Het nationale energiebesparingstempo gaat omhoog. De doelstelling van het vorigekabinet (1,3 procent per jaar vanaf 2008 en 1,5 procent per jaar vanaf 2012) is in hetnieuwe regeerakkoord verhoogd tot 2 procent. De toon is duidelijk gezet: Nederlandheeft in 2020 één van de duurzaamste en meeste effi ciënte energievoorzieningen van Europa. Vooral in de gebouwde omgeving liggen mogelijkheden voor energiebesparing voor het oprapen. Energiebedrijven kunnen hierin een belangrijke rol spelen, vinden VROM en EZ.
nr2 mrt 2007 Energie+ 11brandstofBesparingspotentieelgebouwen aanboren? Lage prioriteit: andere uitgaven of inves-teringen hebben de voorkeur.? Beperkte investeringsruimte.? Rompslomp: voorbereiding van/onge-mak bij de uitvoering van besparings-maatregelen.? Split incentives: de investeerder in maat-regelen (vaak de eigenaar van een ge-bouw) profiteert niet van de opbrengst(energielastenverlaging, vaak voor dehuurder). Dit speelt bijvoorbeeld bij huur-woningen en utiliteitsbouw.? Gebrek aan kennis: over mogelijkhedenvoor besparing en/of de opbrengst daar-van.Gelet op deze knelpunten formulerenVROM en EZ een instrumentenpakket datrust op vier pijlers:1. Opleggen van besparingsdoelstellingenaan energieleveranciers.2.Inzet van stimuleringsinstrumenten ominvesteringsbelemmeringen weg te ne-men bij gebouweigenaren en ?gebrui-kers.3. Kennisoverdracht aan eigenaren en ge-bruikers over bijvoorbeeld gebruiksge-drag, kosten en opbrengsten van energie-besparingen, nieuwe technieken en maat-regelen.4.Onderzoek naar verschillende kennisla-cunes, vooral met betrekking tot gedrag.`Deze beleidsintensivering zal geengemakkelijke opgave zijn. Draagvlakvan betrokken partijen is cruciaal,'constateren VROM en EZ in hunbrief aan de Tweede Kamer. Waarliggen de beste kansen voor hun idee-en? En welke landmijnen liggen er op ditbesparingspad? Energie+ trok het veld in, opzoek naar antwoorden. ?Het nationale energiebesparingstem-po gaat omhoog. De doelstelling van het vo-rige kabinet (1,3 procent per jaar vanaf 2008en 1,5 procent per jaar vanaf 2012) is in hetnieuwe regeerakkoord verhoogd tot 2 pro-cent. De toon is duidelijk gezet: Nederlandheeft in 2020 ??n van de duurzaamste enmeeste effici?nte energievoorzieningen vanEuropa. Vooral in de gebouwde omgevingliggen mogelijkheden voor energiebespa-ring voor het oprapen. Energiebedrijvenkunnen hierin een belangrijke rol spelen,vinden VROM en EZ.Beide ministeries stuurden op 15 december2006 een brief naar de Tweede Kamerwaarin ze de energiebedrijven drie maan-den geven om met voorstellen te komen hoezij een substanti?le energiebesparing in degebouwde omgeving willen realiseren. Ookde Europese Commissie is overtuigd van devoordelen van het inschakelen van de ener-giebedrijven voor energiebesparing, getuigede ESD-Richtlijn die per 17 mei 2008 in na-tionale wetgeving moet zijn omgezet. DezeRichtlijn verplicht de lidstaten onder anderetot het inschakelen van energiebedrijvenvoor het realiseren van energie-efficiency bijhun eindafnemers. VROM heeft ondertus-sen nog een tweede route bedacht: de ener-gieprestatie van een woning opnemen inhet woningwaarderingsstelsel. Hierdoorwordt de energieprestatie van een huurwo-ning mede bepalend voor de maximalehuurprijs. Dit moet verhuurders aanzettentot energiebesparende maatregelen.Potentieel onbenutEr is veel potentieel voor energiebesparingin de gebouwde omgeving met terugver-dientijden van minder dan 4 tot 6 jaar. Ditwordt lang niet altijd benut, vinden VROMen EZ. Volgens beide ministeries komt ditveelal door een combinatie van ??n of meervan de volgende factoren:Ook kantoren snelduurzaamVan alle kantoren die de afge-lopen tien jaar zijn gebouwd,is ruim 30 procent eenvoudigduurzaam te maken. BuckConsultants Internationalmeldt dit in een onderzoek inopdracht van SenterNovem.Hinderpaal is de veronderstel-ling van marktpartijen