In 2010 wordt 9 procent van de in Nederland verbruikte elektriciteit duurzaamopgewekt. EZ heeft zich met de MEP vooral gericht op het halen van deze doelstelling.Maar EZ heeft onvoldoende rekening gehouden met de samenhang van de MEP met ándere beleidsdoelen op het gebied van duurzaamheid, zoals luchtkwaliteit en CO2-reductie. Ook de doelmatigheid en het fi nancieel beheer van de MEP hebben te weinig aandacht gekregen. Bovendien is onzeker of het beleidsdoel voor 2010 wordt gehaald, vooral doordat onduidelijk is hoeveel elektriciteit door biomassaverbrandingkan worden opgewekt.
nr 4 juli 2007 Energie+ 11brandstofGezocht:re?le doelen en goed managementIn 2010 wordt 9 procent van de inNederland verbruikte elektriciteit duur-zaam opgewekt. EZ heeft zich met de MEPvooral gericht op het halen van deze doel-stelling. Maar EZ heeft onvoldoende reke-ning gehouden met de samenhang van deMEP met ?ndere beleidsdoelen op het ge-bied van duurzaamheid, zoals luchtkwali-teit en CO2-reductie. Ook de doelmatigheiden het financieel beheer van de MEP heb-ben te weinig aandacht gekregen. Boven-dien is onzeker of het beleidsdoel voor 2010wordt gehaald, vooral doordat onduidelijkis hoeveel elektriciteit door biomassaver-branding kan worden opgewekt.Deze conclusies staan in het rapport Subsi-dieregeling Milieukwaliteit Elektriciteitspro-ductie (MEP) dat de Algemene Rekenkamerop 15 mei heeft gepubliceerd. Dit onderzoekis op verzoek van de Tweede Kamer uitge-voerd.Het rapport geeft te denken over de manierwaarop Nederland zijn doelstellingen for-muleert. Het nieuwe kabinet geeft op pa-pier onmiskenbaar het goede voorbeeld. Dereacties waren aanvankelijk dan ook blij enpositief verrast, en terecht. Maar nu de con-fetti is neergedwarreld, komen de eerstehaarscheuren en klinkt steeds vaker (voor-zichtige) kritiek door. Nu ook een alom ge-respecteerd instituut als de Algemene Re-kenkamer openlijk aan de gestelde doelenmorrelt, vraagt Energie+ zich af: wat is debeste en meest betrouwbare manier om re-alistische doelen te stellen? En hoe manageje het proces om die doelen te bereiken?Voor de overheid zijn dit cruciale vragen,zeker omdat zij niet veel meer kan doendan stimuleren. Is het misschien verstan-dig om re?le tussendoelen te stellen, zodatje onderweg weet waar je staat en wat jeeventueel moet bijstellen? Bijvoorbeeld, deoorspronkelijke tussendoelstelling 5 pro-cent duurzame energie in 2010 vinden wenergens meer terug, maar was misschienzo gek nog niet. Het laaghangende fruitwordt inmiddels geplukt, maar wat te doenom het hoger hangende fruit te bereiken?Met deze gedachten onder de arm trokEnergie+ het veld in, op zoek naar antwoor-den op de vraag: hoe stel je realistische doe-len en hoe organiseer je het proces dat moetleiden tot het bereiken van die doelen? ?RegelingonbeheersbaarOm de investeerders in duur-zame elektriciteit zekerheid tebieden werd de MEP-regelingoorspronkelijk buiten de EZ-begroting om gefinancierd.Hierdoor werd de MEP vol-gens de minister beter be-schermd tegen bezuinigings-rondes. Er was geen budget-tair plafond en het aantal be-drijven dat gebruik kon makenvan de regeling was niet be-grensd. De regeling werd doordeze opzet financieel onbe-heersbaar, concludeert de Al-gemene Rekenkamer in haarrapportage van 15 mei. Zowelde rechtmatige uitvoering alshet financieel beheer hebbengeleden onder deze opzet vande MEP-regeling. Dit werd pasgoed