Tijdens haar jaarlijkse persconferentie bracht Siemens Nederland de noodzaak om industriële restwarmte te hergebruiken opnieuw onder de aandacht. ‘Op dat vlak isnog veel te winnen,’ zegt Egbert Boertien, Manager Energy Services bij Siemens. ‘Alleen al in de regio Rijnmond gaat zo’n 8.000 MW warmte ongebruikt verloren. Dat is meer dan we op dit moment met renewables en biobrandstoffen opwekken.’
nr3 mei 2007 Energie+ 9brandstofTijdens haar jaarlijkse persconferen-tie bracht Siemens Nederland de noodzaakom industri?le restwarmte te hergebruikenopnieuw onder de aandacht. `Op dat vlak isnog veel te winnen,' zegt Egbert Boertien,Manager Energy Services bij Siemens. `Al-leen al in de regio Rijnmond gaat zo'n8.000 MW warmte ongebruikt verloren.Dat is meer dan we op dit moment met re-newables en biobrandstoffen opwekken.'Wat een afvalproduct voor de ene is, kan deander vaak goed gebruiken. In Dordrechtwisselen slibverwerker DRSH en de na-burige rioolwaterzuiveringsinstallatie vanwaterschap Hollandse Delta sinds eind vo-rig jaar warmte en koelwater uit (zie ookkadertekst). Siemens Nederland leverde dehiervoor noodzakelijke kennis en technolo-gie. Het ministerie van Economische Zakenverleende subsidie omdat er tevens groeneenergie wordt opgewekt. Boertien licht toe:`Een deel van de stoom die bij de slibver-branding ontstaat, bleef vroeger ongebruikt.We zetten dat nu in als `brandstof' voor eenstoomturbine. Deze drijft een generator aandie op jaarbasis zes miljoen kWh groenestroom opwekt. Een hoeveelheid die verge-lijkbaar is met het energieverbruik van zo'n2.500 huishoudens. Je maakt dus effici?ntgebruik van warmte die in het verledenwerd vernietigd en vermindert daardoor deCO2-emissie. Bovendien levert HollandseDelta gezuiverd afvalwater als koelwater,waardoor DRSH geen dure stroom meernodig heeft voor luchtgekoelde condensors.Omgekeerd gebruikt de zuiveringsinstalla-tie de restwarmte voor de optimalisatie vanhaar zuiveringsprocessen.'Deze combinatie van duurzame energieop-wekking en ?uitwisseling noemt Boertieneen fraai voorbeeld van symbiose. `In dezerichting moeten we verdergaan. We moetennog sterker procesmatige samenwerkingzoeken om effici?nter om te gaan met detoch al aanwezige energiehoeveelheden.Als kennisrijke organisatie kan en wil Sie-mens daarin faciliteren. Er is geld mee teverdienen ? niets om je voor te schamen? maar we doen het ook uit bevlogenheid.In het donker zitten is geen alternatief voorde toekomst.'WarmtenetwerkenHet tij is gunstig voor warmte-uitwisse-lingsprojecten, stelt Boertien. Met de ge-plande stadsverwarming op de Zuidas vanRotterdam wordt de regio in de toekomstvan energie voorzien met restwarmte uit dehaven. Het kan een schakel zijn in een gro-ter geheel. `In heel Zuid-Holland hebbenwe veel activiteiten die energie verslinden.Je kunt het restwarmtenet ten zuiden vande stad koppelen met het net aan de noord-kant. Vervolgens zit je zeven kilometer vanDelft, waar men ook stadsverwarming wil.Het Westland is dan weer intensief met kas-senbouw bezig. En ook richting Dordrechtzie ik nog mogelijkheden. Zo kan de heleprovincie restwarmte uit de industrie ge-bruiken om zichzelf van energie te voor-zien. Dat is geen utopische gedachte.' ?Zuivere win-winsituatieDRSH verbrandt op jaarbasis350.000 ton slib van water-schappen en industrie. Hetmerendeel van de stoom ge-bruikt zij voor het slibverwer-kingsproces. Het resterendedeel, maximaal 14 ton/uurdoet dienst als milieuvriende-lijke brandstof voor eenstoomturbine die een genera-tor aandrijft voor groenestroom. Deze werkwijze redu-ceert de CO2-emissie met2.800 ton per jaar. De instal-latie kost twee miljoen euroen is zo opgezet dat het mo-gelijk is om bij een sterk wis-selende stoomtoevoer tochelektriciteit te produceren. Desamenwerking tussen DRSHen waterschap HollandseDelta schept volgens DRSH-directeur Albrecht Bresterseen zuivere win-win situatie.