dat deinvestering niet rendabel is.Ten onrechte, want met dehuidige energieprijs zijn dekosten binnen enkele jarenterug te verdienen, conclu-deert Buck. Ook onbekend-heid met het onderwerpspeelt een rol. Daarom zalSenterNovem de voorlichtingover de ontwikkeling vanduurzaam vastgoed sterkintensiveren. Meer info: www.senternovem.nl/kompas/utiliteitsbouw Op deze sitestaat ook de MaatregelenlijstEnergiebesparing in Gebou-wen, een snel overzicht vanalle mogelijkheden.12 Energie+ nr2 mrt 2007brandstofPijlers prikkeleneigenaren, gebruikers en leveranciersHet instrumentenpakket datVROM en EZ in hun briefaan de Tweede Kamer for-muleren, rust op vier pijlers(zie pagina 11). Hierondereen toelichting per pijler.1. Besparingsdoelstellingen energieleveranciersIn het Energierapport is invoering van besparingsdoelstellingen al aangekondigd onder determ `witte certificaten'. Kern van dit instrument is dat de overheid de energieleverancierseen doelstelling oplegt om in een bepaalde periode een bepaalde hoeveelheid energie tebesparen in de gebouwde omgeving. Effectuering van dit instrument leidt tot meer zeker-heid over het halen van de beoogde energiebesparing per jaar op nationaal niveau. De ener-gieleveranciers kunnen dit zelf realiseren en er andere partijen voor inschakelen, bijvoor-beeld installatiebedrijven, corporaties of kantooreigenaren. Voordeel van dit instrument isde resultaatsverplichting, waardoor de doelstelling zeker wordt gehaald. Andere landenhebben hier al goede ervaringen mee. Het prikkelt energieleveranciers om slim en kosten-effectief energiebesparing te bevorderen bij hun klanten. Het ligt voor de hand om voor hetrealiseren van energiebesparing in de gebouwde omgeving aan te sluiten bij het al bestaan-nr2 mrt 2007 Energie+ 13de labelsysteem voor apparaten en bij de Europese EPBD. Gebou-wen zullen op grond van deze Richtlijn worden voorzien van eenEnergieprestatiecertificaat dat bij transactiemomenten moet wor-den overlegd. Dit certificaat geeft de energieprestatie van een ge-bouw aan (Energie-Index) en bevat een advies over besparingsmaat-regelen. Invoering van deze certificaten vergemakkelijkt het realise-ren van energiebesparing in de gebouwde omgeving. Het voorne-men is verplichtstelling uiterlijk per 1 januari 2008.2. Stimuleringsinstrumenten voor investeringeneigenaren en gebruikersVoor het doorbreken van barri?res voor energiebesparing in de ge-bouwde omgeving moeten stimuleringsinstrumenten worden ont-wikkeld. VROM en EZ denken aan:? Doelstellingen voor de utiliteitsbouw (bijvoorbeeld een verplich-ting voor energieleveranciers).? Een energiebesparingsbedrijf (een vorm van publiekprivate sa-menwerking die nieuwe financieringsvormen kan ontwikkelen).? Lagere overdrachtsbelasting voor energiezuinige koopwoningen.? Laagrentende leningen voor investeringen in besparingsmaatre-gelen.Bovendien wil VROM de Energie-Index op het Energieprestatiecerti-ficaat voor de EPBD gaan gebruiken als basis voor het toekennen vanpunten voor de energetische kwaliteit van een woning in het Woning-waarderingsstelsel (WWS). Belangrijk aandachtspunt daarbij: hoekun je een verhuurder stimuleren tot investeringen in energiebespa-rende maatregelen? Hierbij speelt de split incentive problematiek: deene partij (eigenaar) investeert en de andere partij (huurder) profi-teert daarvan. In een ideale situatie leidt een hogere maximale huur-prijsgrens (op grond van een betere energieprestatie) tot minder be-perkingen om energiebesparende maatregelen door te berekenen inde huur, terwijl voor de huurder de hogere huur wordt gecompen-seerd door een lagere energierekening. In dit kader bekijkt VROMtevens de mogelijkheden om voor energetisch slechte woningen eenlagere maximale huurprijs vast te stellen dan voor energetisch beterewoningen.3. Kennisoverdracht aan eigenarenen gebruikersVROM en EZ noemen diverse