duidelijk toen in 2005 en2006 werd besloten de rege-ling alsnog geheel uit de be-groting te financieren.Nederland EUReductie uitstoot broeikasgas-sen (in CO2-equivalenten)30% 20%Energie-effici?ntie verbetering 2% per jaar 20%Inzet aandeel duurzameenergie20% 20%Inzet aandeel biobrandstoffen 10% 10%12 Energie+ nr4 juli 2007brandstofDoor Roel in 't Veld - Voorzitter van de Raad voor ruimtelijk, milieu- en natuuronderzoekAanmoedigingtot continu?teitHet Nederlandse energiebeleid was lang gekenmerktdoor veel geloof in open markten, zodat voor de doel-stelling voorzieningszekerheid weinig aandacht nodigwas. Overal ter wereld zou immers voldoende energiete koop zijn. Lokale, alternatieve energieproductiekreeg dan ook geen steun vanwege de bijdrage aanvoorzieningszekerheid maar meer als hobby voor sti-mulering van duurzaamheid. De prioriteit was nietsteeds hoog. Mede als gevolg van dit geloof is het Ne-derlandse beleid ter stimulering van energievoort-brenging door wind en zon gekarakteriseerd door veeldiscontinu?teit.Eerst werd de subsidieregeling voor zonnepanelen plotse-ling afgeschaft en in 2006 de MEP-subsidieregeling voor niet fos-siele elektriciteitsproductie. Onbetaalbaarheid was in beide geval-len het motief. Elders op de wereld is goed nagedacht over samen-hangende overheidsmaatregelen die innovatie voor en productievan duurzame energie doeltreffend bevorderen. Ten eerste is hetdenken dan steeds gericht op de lange termijnontwikkeling vannieuwe technologie?n, en niet op de korte termijn. Aanvankelijk isde nieuwe technologie altijd onrendabel. In deze fase is het gewenstzowel de R&D te stimuleren als de productie zelf. De interactie tus-sen onderzoekers en producenten is immers belangrijk voor het inzo hoog mogelijk tempo laten dalen van de kostprijs van de produc-tie. De subsidieregeling voor de productie moet ook zo zijn inge-richt dat de hoogte van de subsidie daalt naarmate de rentabiliteitvan de toepassing stijgt. Dan zal er ook geen eindeloze accumulatievan subsidieaanvragen meer plaats vinden.Het aller slechtste wat je kunt doen is het plotseling ontmoedigenvan innovatie door onverwacht subsidies te stoppen. Onderzoekershaken af, kleine ondernemers gaan failliet, het vertrouwen is voorlange tijd weg. Discontinu?teit in een te vroeg stadium van de ont-wikkeling is dus een doodzonde. Vooral voor zonnepanelen is nogeen lange weg te gaan, maar die moet wel worden afgelegd.Homo ludensBiomassa is in de mode. De EU is wildenthousiast. Dat enthousi-asme is een beetje in strijd met de voorzichtigheid van deskundi-gen bij het beoordelen over de duurzaamheid van de biomassapro-ductie. Minister Cramer is zelf een expert, zodat prudentie te ver-wachten valt. Ik zou niet graag op mijn geweten hebben dat veelmeer mensen in de derde wereld honger lijden vanwege gestegenvoedselprijzen, omdat we de landbouwgrond massaal gebruikenvoor biomassaproductie.Wat mij opvalt is het plezier waarmee burgers die met zonnepane-len of andere lokale energie-opwekking te maken hebben sprekenover hun beheersmaatregelen met betrekking tot metertjes en ge-stage verbetering. De homo ludens in actie. Zou het niet bijdragenaan energiebesparing als niet alleen ondernemers stimulansenkrijgen voor alternatieve, duurzame productie maar ook burgers.Wat naar mij is overgewaaid uit Vlaanderen over het aldaar gevoer-de beleid, doet vermoeden dat we van onze Zuiderburen