van Amsterdam - gewoon onmogelijk. Zijn advies: minder geld naar aardgasvrije wijken en meer naar aardgasbesparende wijken, dus naar isolatie. Daar ben ik het helemaal mee eens. De kosten van veel aardgas besparen zijn gemakkelijker te verhapstukken dan voor helemaal aardgasvrij. Juist dat laatste stukje besparing is het duurste. Daar komt die onrendabele top misschien zelfs vandaan.
Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde en duurzaamheid, vindt dat de politiek te snel veel resultaten wil boeken: “Je kunt beter zeggen: we bouwen het op en de echte versnelling komt pas na 2030. Nederland energieneutraal maken is een stuk complexer en daar moet je de tijd voor nemen.”
Ook raadt hij aan in het begin vooral aan de slag te gaan met bewoners die al positief staan tegenover de energietransitie. Begin met de koplopers, zegt hij al jaren. Als ik het essay lees dat Rotmans schreef voor PAW(externe link), herken ik veel dat in de aanpak van de proeftuinen fout gaat. Een belangrijke is: dwang werkt averechts. Een andere is: de klassieke polderaanpak werkt niet bij transities. “Transities ontstaan nóóit vanuit een breed draagvlak, daarvoor is er teveel weerstand bij belanghebbenden. (...) Je vraagt als het ware aan een kalkoen (partijen die zich bedreigd voelen door de transitie) om zichzelf op het Kerstmenu te zetten, maar een kalkoen wil slechts de Kerst overleven. Transities ontstaan wél vanuit een smal en diep draagvlak, wat geleidelijk kan worden verbreed.”
Rotmans stond aan de wieg van zowel Urgenda als Drift, een onderzoeksinstituut dat zich richt op duurzaamheidstransitie. Zijn essay staat vol punten die ik hem het afgelopen decennium al vaker heb zien maken. Als Rotmans of partijen als Drift en Urgenda meer betrokken waren bij het ontwerp van de proeftuinen, zouden die inderdaad kunnen fungeren als vliegwiel, zoals de bedoeling is. Nu lijkt het er meer op dat het wiel opnieuw uitgevonden wordt.
Deze blog verscheen eerder op de website van Nul20: www.nul20.nl/forumtypes/blog
Reacties