maatregelen die al in gang zijn gezet:de Energiebox en Energiebon, kennisoverdrachtprojecten (zoalswww.consument-en-energie.nl) en de Energielastenverlager (www.energielastenverlager.nl). Ook de particuliere sector neemt initia-tief, zoals de slimme meters van de netwerkbedrijven: meer inzichtin energieverbruik moet leiden tot energiebesparend gedrag.4. Onderzoek naar kennislacunesGedrag speelt een grote rol in de effectiviteit van besparingsmaatre-gelen. Dit jaar start VROM een onderzoek naar de relatie tussenbewonersgedrag en de EPC. De EPC heeft weliswaar betrekking opde nieuwbouw maar de ervaringen uit dit onderzoek kunnen welworden gebruikt in de communicatie gericht op gedragsbe?nvloe-ding in de bestaande voorraad. Verder zal in 2008 onderzoek plaats-vinden naar de werkelijke effecten van de EPC-aanscherping. ?`Zo min mogelijk effectop energieprijzen'`De energiebedrijven nemen deuitdaging aan om voorstellen teontwikkelen waarmee extra ener-giebesparing in de gebouwde om-geving wordt gerealiseerd,' rea-geert EnergieNed, de brancheor-ganisatie van energiebedrijven.Volgens EnergieNed zijn haar leden bereid een rol te spe-len bij het realiseren van energiebesparing. De brancheorganisatieoverlegt hierover met andere betrokken partijen (installateurs, pro-jectontwikkelaars, aannemers) en het Platform Energietransitie Ge-bouwde Omgeving. `De energiebedrijven zijn voorstander van eeneffici?nte aanpak. De uitvoering moet zo plaatsvinden dat die zomin mogelijk effect heeft op de energieprijzen. Een effici?nte aan-pak kan worden bereikt als alle betrokken partijen zich inzetten enzich richten op wat binnen hun mogelijkheden ligt. Het is daaromgoed dat de woningbouwcorporaties worden aangesproken op watbinnen hun mogelijkheden ligt,' aldus EnergieNed. Zij benadruktdat goed oog moet worden gehouden voor de concurrentieverhou-dingen. `Niet alle energiebedrijven hebben dezelfde mogelijkhedenom een uitvoerende rol te spelen bij de realisatie van energiebespa-ring. Bovendien zijn ook andere partijen in staat deze rol op zich tenemen, bijvoorbeeld installatiebedrijven. Er moeten gelijke uit-gangsposities zijn voor alle marktpartijen.' ?14 Energie+ nr2 mrt 2007`Eindeloos praten overwie de kosten draagt'Jannes Verwer trekt zijnwenkbrauwen omhoogbij de brief van VROM enEZ. De voormalig topmanvan energiebedrijf E.ONkan een zucht niet on-derdrukken. `Het bespa-ringsvraagstuk wordtmet ambtelijke logicaaangepakt. Het leidt,vrees ik, tot ingewikkeldeaanzetten voor afspra-ken waarbij partijen ein-deloos praten over wiede kosten draagt.'Verwer gelooft niet in de effectiviteit en controleerbaarheid van de voorstel-len. Toch kunnen de dringend gewenste besparingen volgens hem wel degelijk bereikt wor-den. `Ik zou daarbij echter niet inzetten op de adviezen van adviseurs en gedragswetenschap-pers, maar zoek het in concrete technische oplossingen. Zekerheid, maar niet direct morgenen niet precies met een tempo van 2 procent per jaar. Maar wel gestaag en duurzaam. Zorg erin elk geval voor dat alle nieuwbouw voldoet aan de hoogst mogelijke eisen van energiezuinig-heid. En dat de leveranciers van apparatuur hun producten veel energiezuiniger maken enzorgen dat die dingen niet onnodig blijven aanstaan. Laat het een Europese aanpak zijn waar-in geen plaats is voor - een klein voorbeeld - schelle energieverslindende 400W bureaulampjesuit China. En laten we zorgen dat we energiebesparing ook allemaal terugzien in onze porte-monnee. Waarom is er nog geen website van de overheid waar je precies in eenvoudige taalkunt zien wat de meest energiezuinige apparaten zijn? En wil je iets doen om bestaande ge-bouwen energiezuiniger te maken, dan lijkt mij een terugverdientijd van drie jaar het maxi-mum en zou voorfinanciering via de rekening van het netbedrijf (100% in overheidshanden)mogelijk moeten zijn. Dan kun je in tien