nog hetnodige kunnen leren.ProcesvoeringOok in ons land bestaan wel mooie aanzetten: de interdepartemen-tale directie energietransities beschouwt zichzelf als back officevan maatschappelijke platforms. Dat is winst, indien daaruit eenmaatschappelijke coalitie voortkomt die in staat is alle actoren (ookde private) tot maatschappelijk verantwoord ondernemen en han-delen te brengen. De procesvoering is even belangrijk als de in-houd. De tijd dat een overheid centraal doelstellingen kon bepalenen vervolgens beleidsinnovatie kon bevelen is wellicht definitiefvoorbij. Daarvoor is de complexiteit te groot. Maar de nieuwe ont-wikkelingen zijn nog kwetsbaar. Je komt immers van de regen inde drup, als je rigide eenzijdigheid vervangt door stuurloos dobbe-ren. Er is juist veel vasthoudendheid nodig om in een proces metvelen consequent te werkenaan de oplossing van langetermijn problemen. ?nr 4 juli 2007 Energie+ 13Door Prof. Aviel Verbruggen, Universiteit AntwerpenKijk naar Vlaanderen:leren, niet kopi?renCollega Roel in 't Veld wilgraag leren over het gevoer-de beleid rond groenestroom in Belgi?. In Vlaan-deren kunnen inderdaadhuishoudens en andereagenten een groene stroominstallatie (laten) bouwen endaar financi?le steun voorkrijgen in de vorm van subsi-dies en groene stroom certi-ficaten. De kosten van dezelaatste worden via de leve-ranciers van elektriciteit, hetkoppelnetbedijf ELIA en dedistributienetbedrijven ver-haald op de eindgebruikersvan elektriciteit. Dit is denette manier van doen, enhelpt bovendien de procen-tuele groene stroom doel-stelling te halen omdat ho-gere eindprijzen de vraagnaar elektriciteit afremmen.Maar in 2001 wou Vlaanderen ook sneller zijn dan Europa in het wetgevendomzetten van idee?n over groene stroom markten. De Vlaamse wetgever ontdekte de vrijemarkt: alle groene stroomproducenten zouden het tegen mekaar opnemen en zo de juistemarktprijs instellen. Simpel, maar effici?nt? Simpel is het om alle vormen van groenestroomproductie in ??n zak te stoppen: bestaande en nieuwe capaciteiten, verse windturbi-nes naast bruingebrande afvalovens, hydro en bio. Ja, de marginale kostencurven van diezeer diverse projecten zijn erg verschillend, en bovendien ver van puur marktgevoed. Afval-verbrandingsovens werden vroeger gebouwd met 60 procent subsidie en de werking ervanwordt betaald door de afvalleverancier. Volgens het principe `de vervuiler betaalt' moet diealle kosten dekken om het afvalprobleem te verwerken. Hier hoeven de schaarse middelenvan groene stroom ontwikkeling toch niet aan besteed. Naast afvalverbranding zijn veleandere bio-stromen eerder bruin dan groen (stortgas, slib). Natuurlijk moeten ook dezekringen gesloten, maar best exclusief op rekening van de vervuiler. Wat als groene stroomgeldt, bepaalt de EU, maar de ruime biomassa mantel blijft een bron van vertekening.Perverse effectenDiverse technieken in de GSC-zak (groene stroom certificaten) kregen en krijgen investe-ringssteun. Bijna elke marginale kostencurve (aanbodscurve) van de deelnemers in hetGSC-systeem is gemasseerd. Die op ??n GSC-markt brengen, leukt mooi maar heeft per-verse effecten. Pervers en verhuld zijn vooral de belangrijke `windfall profits'. In de GSC-theorie gaat veel aandacht naar het bestaan van (Ricardiaanse) rentes; deze komen toe aanproducenten die effici?nter werken dan de marginale producent op de markt. Een respecta-bel economisch