`Dit initiatief om overtolligeenergie elders zinvol te ge-bruiken kan een voorbeeld zijnvoor soortgelijke toepassin-gen,' vindt hij.`Lozen restwarmtemoet aan banden'10 Energie+ nr3 mei 2007brandstofUltieme maatregel:verbod op lozingrestwarmteIn de Hofstadlezing zette Shell-bestuursvoorzitter Jeroenvan der Veer begin maart de nuchtere feiten op een rijtje. Wereld-wijd verbruiken we 225 miljoen vaten olie-equivalent per dag. Fos-siele brandstoffen nemen tachtig procent voor hun rekening. Deenergiebehoefte groeit met gemiddeld 1,6 procent per jaar. Daar-mee werpt zich de vraag op welke rol duurzame alternatieven dekomende twintig jaar kunnen en moeten spelen. Boertien maaktzich geen illusies: het is een druppel op een gloeiende plaat. `Overduurzame energie wordt veel gesproken maar in de praktijk is er teweinig voorhanden. Als je vervolgens naar het aandeel in de ener-gie-mix kijkt, krab je je wel eens achter de oren. Zelfs als zonne-,wind- en waterenergie de komende 25 jaar spectaculair groeien, vul-len we daarmee nog steeds slechts 250.000 extra vaten per dag. DatDe wereldwijde explosieve groei van hetenergieverbruik vraagt om duurzame en in-novatieve oplossingen. Volgens SiemensNederland ziet het energielandschap in2030 eruit als een combinatie van oude ennieuwe technologie. De onderneming maaktzich ook sterk voor een effici?ntere omgangmet bestaande energiehoeveelheden. Zozou de lozing van herbruikbare restwarmteaan banden gelegd moeten worden. "Jemoet een steen durven verleggen", zegt Ma-nager Energy Services Egbert Boertien.nr3 mei 2007 Energie+ 11alleen kan dus nooit de oplossing zijn.'Niettemin hoort het onderwerp volgens Boertien hoog op de agenda,in eerste instantie niet om de energiebehoefte in te vullen maar welom onze `mind set' te veranderen: `Het is niet alleen de technologiedie moet veranderen, maar onze hele attitude. We moeten mindergaan verbruiken en daarnaast inzetten op innovatie en optimalisa-tie. Bestaande technologie moeten we doorontwikkelen tot hoog-renderende installaties. En niet in het laatst moeten we effici?nteromspringen met de huidige energiehoeveelheden.'Visie gevraagdMoed, geld, visie en co?rdinatie zijn volgens Boertien nodig omwarmte-uitwisselingsprojecten verder uit te rollen: `Het vergt eenbehoorlijke investering in infrastructuur. Maar wie verzorgt devoorfinanciering? Ja, de terugverdientijden zijn relatief lang, maarhet gaat hier dan ook meer om energiebesparing en beschermingvan het milieu. Daarnaast krijg je te maken met het NMDA-be-ginsel: gebruikers mogen niet meer kwijt zijn dan bij gebruik vaneen normale CV-ketel. Je raakt ook aan het principe van de liberalemarktwerking. Gekoppelde netten zijn niet vrij, wijken wordenquasi verplicht over te gaan op stadswarmte. Wat doe je dan metde energieleveranciers die al in dit gebied aanwezig waren? Waar-mee ik wil zeggen dat de complexiteit van dergelijke trajecten niette onderschatten is. Anderzijds kunnen ze heel succesvol zijn als jeze goed co?rdineert. In Kopenhagen was de