jaar heel wat bereiken.' ?brandstofDe energiebedrijvenstaan onder grote maat-schappelijke druk ombesparingen bij hun klan-ten te realiseren. De re-gering spreekt de inno-vatiekracht van deze be-drijven aan en wil dat zeop korte termijn met eenenergiebesparingsplankomen. De slimme ener-giemeter kan hier eenbelangrijke rol bij spelen.Dit apparaat maakt be-drijven en consumentenbewust van hun energie-verbruik en stimuleert zebovendien het verbruikte verlagen.De kosten van de meters en de beno-digde communicatie-infrastructuur warentot voor kort nog vrij hoog en wogen niet optegen de voordelen. Maar de recente tech-nologische vooruitgang en de noodzaak ef-fici?nter te opereren, maken de slimme me-ter nu juist zeer interessant voor energiebe-drijven. Voorwaarde is wel dat ze hem in-zetten om de efficiency van de gehele be-drijfsvoering te verbeteren, zoals de factura-tie, de verkoop en zelfs de productie. Eenenergieleverancier zou bijvoorbeeld ver-schillende soorten tarieven in kunnen voe-ren om consumenten te stimuleren buitenDoor Jeroen Blijsie, business consultant LogicaCMGSlimme metersbelangrijk voorenergiebesparingde piekmomenten te consumeren. Hier-door kan de producent effici?nter produce-ren en de consument een lagere prijs bie-den. De overheid moet er wel scherp optoezien dat de consument voldoende mee-profiteert.GedragsveranderingVolgens een Europees onderzoek van Lo-gicaCMG in 2006 (www.logicacmg.nl/energieonderzoek) hebben de meestemensen niet genoeg informatie over dehoeveelheid energie die zij werkelijk ver-bruiken. 70% van de respondenten veran-nr2 mrt 2007 Energie+ 15Reacties van lezers zijnvanzelfsprekend welkom.Stuur ze o.v.v. 'ReactieBrandstof' naar:Uitgeverij ?neasPostbus 1015280 AC Boxtelenergieplus@aeneas.nlDe redactie heeft de vrijheidom reacties (of delendaaruit) te publiceren alsingezonden stuk.`Brief VROM/EZis een goed begin'`Energiebesparing is prioriteitnummer ??n als het gaat omde verduurzaming van onzeenergievoorziening,' vindtCDA-Kamerlid Liesbeth Spies.Samen met D66-collega Borisvan der Ham diende ze in2005 een motie in om de ener-giebesparingambities op teschroeven naar 1.5 procentper jaar vanaf 2006 en 2 pro-cent vanaf 2010. Deze ambitieis nu ook opgenomen in hetregeerakkoord, als onderdeelvan een totaalpakketvoor verduurzaming van deenergievoorziening.dert zijn gedrag `als er in huis een beeld-scherm is waarop op een begrijpelijke ma-nier precies wordt verteld hoeveel energieieder toestel in huis op ieder willekeurigtijdstip verbruikt.' Omdat de slimme me-ter real-time verbruiksinformatie kan ge-nereren, kan hij in belangrijke mate hel-pen de besparingsdoelstelling te realise-ren. Zodra de consument ?cht ervaart datzijn wasdroger vijf procent van het stroom-verbruik voor zijn rekening neemt, is hijeerder geneigd de was aan de waslijn tehangen.Een belangrijke uitdaging voor de energie-leverancier is echter wel dat hij de actueleverbruiksinformatie op de juiste manieraanbiedt. Als de meter met beeldschermachter de meterkastdeur staat, bereikt de in-formatie de gebruiker nog onvoldoende. Deoplossing ligt in het aanbieden van de infovia de media die de consument dagelijks ge-bruikt: mobieltje, internet en in de toekomstdigitale tv. Het is dan een kleine stap deconsument via een alert te waarschuwenvoor een te hoog verbruik. Omdat de achter-liggende netwerken van deze media de ko-mende jaren steeds meer integreren, wordthet steeds eenvoudiger en goedkoper omdit te realiseren.De technologie voor de slimme meters ende bijbehorende communicatie-infrastruc-tuur is al beschikbaar of wordt momenteelgetest. Waar wachten we nog op? ?In 2005 vroeg de Kamer op Spies' initiatief om een overzicht van de mogelijkhe-den voor energiebesparing en toepassing van duurzame energie in de bestaande voorraadwoningen en utiliteitsgebouwen, gezien de grote mogelijkheden in dat