principe dat de effici?ntie en de innovatie in een markt bevordert. Maar watte denken van het samen behandelen van bier, wijn en champagne, en de bierbrouwers`rentes' laten opstrijken tegen de marginale prijs vandure Bordeaux? De tabel geeft een benaderende ont-leding van de Vlaamse GSC-eurostromen voor2004-2006. Gedurende deze jaren ligt de prijsvan de certificaten op ongeveer 110/MWh (ditbedrag komt bovenop de normale marktprijsvan de stroom). De GSC-omzet stijgt flink, zo14 Energie+ nr4 juli 2007brandstof% van totaal bedragook de windfalls en rentes. Geschat wordt dat nog niet de helft vande omzet in die drie jaren echt diende om de kosten van de groen/bruine stroom te betalen. Willen de elektriciteitsgebruikers dezemiljoenen wel ophoesten om een schijn van marktwerking in standte houden? Inderdaad gaat het over een schijnbare markt, wantsinds 2001 is het systeem voortdurend bijgetimmerd. Bijvoorbeeldvanaf 1 januari 2006 gelden GSC -minimumprijzen, zoals 80/MWh voor groene stroom uit coverbranding en afvalverbranding.Begrijpelijk dat velen zich geroepen voelen mee de 6 procent `groe-ne' stroom doelstelling tegen 2010 te halen, en op zoek gaan naarpalmolie en andere biostromen in verre landen. Uit de Vlaamseexperimenten valt zeker veel te leren, maar ze kopi?ren kan ik mijnNederlandse collega's niet aanbevelen. ?`Harde doelen' en`instrumenten'Een gezamenlijke strategie met con-crete bindende afspraken tussen overheiden bedrijfsleven. Zo'n strategie moet er opgericht zijn om slim en kosteneffectief bijte dragen aan de totstandkoming van eennieuwe, mondiale aanpak. Zo luidt de kernvan het gezamenlijke advies van de werkge-versorganisaties VNO-NCW, MKB Neder-land en LTO Nederland. De werkgeversvragen zich af of de drie hoofddoelen vanhet klimaatbeleid (minder broeikasgassen,m??r energiebesparing en m??r duurzameJaarTotaalbedragaanVlaamseGSC(M)WaarvanWindfallsM% van totaalbedrag aanWindfallsRentesKosten2004 61,3 27,7 45,2 14,4 40,42005 103,8 40,4 39,0 15,3 45,72006 150,5 51,3 34,1 17,3 51,4energie) even zwaar wegen. `De maatschap-pelijke kosten zijn lager als de doelstellingvoor vermindering van CO2-uitstoot maat-gevend is en de twee subdoelstellingenflexibel gehanteerd kunnen worden,' aldusde werkgevers in hun voorstel. Ze verwij-zen daarbij naar de Algemene Energieraaddie de doelstelling voor vermindering vande broeikasgassen maatgevend vindt en deandere twee doelstellingen (hoe zinvol ook)`instrumenten' noemt. `Het bedrijfslevendeelt die opvatting, maar vindt wel dat opalle fronten resultaten geboekt moeten wor-den. Voorlopig zouden we daarvoor in ter-men van bandbreedtes (bijvoorbeeld 1,5 ?2,5 procent voor energiebesparing en 15 ? 25procent voor duurzame energie) willendenken,' aldus de werkgevers. ?nr 4 juli 2007 Energie+ 15Nederland mistnu grote kansen`De hele wereld werkt hardaan de implementatie vaneen duurzame energievoor-ziening. De groei van deduurzame energiemarkt iswereldwijd al zo'n 10 jaarruim 30 procent per jaar. In2006 groeide de windener-giemarkt wereldwijd zelfsmet 43 procent, met dehoogste groei in de VS. Ne-derland loopt ver achter,doordat elk beleid op het ge-bied van duurzame energiede laatste jaren is stopgezetof ontbreekt. Daardoor mistNederland nu grote kansenom vernieuwende en inno-vatieve industrie?n tot ont-wikkeling te laten komen.'