Wanneer is Rein Willems een tevreden mens? Een makkelijke vraag voor devoorzitter van de Taskforce Energietransitie: ‘Zonder maatregelen zal deNederlandse CO2-uitstoot in 2050 verdubbeld zijn vergeleken met 1990. DeTaskforce wil een zodanig portfolio samenstellen, dat we in 2008 tegen deminister kunnen zeggen: de doelstelling 50 procent CO2-emissiereductie in2050 gaan we gewoon halen. Als we dat over anderhalf jaar hebben bereikt,ben ik een tevreden voorzitter.’
Leercurve in subsidie isonmisbare stimulansWanneer is Rein Willems een tevreden mens? Een makkelijke vraag voor devoorzitter van de Taskforce Energietransitie: `Zonder maatregelen zal deNederlandse CO2-uitstoot in 2050 verdubbeld zijn vergeleken met 1990. DeTaskforce wil een zodanig portfolio samenstellen, dat we in 2008 tegen deminister kunnen zeggen: de doelstelling 50 procent CO2-emissiereductie in2050 gaan we gewoon halen. Als we dat over anderhalf jaar hebben bereikt,ben ik een tevreden voorzitter.'interviewHet belangrijkste instrument in handen van de Taskforceis het Transitie Actie Plan Meer met Energie. Door middel van tran-sitiepaden geeft dit rapport voor de komende decennia de richtingaan voor de activiteiten van markt en overheid. `De transitiepadenworden gedragen door het bedrijfsleven en sluiten aan bij de sterk-tes van de Nederlandse economie,' vertelt Willems. `Ze geven rich-ting aan vele soorten activiteiten: ontwikkeling van nieuwe produc-ten en diensten, gedragsverandering van consumenten, het startenvan nieuwe ondernemingen. De transitiepaden geven ook de over-heid houvast, bijvoorbeeld voor het programmeren van energieon-derzoek.'Het Transitie Actie Plan mag niet het zoveelste rapport wordendat in een la verdwijnt. Willems: `We hebben een degelijk docu-ment in handen dat we in enkele vervolgrapporten op onderdelennog nader gaan uitwerken. Met die kennis en feiten blijven wevoortdurend aan de deur kloppen bij de diverse ministeries. Ver-der is het ons gelukt om zes transitieplatforms te cre?ren die sa-men alle belangrijke transitiepaden en ?onderwerpen vertegen-woordigen.'Uit meer dan 80 mogelijke transitiepaden heeft de Taskforce er 26geselecteerd. Daarmee gaat men aan de slag. Samen vormen dezepaden een `breed spectrum aan activiteiten in alle sectoren vanonze economie'. Deze portfolio van transitiepaden ligt niet vast. Inde loop van de tijd kunnen paden afvallen of nieuwe paden bijko-men, bijvoorbeeld als nieuwe technologie?n beschikbaar komen inde research- of marktintroductiefase.Twee miljardDe energietransitie is een langdurig proces. Volgens Willems wor-den vanaf 2020 de effecten van de transitiepaden op onze energie-voorziening echt merkbaar. `Ontwikkelen van kennis en technolo-gie, het op de markt brengen van nieuwe producten en diensten,verandering van gedrag: dat alles kost tijd en vergt een vasthou-dende koers met een stabiel en consistent energiebeleid. Een tran-sitie op deze schaal vraagt ook omvangrijke investeringen van be-drijven en overheid. Nu besteedt de Nederlandse overheid ongeveer??n miljard euro per jaar aan energie-innovatie. Als het advies vanonze Taskforce wordt opgevolgd, gaat dat oplopen tot jaarlijks circatwee miljard euro. Dit moet een vaste post op de rijksbegroting wor-den, gefinancierd uit verschillende bestaande financieringsinstru-menten.'