segment. `Bij debehandeling van de VROM-begroting voor 2006 hebben we geld vrijgemaakt voor de proef-projecten die nu met de energiebon en de energiebox worden uitgevoerd en waarvan deeerste resultaten positief lijken. Zo hebben we in 2005 de ambities vastgelegd, 2006 lever-de een schat aan informatie over mogelijk instrumentarium op, 2007 moet de geschiede-nis ingaan als het jaar waarin energiebesparing booming business werd,' aldus Spies.16 Energie+ nr2 mrt 2007brandstoftienden van procenten nu nog nauwelijks ko-steneffectief kunnen. Er moeten dus ookminder populaire maatregelen komen om dedoelen te halen.'Brussel`In Brussel is het van hetzelfde laken eenpak,' vervolg Spies. `Het vorig jaar gepresen-teerde Actieplan Energie Effici?ntie kan intheorie voorzien in een energiebesparingvan 20 procent in 2020, maar we hebben re-cent gezien hoeveel politieke energie het al-leen al kost om aan de auto-industrie extraemissie-eisen te stellen. Eisen die even dwin-gend als terecht waren, omdat de auto-indu-strie de in een convenant overeengekomendoelstelling niet zou halen. In Nederlandhebben we gelukkig positievere ervaringenmet convenanten, zoals de onvolprezenMJA's energie-efficiency met de industrie.'In Brussel moet de Commissie volgensSpies voet bij stuk houden bij ambities vooreen duurzame energievoorziening, omwillevan de Europese concurrentiepositie, deenergievoorzieningszekerheid en het aan-pakken van het klimaatprobleem. `ZelfsCommissievoorzitter Barroso heeft zijn nekuitgestoken bij de presentatie van zijn Cli-Door Marijke Menkveld, ECN Beleidsstudiesmate/Energy Package. We moeten er daar-om van uitgaan dat de Commissievoorzittercritici als Industriecommissaris Verheugenen enkele nationale lobby's durft te trotserenwanneer het op concrete, soms impopulairemaatregelen aankomt (het befaamde enlangverwachte bronbeleid).' Volgens Spieskan in maart de eerste slag geslagen wordenop de top van regeringsleiders waar de EC-plannen voor klimaat en energie worden be-sproken. `Wij hebben er vanuit de TweedeKamer bij de Nederlandse regering op aan-gedrongen niet te lang stil te staan bij dedoelstellingen maar vooral aandacht te be-steden aan de maatregelen die nodig zijnom de doelen te halen: boter bij de vis.'TimingGoede timing van voorstellen is in de poli-tiek zeker zo belangrijk als de inhoud, weetSpies. Dat juiste moment lijkt zich nu aan tedienen. Spies verwacht de komende maan-den flinke slagen. `Laten we de handen in-een slaan. Consumenten, bedrijven, weten-schappers en politici hebben elkaar nodigop weg naar de door Barroso aangekondigdepost-industri?le revolutie naar een sterkelow-carbon economie.' ?Spies vindt de VROM/EZ-brief een goed be-gin. Van het nieuwe kabinet verwacht ze dathet op korte termijn alle relevante mogelijkeinstrumenten beoordeelt en dan knopendoorhakt. `De rapporten kennen we, nu deacties nog.' Over de gewenste vorm van dieacties heeft Spies wel idee?n. Ten eerste wilze zoveel mogelijk marktconforme instru-menten inzetten, zoals een revolving fundvoor `zachte' leningen voor besparingsmaat-regelen in de gebouwde omgeving en meermaatregelen in de fiscale en financi?le sfeer.Ten tweede vindt ze dat ook energiebedrij-ven, woningcorporaties, bouwbedrijven enindustrie flink moeten bijdragen aan ener-giebesparing en verduurzaming van de ener-gievoorziening. `Het belangrijkste is echterdat er snel een effectief en effici?nt maatre-gelenpakket komt. Het nieuwe kabinet geeftzichzelf daarvoor de inmiddels veel genoem-de 100 dagen. Laten we het misverstand dewereld uit helpen dat besparing of het ver-groten van de efficiency alleen maar geld op-levert of `leuk' is. Om de doelstellingen tehalen moeten we het onderste uit de kan ha-len. ECN waarschuwt al dat juist die laatsteElektrische apparatenen bestaande bouwEnergiebesparing in de ge-bouwde omgeving is lastig.Het betreft