`Het Nederlandse bedrijfsleven in de sector zet zich nuonverminderd in om die achterstand niet te laten groeien, maardaarbij is een proactieve, stimulerende en stabiele overheid cruci-aal.' Dat zegt Ad van Wijk, voorzitter Raad van Bestuur van Econ-cern. Hij geeft enkele aanbevelingen voor de politiek:1. Zorg voor infrastructuur voor de ontwikkelingvan duurzame energie.Een voorbeeld: op de Noordzee wordt de komende decennia 60.000MW aan windturbines neergezet. Die parken komen er ook welzonder Nederland, maar dat zou zonde zijn van onze eigen moge-lijkheden. Nederland kan een groot deel van de assemblage, plaat-sing, onderhoud en reparatie naar zich toe trekken als een haven,zoals Den Helder, daarvoor wordt ingericht. Dat is goed voor dui-zenden banen. En omdat de Noordzee nu eenmaal ligt waar zij ligtzullen die banen niet snel weglekken naar lagelonenlanden. Deoverheid moet dan wel proactief handelen en de randvoorwaardenen infrastructuur regelen. Eenzelfde verhaal geldt voor de havenvan Delfzijl, voor de import en export van biobrandstoffen. Daarliggen enorme kansen.2. De energie-infrastructuur zodanig inrichtendat duurzame energiebronnen kunnen wordeningepast.Dit geldt bijvoorbeeld voor de elektriciteitsnetwerken in nieuwe wij-ken, die tweezijdig ingericht moeten zijn. Want consumenten wor-den dan zowel gebruiker van duurzame energie als ook producentdoor de integratie van systemen in hun huis. Kleinschalige warm-tekracht, brandstofcellen, zonnecellen en kleine windturbinesmoeten dus ook hun elektriciteit aan het netwerk kunnen leveren.Dit geldt evenzeer voor de aanleg van een koppelnet op zee, zodatde grote offshore windparken hun elektriciteit aan datzelfde net-werk kwijt kunnen.3. Hindernissen in de regelgeving wegnemenwaardoor ontwikkelaars van duurzame energie-projecten minder problemen tegenkomen.Twee voorbeelden: zorg voor een snellere procedure voor het ver-krijgen van een vergunning voor het gebruik van aquifers. En ver-gemakkelijk het verkrijgen van vergunningen voor verwarmings-ketels op bio-olie, dat moet even eenvoudig zijn als voor andere ke-tels.4. Zorg voor een stabiel investeringsklimaat.Wisselingen en veranderingen in allerlei regelingen zijn fnuikendvoor een goed investeringsklimaat. Het is niet nodig het wiel steedsopnieuw uit te vinden als Nederland de regelgeving en kennis vanDuitsland, UK of Belgi? kan gebruiken. Doe nu eens gewoon het-zelfde als die andere landen en hou dat dan ook een tijd vol.Voorwaarden`Uiteraard doen Nederlandse bedrijven zelf het belangrijkste werk:ontwikkelen en exploiteren van nieuwe projecten, opzetten vannieuwe innovatieve industrie, aantrekken van geschikt personeel,kortom alles wat je van ondernemers mag verwachten. De overheidspeelt echter wel een belangrijke rol bij het cre?ren van de juistevoorwaarden en het scheppen van een level playing field door eer-lijke concurrentie met fossiele brandstoffen mogelijk te maken,'aldus Van Wijk. Hij vervolgt: `Als de Nederlandse overheid aan deslag gaat met bovenstaande actiepunten en binnen twee jaar daad-werkelijk dingen regelt, dan hoeft niemand te twijfelen aan de am-bitieuze doelen voor 2020. Het bedrijfsleven blijft zich wel ontwik-kelen. Met de juiste steun van de overheid kunnen ook Nederlandsebedrijven die belangrijke bijdrage leveren en zorgen voor een ste-vige impuls voor de duurzame energiemarkt, dus de Nederlandseeconomie.' ?16 Energie+ nr4 juli 2007brandstofNederland loopt nu voorop met uitvindingen