stadsverwarming al natwaalf jaar rendabel, terwijl dit pas na minstens achttien jaar wasvoorspeld.'Strenger optredenVoor de overheid ziet Boertien een dubbele rol weggelegd. Ze moetmilieuvriendelijke alternatieven stimuleren en tevens sanctione-rend optreden. Een minister voor warmte-uitwisseling vindt hij nietnodig: `Door goede handhaving van de bestaande milieuregelgevingkun je nu al veel zaken beheersen ?n sanctioneren. De meest ultie-me maatregel zou het verbod op de lozing van restwarmte kunnenzijn. Het is een lastig vraagstuk. Hoe overtuig je bedrijven om meete doen ondanks de langere terugverdientijden en het onzekere ren-dement? Je mag ook het economisch belang van het bedrijfslevenniet uit het oog verliezen. Als ondernemers dreigen hun plant naarhet buitenland te verplaatsen, los je niets op. Daarom moet dit heleenergievraagstuk ook minimaal op Europees vlak geregeld worden.Per slot van rekening stopt ook de uitstoot van CO2 niet bij de gren-zen. En als je doordenkt in deze richting is het natuurlijk gewooneen mondiaal probleem.'`Niettemin ben ik van mening dat overheid en bedrijfsleven moetenbeginnen met hier een steen te verleggen. Dat vergt durf en be-vlogenheid. Misschien vond men de Erasmusbrug destijds ook eentwijfelachtig project. Realiseer je dat ze tot in de lengte van jaren deuitstraling van Rotterdam blijft bepalen. Dit kan ook voor duurzameenergieprojecten gaan gelden. Aanvankelijk leken de projecten nietinteressant, maar na realisatie is er een nieuwe norm gecre?erd.'?Door Addo van der EijkAlmere staat ambivalent tegen-over het inzetten van restwarm-te voor stadsverwarming. Ener-zijds zit de gemeente met dehoge Nuon-tarieven in haarmaag, waardoor de afnemersmorren, anderzijds levert rest-warmte een enorme bijdrage aanhet terugdringen van het broei-kaseffect. De gemeente staataan de vooravond van een grootnieuw warmtenet in stadsdeelAlmere Poort.Stadsverwarming is in Almere al jaren een `hot item'. Actiegroepen als `Nietmeer dan' ageren tegen energiebedrijf Nuon, dat volgens hen jaarlijks enige honderdeneuro's per aansluiting te veel rekent voor geleverde warmte. De actievoerders treffen wet-houder Martine Visser (CDA/ChristenUnie) van de gemeente Almere aan hun zijde. `Degemeente gaat tegen Nuon procederen. Wij willen terug naar de berekeningsmethode vanv??r 1995, en het verschil met terugwerkende kracht verrekenen.' Al het gesteggel overtarieven bezorgt stadsverwarming in Almere een slechte naam. En dat, terwijl de gemeenteeen lange traditie heeft met warmtedistributie. `Onze stad loopt graag voorop bij vernieu-wingen. In de jaren 80 zijn 35.000 huishoudens in Almere Stad op stadsverwarming aan-gesloten. Het warmtenet maakt gebruik van de restwarmte van een warmtekrachtcentrale,'aldus Visser. Het aanvankelijke enthousiasme bekoelde. Eerst bij energiebedrijven door delage olieprijzen, waardoor in het land tal van stadsverwarmingprojecten verlies leden, laterbij de afnemers door de tariefsverhogingen.Almere ambivalenttegenover restwarmte12 Energie+ nr3 mei 2007brandstofWarmtewetVisser hoopt dat de nieuwe Warmtewet, waaraan nog gesleuteldwordt, de consument afdoende gaat beschermen. `Consumentenzijn nu te afhankelijk. Ze kunnen niet overstappen naar een andereleverancier, een stap die gasgebruikers wel kunnen maken.' De ta-rievendiscussie hangt als een zwaard van Damocles boven nieuwestadsverwarmingprojecten. `Zonder draagvlak onder de bevolkingkrijgen we nieuwe