`Met het Transitie Actie Plan kan Nederland internationaal vooroplopen en zo kansen cre?ren voor ons bedrijfsleven. Nederland moetdaarom voortdurend de internationale ontwikkelingen bijhouden,steeds de grenzen verkennen van wat internationaal mogelijk is enpro-actief handelen. Laten we beginnen met een betere samenwer-king met onze buren in Engeland en Noord-Rijnland-Westfalen, eneen nauwere samenwerking met de Europese Technology Plat-forms. Verder moeten we buitenlandse bedrijven uitnodigen omhier aan energie-innovatie te komen doen. Als Nederland op dezeen andere manieren meedoet met het ontwikkelen van wereld-markten voor energie-innovatie, dan ontstaan goede kansen voorNederlandse kennisinstellingen en bedrijven.'20 Energie+ nr1 jan 2007tekst Ad Brogtrop en Peter de Koning Foto Peter de KoningCV Rein Willems? Ir. Rein Willems (1945) stu-deerde in Delft chemischetechnologie.? In 1969 trad hij in dienst vande Koninklijke/Shell Groep.Hij bekleedde tal van functiesin de chemiesector van hetbedrijf, onder andere in Au-strali?, Groot-Brittanni?,Nederland en Brazili?.? In 1993 werd hij president vanShell Philippines.? Tussen 1998 en 2003 was hijexecutive vice-president bijShell Chemicals in Londen enSingapore voor respectieve-lijk base chemicals en busi-ness units and procurement.? Sinds 2003 is hij president-directeur van Shell Neder-land B.V.? Rein Willems is gedelegeerdcommissaris bij GasTerra,voorzitter van VNCI, lid vanhet dagelijks bestuur vanVNO-NCW, lid van het Inno-vatieplatform en voorzittervan de Taskforce Energie-transitie.Drie ingenieursHet MEP-debacle van minister Wijn legde vorig jaar feilloos hetstart-stop karakter bloot van het Nederlandse subsidiebeleid voorduurzame energie, met instabiliteit en hoge investeringsrisico's alsde ongewenste gevolgen (zie de rubriek Brandstof in de vorige Ener-gie+). `De MEP functioneerde niet optimaal, zat niet goed in el-kaar,' erkent ook Willems. Verandering juicht hij toe, maar niet eenradicale keuze voor een totaal andere stimuleringsmethodiek. `Opbasis van de MEP moet het nieuwe kabinet een subsidieregelingmaken waarin de leercurve een duidelijke en stimulerende rolspeelt in het zoveel mogelijk beperken van de kosten. Want juist hetomlaag brengen van de kosten is cruciaal voor de succeskansen vannieuwe technieken voor duurzame energie,' aldus Willems. Alsvoorbeeld noemt hij het Shell-experiment met Pura-brandstof voorauto's. Die was schoner, maar iets duurder dan gewone brandstof,dus niemand kocht het. `De burger wil nu eenmaal niet extra beta-len voor duurzaamheid, dat is helaas de realiteit. Ik spreek regelma-tig diverse Tweede Kamerfracties en uit die gesprekken maak ik opdat een aangepaste MEP-regeling met een grote inbreng van leeref-fecten een goede kans maakt. Die overtuiging wordt door alle par-tijen onderschreven, het is bijna een a-politiek onderwerp gewor-den. Een andere belangrijke boodschap is de noodzaak van eenbetrouwbaar en consistent langetermijnbeleid. Ook die boodschapwordt momenteel in `Den Haag' goed begrepen. Maar biedt datharde garanties? Nee. De realiteit is dat in de hele Tweede Kamerslechts drie ingenieurs zitten die in detail zaken kunnen beoorde-nr1 jan 2007 Energie+ 21interviewlen. Ik vraag me dan ook af of de Tweede Kamer zonder ruggespraakmoet beslissen over dit soort belangrijke onderwerpen. Schakel eengerenommeerd instituut in als het International Energy Agency(IEA) of het Duitse Frauenhofer Institut. Die kun je met een gerusthart een audit laten doen, en vervolgens kunnen de politici alsnogzeggen dat ze het goed hebben geregeld. Ik meen dit oprecht. Deenergietransitie is een te belangrijk onderwerp, het verlangt eenzware regie buiten de politiek.'Kennis aanborenDuurzaam bouwen vindt Willems een discipline die Nederlandvolop kansen biedt. In de jaren 80 was ons land internationaal kop-loper, onder