Het gevoel van urgentie om klimaatverandering te bestrijden is terug in de politieke arena. Wat wetenschappelijk allang bekend was, staat nu eindelijk ook verwoord in het nieuwe regeerakkoord in de ‘30-20-2’-formule voor 2020: 30 procent minder uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 1990, 20 procent duurzame energie en 2 procent energiebesparing per jaar. Dat is politiek dikke winst. Het WAT staat nu vast, het HOE echter nog niet. Daaraan moet het project Schoner en Zuiniger onder leiding van milieuminister Cramer richting en invulling geven. Er zijn veel technologieën beschikbaar, maar het ondergronds dumpen van CO2 (Carbon Capture and Sequestration, CCS) bij nieuwe kolencentrales hoort daar volgens Greenpeace niet bij.
38 Energie+ nr 3 mei 2007Het gevoel van urgentie om klimaatverandering te bestrijden is terug in de politieke arena. Wat weten-schappelijk allang bekend was, staat nu eindelijk ook verwoord in het nieuwe regeerakkoord in de`30-20-2'-formule voor 2020: 30 procent minder uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 1990,20 procent duurzame energie en 2 procent energiebesparing per jaar. Dat is politiek dikke winst. HetWAT staat nu vast, het HOE echter nog niet. Daaraan moet het project Schoner en Zuiniger onder leidingvan milieuminister Cramer richting en invulling geven. Er zijn veel technologie?n beschikbaar, maar hetondergronds dumpen van CO2 (Carbon Capture and Sequestration, CCS) bij nieuwe kolencentrales hoortdaar volgens Greenpeace niet bij.Door Hans Altevogt - campagneleider klimaatverandering en energie GreenpeaceopinieCO2 dumpen:luie end-of-pipe oplossingInvesteren in nieuwe kolencentrales enlater CCS toevoegen is als met een autode weg op gaan en onderweg proberende remmen uit te vinden.FotoMichaelUtechnr 3 mei 2007 Energie+ 39CCS is populair bij politici en stroomproducenten die business-as-usual onder de beleidsparaplu van klimaatverandering wil-len continueren. CCS is een luie, typische `end-of-pipe'-oplossing:gewoon doorgaan met de gebruikelijke energieproductie en ?con-sumptie en alstublieft geen energierevolutie, die alles wat we ge-wend zijn omver werpt. Neen, liever `ontzorgen' aan het eind van depijp dan onze energievoorziening duurzaam innoveren. En duswordt volop geflirt met de CCS-belofte.Nieuwe centralesZo willen Nuon, Essent, E.ON, Electrabel en RWE vijf nieuwe ko-lencentrales bouwen met een gezamenlijk vermogen van circa5.000 MW. Gevolg: de Nederlandse CO2-uitstoot stijgt met 12 pro-cent en die van de elektriciteitssector met 60 procent. Dan is gok-ken op CCS natuurlijk een veel te groot risico, dat de beleidsdoelenuit het regeerakkoord bedreigt. Immers, CCS is nog nooit beproefdbij grote elektriciteitscentrales. Lukt het niet met CCS of is de ont-wikkeling ervan te laat of te langzaam, dan moeten die nieuwe ko-lencentrales dicht, want doordraaien is vanwege klimaatveranderingnatuurlijk geen optie. Het investeren in nieuwe kolencentrales enpas later optioneel toevoegen van CCS is als met een auto de weg opgaan en onderweg proberen de remmen uit te vinden.Volgens Greenpeace moeten alle technologische energiekeuzes(ook) passen in een duurzame ontwikkeling van onze mondialeenergievoorziening. Dan moeten we niet alleen kijken naar klimaat-verandering en CO2-uitstoot, maar ook naar de sociale en anderemilieueffecten over de hele keten. Past CO2-dumping in een duur-zame ontwikkeling van onze energievoorziening? Neen, en datkomt vooral door de binding met kolen. Kolen zijn immers de goed-koopste fossiele brandstof en CCS is duur. De combinatie CCS/ko-len ligt economisch dus meer voor de hand dan het afvangen enopslaan van CO2 bij aardgascentrales of op resthout gestookte bio-massacentrales. Een `lock in' van deze CCS-kolencombinatie dreigt.Kiezen voor CCS is ook een keuze voor kolen, maar dat geldt nietandersom: kiezen voor kolen is nog geen keuze voor