initiatieven moeizaam van de grond. Voor de toe-komst van stadsverwarming is het van cruciaal belang dat er rede-lijke tarieven komen.'Visser wil graag een spoedige oplossing over de tarieven, want in Al-mere staat een immens nieuw warmteproject op stapel. Het nieuwestadsdeel Almere Poort - goed voor 11.000 woningen - wordt op eenwarmtenet aangesloten, zo is reeds in 2002 besloten. `Bij een aan-besteding, waarbij milieurendement een belangrijk criterium was,kwam Nuon als beste uit de bus. Het energiebedrijf zou een bio-massacentrale bouwen, waarin houtsnippers worden verbrand. Vanalle inzenders garandeerde Nuon het hoogste milieurendement,namelijk een CO2-reductie van 90 procent.'Nieuw energiecontractDat plan is inmiddels van de baan. Recent tekende Visser een nieuwenergiecontract met Nuon voor de energievoorziening van AlmerePoort. De restwarmte komt niet meer van de biomassacentrale,maar uit de Nuon-centrale in Diemen. De warmte stroomt door eenpijpleiding via het IJmeer naar Almere Poort. `Deze variant verbe-tert de CO2-reductie zelfs tot 93 procent,' vertelt Visser. `Bovendienzijn met het nieuwe contract de aansluitkosten verlaagd, en steltNuon een fonds in het leven voor energiebesparingsmaatregelen inAlmere Poort.'Voor de nieuwe stadswijken Almere Hout en Almere Pampus staatnog niet vast of ze op een warmtenet worden aangesloten. `Dat isafhankelijk van onder meer de tarievendiscussie, de aansluitkostenen het milieurendement.'StimuleringsmaatregelenOndanks de mitsen en maren ziet Visser veel heil in restwarmte.`Wil het kabinet haar forse klimaatdoelen halen, dan is restwarmteeen kans die ze niet mag missen. Het inzetten van restwarmte leverteen enorme CO2-reductie op. Een probleem zijn echter de hoge in-vesteringskosten. Het kabinet zou moeten nadenken over stimule-ringsmaatregelen om nieuwe stadsverwarmingprojecten van degrond te krijgen. Gezien de milieuwinst zou het verwarmen metrestwarmte goedkoper moeten zijn dan een cv-ketel.' ?`Net als voor gas enelektriciteit het geval is,moet Nederland warm-tenetbeheerders krijgen.'Dat stelt zelfstandig mi-lieu- en energiedeskun-dige Teus van Eck, dieonlangs het lijvige boekEen nieuwe balans voor deenergiesector uitbracht.Volgens Van Eck moetrestwarmte een wezen-lijk onderdeel zijn vanhet beleid voor ruimte-lijke ordening en het ver-gunningenbeleid.Warmtenetbeheerders gevraagdAan restwarmte geen gebrek. `In Nederland praten we over jaarlijks 15 miljardkuub warmte aan aardgasequivalenten dat niet wordt benut,' vertelt Van Eck. Alles inzettenals restwarmte is onhaalbaar, maar met een schatting van twee miljard voor de stadsverwar-ming en zo'n zes miljard voor de tuinbouw en de industrie komt Van Eck een heel eind.Tenminste, als we de warmte ook tijdelijk kunnen opslaan. `H?t probleem is dat vraag enaanbod vaak niet op hetzelfde moment plaatsvinden. Elektriciteitsproducenten willen bij-voorbeeld liever geen warmte leveren op het moment dat de elektriciteitsprijs heel hoog oferg laag is. Met het opslaan in buffers, zoals al in de glastuinbouw gebeurt, is dit probleemop te lossen.'Goede bedrijfsvoeringDat restwarmte winst oplevert, bewijzen de vele voorbeelden binnen fabrieken. `Menig fa-briek zet intern de restwarmte nuttig in. Maar zodra de warmte het hek overgaat, rijzende problemen. Wie brengt bijvoorbeeld vraag en aanbod bij elkaar? En vooral: wie draagtde risico's? Door de hoge aanloopkosten is het benutten van restwarmte weinig populair.Zonder korte terugverdientijden loopt de vrije markt liever een blokje om. Ik vind dat we inNederland warmtenetbeheerders moeten krijgen, net als inmiddels gemeengoed is voor gasen elektriciteit. Daar zorgen onafhankelijke bedrijven voor het transport van energie.' VanEck benadrukt dat warmtenetbeheerders geen ouderwetse nutsbedrijven mogen worden.