meer met hoogwaardige isolatietechnieken en innova-tieve vloersystemen. `Maar die positie zijn we kwijt. Toch herbergtons land nog heel veel kennis, vooral bij architectenbureaus. Diekennis moeten we aanboren omdat juist in de gebouwde omgevingde mogelijkheden voor energiebesparing en emissiereductie enormzijn. Alleen al met het oogsten van het `laaghangende fruit' kunnenwe in korte tijd een grote slag slaan. Het is daarom een beetjevreemd dat ons Platform Gebouwde Omgeving als laatste van dezes platforms van start is gegaan. Wij hebben bij VROM flink moe-ten praten om het van de grond te krijgen. Een ander goed voor-beeld van een kansrijke sector is de agrofood, ook daar schuilt veelkennis over een CO2-arme en energiezuinige productie. Zo zijn erongetwijfeld nog meer goede voorbeelden van sectoren waarin Ne-derland zijn kansen kan en moet grijpen.'Chemie en landbouw zijn van oudsher sterke sectoren in Neder-land. Verder roemt Willems de universiteiten en hogescholen van-wege hun internationale naam en faam en vindt hij ECN een insti-tuut met een Europese uitstraling. `Met al deze faciliteiten in huismoet Nederland qua kennis internationaal voorop kunnen lopen.Voor het daadwerkelijk implementeren van technieken zullen weallianties moeten sluiten, in eerste instantie met de landen om onsheen, later met de rest van Europa. Daarbij moeten we ons voortdu-rend afvragen: hoeveel business zit er in de ontwikkeling van eentechniek? Kunnen we onze kennis succesvol exporteren en zo deontwikkelingskosten terugverdienen? Dat zijn terechte vragenwaarbij we niet al te benauwd moeten zijn voor het exporteren vanons intellectuele eigendom, zeker niet tegen een goede prijs. Hetgaat immers om milieutechnieken met een groot maatschappelijkbelang.'Noorse opslagIn zijn rapport Klimaatstrategie; tussen ambitie en realisme trektde Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) eenduidelijke maar niet onomstreden conclusie: fossiele energieblijft tot 2050 de wereldenergievoorziening domineren, schonefossiele energie is daarom veel belangrijker dan schone alterna-tieve energie. Willems onderschrijft dat `fossiel' blijft domine-ren tot 2050. Maar de bewering dat schone fossiele energie be-langrijker is dan duurzame energie vindt hij een stap te ver. `Alswe schoon fossiel goed onder de knie hebben, verlengt dat dehoudbaarheid van fossiele brandstoffen. Noorwegen bijvoor-beeld heeft al laten weten dat het voor de gehele Europese CO2-uitstoot voor tientallen jaren CO2-opslagruimte heeft in de ei-gen Noorse ondergrond. Dat geeft een idee van de grote techni-sche mogelijkheden van CO2-afvang en ?opslag. Er is in Europaopslagruimte genoeg. Maar financieel is het plaatje omgekeerd.CO2 afvangen en opslaan is nog steeds vijf tot tien keer duurderdan CO2-handelsrechten. Daar moet de leercurve zijn werk nogdoen.'spraken onder meer op het rapport Bio-massa: tanken of stoken van onderzoek- enadviesbureau CE. `Uit oogpunt van kosten-effectief klimaatbeleid om de EU-richtlij-nen te halen, kun je biomassa dus het bestinzetten in de elektriciteitssector. Tochhoudt staatssecretaris Van Geel vast aande verplichte bijmenging van twee procentbiobrandstof bij transportbrandstoffen`Het bijstoken van biomassa in kolencen-trales is de komende jaren ruwweg drie-tot achtmaal kosteneffectiever dan omzet-ting van biomassa naar transportbrand-stoffen. De techniek van het bijstoken gaatook relatief effectief om met landbouw-grond, het levert drie- tot tienmaal meermilieuwinst op per hectare dan biodiesel,'vertelt Rein Willems. Hij baseert zijn uit-vanaf 1 januari 