op energiegebied. Maar het komter niet van. Er wordt te veel gepolderd, gepraat en geschreven en te weinig gerekend en metde schroevendraaier gezwaaid. Enkele voorbeelden:Met de Helianthos-uitvinding (1996), thans in bezit van Nuon, kan met een investeringvan 100 miljoen euro een fabriek worden gebouwd waarin 2 miljoen m2 fotovoltaische foliekan worden gemaakt met een rendement van 7 procent, dus 70.000 kWh per m2 per jaar(zie ook Energie+ editie april 2006 pagina 28-29). In Nederland worden jaarlijks 100.000nieuwe daken gemaakt met een gemiddeld oppervlak van 50 m2. De zon schijnt 1.000 uurper jaar. De zonnefolie van Nuon is goedkoper dan een pannendak. 1e5*50*7e4=3.5e11 kWhper jaar, dat is een vermogen van 350 MW, dus elke 3 jaar ??n grote centrale overbodig. In2020 heb je dan alle elektriciteit voor niets. Maar: je wilt ook 's nachts de tv aan en de elec-trolyses laten draaien. Dus bouw je elke 5 jaar een ringdijk in de Noordzee van 100 kilome-ter lang, pompt die leeg (Kristinsson, 1980) als de zon schijnt en laat hem door watermo-lens leeglopen als de zon niet schijnt. Op die dijk zet je 800 windmolens van 6 MW perstuk, die kunnen ook in Nederland (Darwind) worden gemaakt. De wind waait 1.500 uurper jaar, dat betekent elke paar jaar een palmolie/kolencentrale overbodig, en alle piekver-mogen kun je aan.De Heron-gasturbine (1989) kan samen met de H.E.L.P. SOFC (1992), een hele hete brand-stofcel, een elektrisch rendement halen van 75 procent. Met afval dat je vergist of ver-oliet(`green modem' ? 2004) kun je die SOFC-Heron gasturbine laten lopen. Die warmte-kracht-machine heeft geen enkele uitstoot anders dan warme lucht. Je hoort en ziet hem niet, ookniet als hij in de stad staat. Zijn CO2 komt zuiver en op druk vrij, je kunt daar tomaten vanmaken of - als je erg veel angst voor klimaatverbeteringhebt - in een leeg gasveld verstoppen. Het ren-dement op afval wordt dan zo hoog, dat jemet je eigen afval, in plaats van het testorten of te composteren de helft van jeeigen elektriciteit kunt opwekken.Met een combinatie als `Zonneterp'(2003) kun je per 200 woningen 50.000GJ per jaar besparen. Er worden 50.000woningen nieuw gebouwd en 50.000woningen gerenoveerd per jaar in Ne-derland. Tot 2020 is dat 20 procent van dehele voorraad. Zonneterp houdt de wonin-gen warm met het overschot uit de glastuin-bouw. Samen met de verolier, de vergister, hetanaerobe riool, de SOFC-Heron maak je al dienieuwe of vernieuwde woningen duurzaam enemissieloos. Per woning en de bijbehorende100 vierkante meter glastuinbouw spaar je 250GJ per jaar, dat is 10 maal zoveel als nu perwoning wordt verbruikt. Ook hiermee haal je dedoelstelling. ?Neem risico's, pasnieuwe technologie toeDie doelstelling voor Ne-derland in 2020 is best tehalen, als er iets gebeurtwaar de overheid, zoalselk establishment, als dedood voor is: nieuwetechnologie toepassen,met alle risico's van dien.Dat deden we in 1600ook, een eeuw lang.Maar toen waren we derebellen van Europa, hetkeizerlijk establismentschrok zich een hoedje,en we wonnen.door noor van andel - fiwihex (winnaar KIvi niria speurwerkprijs)nr 4 juli 2007 Energie+ 17Krachtig, doortastend,consistent en Europees`Voeg de daad bij het woord, stel nog deze kabinets-periode substanti?le (financi?le) randvoorwaardenvast om de doelen van 2020 te halen. De rijksoverheidmoet weerstanden in de samenleving overwinnen, bij-voorbeeld