een zeer hetero-gene groep, het gaat om groteaantallen actoren met indivi-dueel een beperkt energiege-bruik, en de interesse en mo-tivatie bij deze groep omenergie te besparen is veelalbeperkt of heeft een lageprioriteit.Daarnaast spelen ook andere actoren een rol, zoals woningbouwcorporaties,projectontwikkelaars en bouwers en fabrikanten van installaties en elektrische apparaten.Het grootste besparingspotentieel is realiseerbaar bij elektrische apparaten en in de bestaan-de bouw. Ook in de nieuwbouw is nog energiebesparing mogelijk, maar de omvang tenopzichte van het totale woning- of gebouwenbestand is gering.Bij elektrische apparaten is het effectiever een norm te stellen aan het energiegebruik vanapparaten dan te proberen het aankoopgedrag van de consument te be?nvloeden. De Euro-pese ontwikkelingen zijn hoopgevend. De Europese Commissie heeft recent in haar Actie-plan Energie Efficiency aangegeven normen te willen stellen aan het energiegebruik vanelektrische apparaten in het kader van de Ecodesign richtlijn. Hoe streng die normstellingzal worden, moeten we nog afwachten.Sociale taakMaatregelen in de bestaande bouw kunnen alleen worden getroffen door gebouweigenarenzelf. Corporaties moeten gedwongen worden tot energiebesparende maatregelen, zij heb-ben immers een sociale taak. Financieel is investeren in energiebesparing voor hen interes-nr2 mrt 2007 Energie+ 17SlotsomReacties van lezers zijnvanzelfsprekend welkom.Stuur ze o.v.v. 'ReactieBrandstof' naar:Uitgeverij ?neasPostbus 1015280 AC Boxtelenergieplus@aeneas.nlDe redactie heeft de vrijheidom reacties (of delendaaruit) te publiceren alsingezonden stuk.Terugkijkend op alle visies, meningen en stellingen in dezebrandstof, trekt de redactie van Energie+ de volgendeconclusies.? Energie besparen in de gebouwde omgeving is eenvoudig maarniet makkelijk.? Onderscheid tussen gebouwgebonden en gebruikersgebondenbesparingen geeft inzicht in te nemen maatregelen en gereali-seerde besparingen.? Het gevaar van witte certificaten is een hoop marketinggeweld,veel administratie en discussie over controleerbaarheid van deresultaten.? De weg naar energiebesparing loopt via de Trias Energetica: kijkeerst naar de schil van het gebouw, dan naar de volgende stap-pen.? De energiekwaliteit van een woning moet mede bepalend zijnvoor de maximale huurprijs. Woonlasten = energiekosten + huur.? Nieuwbouw moet zo weinig mogelijk energie gebruiken. Staps-gewijze verlaging van de EPC (en deze vervangen door kWh perm2) is noodzakelijk om de CO2-uitstoot te verminderen.? Slimme meters op een zichtbare plek tonen de actuele prijs vanelektriciteit. Een duidelijk signaal helpt de consument de piekente vermijden.? De overheid kan het goede voorbeeld geven: met een infrarodecamera de kwaliteit van overheidsgebouwen vastleggen en ver-volgens maatregelen nemen.sant mits het woningwaarderingstelselwordt aangepast. De investeringen verlen-gen de levensduur van de woning en dat le-vert huurinkomsten op. Door de stijgendeenergieprijzen worden de energielastenvoor een huishouden steeds hoger. VROMzou in al haar huurbeleid de totale woonlas-ten (huur plus energielasten) centraal moe-ten stellen.PresenteerblaadjeDe 3,5 miljoen particuliere woningbezitterszijn een moeilijk te benaderen groep. Jemoet ze energiebesparende maatregelen opeen presenteerblaadje aanbieden. Energie-bedrijven kunnen daar een rol in spelen,want zij hebben al een relatie met die klan-ten en kunnen via de energierekening definanciering verrekenen. Maar ook de ener-giebedrijven kunnen alleen verleiden totbesparing en geen maatregelen dwingendopleggen. Om nationaal 2 procent bespa-ring te realiseren moet een heel groot deelvan het energiebesparingspotentieel wor-den benut. Normstelling aan het energiege-bruik van bestaande woningen en gebou-wen zou daarbij wel eens noodzakelijk kun-nen zijn. ?
Reacties