`Ze staan daarom onder streng toezicht van de DTe, die waakt over een goede bedrijfsvoe-ring en efficiency.'nr3 mei 2007 Energie+ 13Ruimtelijke ordeningRestwarmte zou volgens Van Eck een wezen-lijk onderdeel moeten zijn van het ruimte-lijke ordening- en het vergunningenbeleid.`We moeten Nederland energetisch veelslimmer inrichten. Bij het plannen van eenenergiecentrale speelt het inzetten van rest-warmte nauwelijks een rol, terwijl het voorde besluitvorming zeer bepalend zou moe-ten zijn. Een landelijke warmtekaart, metdaarop kansrijke locaties, zou hiervoor eenzinvol instrument zijn. Ik pleit voor het uit-gangspunt `restwarmtelevering verplicht,tenzij'. Een groot probleem is onwetend-heid, zowel binnen de overheid als het be-drijfsleven. Er zou een kenniscentrum moe-ten komen, dat partijen bij deze processenkan bijstaan. Vaak is meer mogelijk danmenigeen denkt. We moeten slimmecombinaties bedenken. Restwarmtevan hoge temperatuur kun je bij-voorbeeld eerst gebruiken in deprocesindustrie, waarna je delaagwaardige warmte ? eventueelin combinatie met warmtepompen- benut voor verwarming.'WarmtewetHet nieuwe wetsvoorstel voor de Warmte-wet vindt Van Eck een gemiste kans. `Watnu op tafel ligt, gaat vooral in op de terechtebescherming van de afnemers. De discus-sie blijft hangen in geruzie over tarieven enwoekerwinsten van energiebedrijven. Hetvermijden van CO2-emissies speelt in dewet een ondergeschikte rol. Het stimuleertniet het restwarmtegebruik, en regelt nietsPieter Hameetman, manager innovatie vanBAM Vastgoed, ziet restwarmte als ??n vande mogelijkheden om de energiekosten teverlagen. Hij pleit voor een nuchtere afwe-ging tussen de beschikbare technieken. `Lo-kaal kan dat restwarmte zijn, maar vaakblijken andere concepten effectiever.'voor producenten, bijvoorbeeld een extra fi-nanci?le prikkel om de warmte te vermark-ten. De Warmtewet zou daarnaast een uni-forme meetlat moeten vastleggen waarmeeprojecten beoordeeld kunnen worden. Hetuitgangspunt zou altijd moeten zijn: kiesop basis van de specifieke lokale omstan-digheden de meest effici?nte oplossing voorenergie in de gebouwde omgeving.' ?`Andere energieconceptenvaak effectiever'Hameetman bekijkt het energievraagstuk door een economische bril.Lokaal liggen er voor restwarmte absoluut kansen, zegt hij. `Neem de wijk Hoog-vliet die aan de andere kant van de A15 pal naast het Shell-complex ligt. Daar ishet inzetten van restwarmte ongelooflijk effici?nt. Een schande zelfs als het nietgebeurt. Alternatieve duurzame energieconcepten pakken voor Hoogvliet altijdongunstiger uit. Maar kijken we verderop de pijplijn, naar bijvoorbeeld de bui-tenwijken van Den Haag, dan komen andere concepten in beeld. De hogere in-vestering moeten we nuchter afwegen tegen andere technieken, zoals warmte-14 Energie+ nr3 mei 2007brandstofgen een fiks hogere energierekening volgens het zogeheten Niet-Meer-Dan-Anders-tarief (NMDA-tarief), dat uitgaat van een gemid-deld gashuishouden.' Het NMDA-principe stimuleert het inzettenvan restwarmte niet. `Zetten we een kantoor neer, dan vragen klan-ten naar de exploitatiekosten. Met technieken als warmtepompenkunnen we de energierekening verlagen. Voor restwarmte geldt datniet. De klant krijgt dan alleen hogere aansluitkosten.'TechnologieontwikkelingVolgens Hameetman gaat de technologieontwikkeling razendsnel.