door vergunningen voor de bouw van in-stallaties veel sneller af te geven. Een langjarig com-mitment van de rijksoverheid is nodig,' zegt Ener-gieNed in de Agenda energie 2007-2020.De federatie van energiebedrijven wil Europees een gelijkspeelveld voor investeerders cre?ren door krachtig aan te sturen opeen Europese oplossing voor de stimulering van duurzame energieen CO2-emissiehandel. En verder: `De maatregelen om de doelente realiseren gaan gepaard met onrendabele kosten. Deze lopenvanaf 2007 op tot jaarlijks 3 miljard euro in 2020. Het volledigemaatregelenpakket zal daarom alleen tot stand komen als de over-heid de kaders voor de financiering van deze onrendabele kostenregelt. Dit kan door subsidies, nieuwe regelgeving en door Europe-se afspraken over CO2-emissiehandel zonder toedeling van emis-sierechten naar de afzonderlijke lidstaten.'Het kabinet moet meer aandacht geven aan de ontwikkeling vannieuwe energietechnologie en minder aan het strikt naleven vanmilieudoelstellingen. Anders dreigt schone energie onbetaalbaar teworden, zegt adjunct-directeur Kees van der Klein van ECN in hetFinancieele Dagblad van 14 juni 2007. Van der Klein is blij met dekabinetsdoelen maar is bang dat juist door deze ambities bestaandetechnologie?n op grote schaal worden ge?mplementeerd. Terwijldie technieken duur zijn, onvoldoende uitontwikkeld en soms mi-lieuonvriendelijk. Hij pleit daarom voor meer onderzoek naar`tweede generatie' energietechnologie?n. Bijvoorbeeld op cellulosegebaseerde bio-ethanol, nieuwe typen zonnecellen en hittebesten-dige brandstofcellen. `Deze technieken zijn nodig om echt een om-slag te maken naar een schone energievoorziening. Maar hiervooris nog veel fundamenteel onderzoek nodig. Dat wordt nogal eensonderschat.' Onderzoek van ECN en het NMP toont aan dat de ka-binetsdoelstellingen haalbaar zijn, maar gepaard gaan met zeerhoge kosten. Van der Klein pleit daarom voor een horizon die ver-der reikt dan 2020, namelijk 2050. ?SlotsomReacties van lezers zijnvanzelfsprekend welkom.Stuur ze o.v.v. 'ReactieBrandstof' naar:Uitgeverij ?neasPostbus 1015280 AC Boxtelenergieplus@aeneas.nlDe redactie heeft de vrijheidom reacties (of delendaaruit) te publiceren alsingezonden stuk.Terugkijkend op alle visies, meningen en stellingen in dezebrandstof, trekt de redactie van Energie+ de volgendeconclusies.? Alleen met concrete en bindende afspraken tussen overheid en be-drijfsleven worden doelstellingen bereikt.? Een samenhangend plan met bijbehorende maatregelen voor inno-vatie en productie van duurzame energie is noodzakelijk, ook op Eu-ropees niveau.? De burger is gehoord. Zorg dat naast PPP de burger Plezier krijgt inzelf energie opwekken.? Nederland loopt achter. Maar dat heeft als voordeel dat je kuntleren van de fouten van anderen. Dan kun je snel inlopen.? Pas als innovatie met al haar kenmerken geaccepteerd wordt, is ersprake van echte vernieuwing. Innovatie kan alleen plaatsvinden bijimplementatie.? Met velen werken aan het halen van langere termijndoelstellingenvraagt een strakke regie.? Mede door de ligging van Nederland kan de overheid nu de conditiescre?ren voor duurzame werkgelegenheid. Nederland is niet uniek inde wereld. Buit uit waar je goed in bent en werk samen met anderenop hun sterke terreinen.? Naast subsidies heeft de overheid ook andere instrumenten om in-novatie te stimuleren, bijvoorbeeld revolving fund.
Reacties