2006. Terecht, want de mi-lieuprestaties van de aanstaande tweedegeneratie biobrandstoffen zijn veel beter.Niet voor niets investeert Shell in het win-nen van bio-ethanol uit afval en de produc-tie van biodiesel.'Tanken of stoken?22 Energie+ nr1 jan 2007Dunne filmZonnecellen op basis van kristallijn-silicium worden niet meerdoor Shell geproduceerd. Het Duitse SolarWorld heeft dit overgeno-men. Die stap heeft in de PV-markt enige verbazing gewekt. Wil-lems legt uit: `Shell investeert niet in dit soort ontwikkelingen omer over drie jaar geld aan te verdienen. Wel om via de leercurve dekosten te drukken. Bij PV op basis van kristallijn-silicium zagen wedie gewenste leercurve-ontwikkeling niet, wel bij de CIS-techniek(copper indium di-selenide) voor dunne film zonnecellen.' DeDuitse Shell-dochter Shell Erneuerbare Energien GmbH kondigdeonlangs een joint-venture aan met Saint-Gobain Glass DeutschlandGmbH voor de fabricage van zonnepanelen op basis van CIS-tech-nologie. `Deze joint venture combineert onze CIS-expertise, inclu-sief onze achtjarige ervaring met de marketing ervan, met de diep-gaande knowhow van Saint-Gobain op het gebied van glasverwer-king en de fabricage van bouwmaterialen,' aldus Willems.Het nieuwe bedrijf Avancis KG gaat productiefaciliteiten bouwendie vanaf 2008 operationeel kunnen zijn. De eerste fabriek komt inde productiefaciliteit van Saint-Gobain in Torgau (Saksen). Destartcapaciteit wordt 20 MW, met mogelijkheden voor snelle uit-breiding. De fabriek gaat zonnepanelen maken die op jaarbasis instaat zijn om 6.000 Europese huishoudens van schone energie tevoorzien. Een vergelijkbare hoeveelheid elektriciteit uit een kolen-gestookte centrale levert 14.000 ton CO2-uitstoot per jaar op, meldtShell. Shell en Saint-Gobain vinden dat CIS-zonneceltechnologiedie niet op silicium is gebaseerd de potentie heeft om op den duurte kunnen concurreren met conventionele bronnen van elektrici-teitsopwekking. Het Shell-laboratorium in M?nchen boekte al eenrecordefficiency van 13,5 procent. ?AmbitiesMet het Transitie Actie Plan van de TaskforceEnergietransitie wil Nederland voorop gaanlopen in de overgang naar een duurzame ener-gievoorziening. Concreet zijn de ambities voor2050:? Effici?nter energiegebruik: besparing ander-half tot twee procent per jaar tot 2050.? Substanti?le inzet van groene grondstoffenen hernieuwbare energie.? Reductie van de CO2-emissies tot 50 procentvan het niveau van 1990.? Versterking van de positie van het Nederland-se bedrijfsleven.Om deze ambities te realiseren zijn inmiddelszes publiek-private `Transitie Platforms' aan deslag of in oprichting. In deze Platforms werkenbedrijven, kennisinstellingen en maatschappe-lijke organisaties samen met de overheid. Zijhebben de doelen en concrete plannen uitge-werkt die in het Transitie Actie Plan zijn be-schreven. Een overzicht van de platforms enhun voornaamste doelstellingen:? Groene grondstoffen. In 2050 halen we 30procent van onze energie uit groene grond-stoffen.? Duurzame mobiliteit. In 2050 is de uitstootvan schadelijke stoffen tot eenderde terugge-bracht.? Ketenefficiency. In 2050 is Nederland demeest energie-effici?nte economie ter we-reld.? Nieuw gas. Ambitie is het realiseren van demeest effici?nte en innovatieve gas-economieter wereld.? Duurzame elektriciteit. Ambitie is een CO2-vrije elektriciteitsvoorziening in 2050.? Gebouwde omgeving. Ambitie is een energie-neutrale gebouwde omgeving, waarin wonin-gen en gebouwen voldoende hebben aanduurzame energie.Meer informatie: www.senternovem.nl/ener-gietransitienr1 jan 2007 Energie+ 23
Reacties