`We zijn eigenlijk nog maar net begonnen, en moeten nog verschrik-kelijk veel leren. De gemeenten willen wel, maar de bouwsectorblijft terughoudend en bedachtzaam, zeker als het grote investerin-gen betreft. De afzonderlijke technieken zijn intussen volwassen.Wat we echter nog niet goed in de vingers hebben, is een slimmeintegratie van systemen op wijkniveau. Laten we nu vooral innove-ren, samenwerken en de nieuwe MEP inzetten voor kennisontwik-keling. En niet te snel ??n techniek, zoals restwarmte, omarmen.'De tijd van de huidige Energie Prestatie Co?ffici?nt (EPC) als motorvan de energiebesparing loopt volgens Hameetman op zijn einde.Hij roemt de EPC ? `die goud heeft opgeleverd' - maar pleit voor eenandere benadering. `Nu nog wordt de EPC bepaald aan de hand vande gebouweigenschappen, de installaties en het gebruikersgedrag.Laten we voortaan de EPC berekenen op basis van de precieze be-sparingen, en koppel dat aan de werkelijke woonlasten. De winstvan de lagere energiekosten kunnen we dan inzetten om te investe-ren in duurzame concepten.' ?Het tarief voor stadsver-warming komt niet trans-parant en objectief totstand. Onduidelijk is hoede eenmalige bijdragenworden berekend en ookde totstandkoming van dewarmteprijs zelf is niet teverifi?ren door de consu-ment, aangezien de gege-vens die brancheorganisa-tie EnergieNed (energiebe-drijven) hiervoor gebruikt,vertrouwelijk zijn. De Alge-mene Rekenkamer conclu-deert dit in een rapportdat op 24 april naar deTweede Kamer is gestuurd.pompen en zonnecollectoren, die wellicht hetzelfde presteren tegenlagere kosten.'ToolkitDe Toolkit Duurzame Woningbouw, waarvan onlangs een herzieneversie verscheen, kan ontwikkelaars, gemeenten en ontwerpers helpenom de juiste keuze te maken. Hameetman, auteur van de toolkit, legtuit: `In de toolkit staan ruim twintig energieconcepten uitgewerkt, voor-zien van financi?le- en prestatiekengetallen. Het is zaak dat partijeninzicht krijgen in het presteren en de totale kosten van de verschillendesystemen.' Het benutten van restwarmte speelt in de toolkit een margi-nale rol. `Uitzonderingen daargelaten denk ik dat restwarmte over hetalgemeen relatief duur is. Vanuit nobele motieven kiezen politici somsvoor restwarmteprojecten. Maar of ze die afweging doordacht nemen,vraag ik me af. Alternatieven, zoals het passiefhuis-concept, blijkenvaak veel kosteneffectiever, terwijl de CO2-reductie gelijk is. Bij een pas-siefhuis zetten we een cocktail aan slimme technieken in, zoals hetrichten van de woning op de zon, warmte-isolatie, zonneboilers en zon-nepanelen. Dat kan bijna kostenneutraal. Sluiten de bewoners voor deinvestering een energiehypotheek af, dan kan de maandelijkse rentenagenoeg betaald worden met de lagere energiekosten.'NMDA-principeOp termijn ziet Hameetman energiebesparing als het winnendeconcept. `Blijven de energieprijzen stijgen, dan profiteren daar voor-al de passiefhuisbewoners van. Gebruikers van restwarmte ontvan-Tarief stadsverwarmingniet transparantnr3 mei 2007 Energie+ 15SlotsomReacties van lezers zijnvanzelfsprekend welkom.Stuur ze o.v.v. 