CCS, omdattoepassing niet is gegarandeerd.Externe effectenMaar er is meer. Kolenstroom is helemaal niet goedkoop. Kolen gene-reert over de hele keten naast klimaatontwrichting heel wat externeeffecten, zoals luchtvervuiling (fijn stof), gezondheidsschade, (dode-lijke) ongevallen bij mijnbouw enz. Die kosten worden nu afgewen-teld op samenleving en overheid. Het doorberekenen van deze kostenaan de stroomproducenten op grond van het principe `de vervui-ler betaalt', verhoogt de productieprijs van ??n kilowattuurkolenstroom met ruim 1,5 eurocent. Bij hoge CO2-prijzenen brandstofkosten kan de productieprijs van een ki-lowattuur kolenstroom (4 eurocent) zelfsmeer dan verdubbelen. Het niet door-berekenen van deze `vergeten'kosten aan de stroomprodu-centen is in strijd met hetprincipe `de vervuiler be-taalt' en verstoort de con-currentie met schone ener-gie, waarvan de externe kos-ten immers lager zijn. Zon-der gelijk speelveld moetschone energie onevenredig zwaar worden gecompenseerd met sub-sidie. De vijf stroomproducenten, die nieuwe kolencentrales willenbouwen, presenteren samenleving en overheid een ongevraagde re-kening van circa 650 miljoen euro per jaar, ofwel 26 miljard euro,gerekend over de levensduur van 40 jaar. Rekenvoorbeeld: de geplan-de Nuon Magnum centrale (kolenvergasser, Eemshaven) heeft eenvermogen van 1.200 MW en een verwachte jaarproductie van 8,4 mil-jard kilowattuur. De rekening die Nuon neerlegt bij samenleving enoverheid bedraagt (bij 100% kolenstook en bij lage CO2- en brand-stofprijzen) 140 miljoen euro per jaar, ofwel 5,6 miljard euro over delevensduur. Of een kolencentrale commercieel levensvatbaar is, hangtvooral af van de vraag wie de `vergeten' kosten van kolenstroom in detoekomst gaat betalen: de samenleving en de overheid, zoals nu, of destroomproducent.Wie gaat betalen?En dat is nog niet alles, want wie gaat CCS straks betalen? Kolen-stroom is `prettig' goedkoop voor de energie-intensieve industrie endat willen ze met steun van de politiek en met een beroep op de in-ternationale concurrentiepositie graag zo houden. Investeren in eenCCS-demonstratieproject kost circa 300 miljoen euro per kolencen-trale en die investering is voor de energiebedrijven niet meer daneen optie. Zij blijken hooguit bereid om het ontwerp van hun kolen-centrales `capture ready' te maken. De kans is dus re?el dat de inves-teringskosten bij overheid en belastingbetaler worden neergelegd,wat opnieuw in strijd is met het principe `de vervuiler betaalt'. Enzelfstandig investeren in CCS is bovendien onrendabel zolang hetkabinet doorgaat met het beschermen van stroomproducenten enindustrie door het veel te ruim toedelen van ook nog eens gratisemissierechten. De overheid lijkt zichzelf hier opnieuw klem te zet-ten en frustreert haar eigen ambitie om in 2020 twintig procentduurzame energie (geschat aandeel duurzame elektriciteit: > 30%van de stroomproductie in 2020?) te realiseren. En omdat de over-heidseuro maar ??n keer kan worden uitgegeven, dreigt schoneenergie met steun van de overheid `duurzaam' te worden verdron-gen van de energiemarkt.Extra energieCCS kost ook nog eens extra energie. Voor dezelfde elektriciteitsop-brengst moet 10 tot 40 procent meer energie worden verstookt,waardoor het rendement van de centrale daalt met 12 tot 17 procent.Bij winning en transport komen ook meer broeikasgassen (CO2,methaan) vrij. De claim dat toepassing van CCS 90 procent van deCO2-uitstoot kan afvangen geldt dus in het bestegeval voor afvang bij de centrale zelf, maarniet voor de uitstoot over de heleketen.Volgens Greenpeace staan wevoor een historisch keerpunt. Kie-zen voor onbewezen `end-of-pipe'-technologie of een waarachtige be-wezen verduurzaming van onzeenergievoorziening, bestaande uiteen combinatie van hyper-efficiencyen een pakket duurzame energie. ?Gokken op kolen en CCS bedreigt de milieu-doelen, vindt Greenpeace.FotoYuriKizima
Reacties