'ReactieBrandstof' naar:Uitgeverij ?neasPostbus 1015280 AC Boxtelenergieplus@aeneas.nlDe redactie heeft de vrijheidom reacties (of delendaaruit) te publiceren alsingezonden stuk.Terugkijkend op alle visies, meningen en stellingen in dezebrandstof, trekt de redactie van Energie+ de volgendeconclusies.? Het denken in en realiseren van energywebs moet met kracht wor-den gestimuleerd. Innovatie vindt alleen plaats bij voldoende imple-mentatie.? Bij het vaststellen van het NMDA-tarief moet het daadwerkelijke(niet het theoretische) energetische rendement het uitgangspuntzijn.? Kabinetsdoelstellingen vastleggen betekent ook maatregelen ne-men die het mogelijk maken dat anderen deze doelstellingen reali-seren. En dan zal volgens de minister van VROM alles uit de kastmoeten.? Meer uitstoot van broeikasgassen betekent minder warmtevraag.? Het realiseren van een langetermijnvisie door de overheid laat geenkortetermijndenken toe.? De specifieke lokale omstandigheden moeten doorslaggevend zijnbij het bepalen van de energiekeuze.? Over het product stadsverwarming zijn de klanten tevreden, nu nogtransparantie over de prijs van het product.? Alle partijen rekenen nu op de Tweede Kamer.De Rekenkamer vervolgt: `Onafhankelijk toe-zicht op de tariefstelling is er niet. Hierdoor valt nietuit te sluiten dat sommige afnemers van stadsver-warming duurder uit zijn dan wanneer zij via eengasaansluiting in hun energievoorziening haddenkunnen voorzien. Dat zou in strijd zijn met het NMDA-principe dat de energiebedrijven zelf hanteren. Wij heb-ben vastgesteld dat in elk geval bewoners van nieuwe wonin-gen met stadsverwarming waarschijnlijk te veel betalen. Dat hangtsamen met de manier waarop EnergieNed de warmteprijs bere-kent: aan de hand van het gemiddelde energieverbruik in gasge-stookte woningen. In die `referentiewoningen' zijn relatief veelconventionele, minder rendabele cv-ketels aanwezig. In de bereke-ning van de warmteprijs wordt daarmee onvoldoende rekeninggehouden.'AanbevelingenDe ontwerp-Warmtewet waaraan de Tweede Kamer werkt, biedtvolgens de Rekenkamer niet alle oplossingen. In het wetsvoorstelis bijvoorbeeld niet geregeld dat leveranciers van stadsverwarmingbetrouwbare verantwoordingsinformatie moeten verstrekken inhun jaarverslag. Ook het gebrekkige inzicht in de eenmalige aan-sluitbijdrage die bij klanten in rekening wordt gebracht, wordt inhet wetsvoorstel niet verbeterd. De Rekenkamer komt uiteindelijktot vijf aanbevelingen:? De gegevens die worden gebruikt bij de tariefstelling, en ook deberekening die op deze gegevens wordt uitgevoerd, moeten ge-verifieerd worden door een onafhankelijke toezichthouder.? Bij de evaluatie van het stadsverwarmingsbeleidmoet worden nagegaan of specifieke groepen niet teveel nadeel ondervinden van de gehanteerde metho-den. Daarbij moet vooral worden gekeken naar despanning tussen het energieverbruik van nieuween oude woningen.? De belangen van de afnemers van stadsverwarmingmoeten bij gebrek aan keuzevrijheid (overstappen naar an-dere leverancier onmogelijk) worden beschermd door wetgevingen onafhankelijk toezicht. De in 2007 ingestelde Consumenten-autoriteit kan hierbij een functie vervullen.? Leveranciers van stadsverwarming moeten hun jaarverslag ver-gezeld laten gaan van een accountantsverklaring dat het tarief-advies goed is toegepast en doorberekend aan de klanten.? De berekeningswijze van de warmteprijs en de normen voortransparantie over de bedrijfseconomische resultaten van stads-verwarmingsprojecten moeten uitgewerkt worden in beleidsre-gels en een algemene maatregel van bestuur. ?
Reacties