TenneT ziet momenteel geen aanleiding voor maatregelen voor de toekomstigeleveringszekerheid in Nederland. Toch heeft de nationale netbeheerdergenoeg om over na te denken. ‘De groeiende duurzame productie, vooral zonen wind, is een onstuitbare tendens. Deze productie is per defi nitie fl uctuerend,’schetst Ben Voorhorst, operationeel directeur bij TenneT, een belangrijkvraagstuk. En ook: ‘De mogelijkheid voor Nederland om een exportland teworden heeft haken en ogen.’
18 Energie+ nr 3 mei 2007TenneTzietmomenteelgeenaanleidingvoormaatregelenvoordetoekomstigeleveringszekerheid in Nederland. Toch heeft de nationale netbeheerdergenoeg om over na te denken. `De groeiende duurzame productie, vooral zonenwind,iseenonstuitbaretendens.Dezeproductieisperdefinitiefluctuerend,'schetst Ben Voorhorst, operationeel directeur bij TenneT, een belangrijkvraagstuk. En ook: `De mogelijkheid voor Nederland om een exportland teworden heeft haken en ogen.'`Nederland kan eenexportland wordeninterviewTekst Ad Brogtrop en Peter de Koning foto Peter de Koningnr 3 mei 2007 Energie+ 19De Nederlandse nieuwbouwplannen voor eenheden enwindparken overtreft de ontwikkeling van de vraag. Hiervoor moethet net worden verzwaard en/of uitgebreid en dat vraagt nog lang-duriger procedures dan het bouwen van een centrale, weet Voor-horst. `Bij het opwekken van windenergie komt automatisch devraag: hoe kunnen we het goed inpassen in het systeem? Duitslandwordt vaak genoemd als een gidsland op het gebied van duurzameenergie, maar als het gaat om de inpassing ervan zijn onze ooster-buren een matig voorbeeld. Op bepaalde momenten is het Duitsenet ongeschikt om hoeveelheden windenergie goed te verwerken.Duitsland moet dan ons Nederlandse net `misbruiken'. Het maaktoverduidelijk dat de inpassing van windenergie een serieuze zaakis. Daar zitten nog veel leerpunten, die we op Europees niveau moe-ten oppakken. Het systeem in Nederland is in elk geval meer ro-buust, onder andere door de zogenaamde programmaverantwoor-delijkheid die producenten verplicht om een dag eerder aan te ge-ven hoeveel ze de volgende daggaan produceren. Je ziet ook datwindproducenten in Nederland dieprognoses steeds nauwkeurigerkunnen en willen afgeven.'Vooruit investerenDe Nederlandse plannen voor off-shore windenergie omvatten bij el-kaar ongeveer 3.000 MW. Veel er-van kan volgens Voorhorst wordenaangesloten op het Nederlandse 150 kv net, dat TenneT op 1 januari2008 samen met het 380 kv net in beheer krijgt. `Aansluiten op het150 kv net gaat in veel gevallen snel en goed,' vertelt de directeur.`Aansluiten op het 380 kv net ligt minder voor de hand, dat is sterkafhankelijk van de hoeveelheid energie die een locatie gaat produ-ceren. We doen momenteel een studie naar wat er de komende ja-ren precies aan offshore windenergievermogen wordt gerealiseerden hoe we de parken van diverse omvang het beste kunnen aanslui-ten. Het lastige is dat niemand vooraf garanties kan geven. Wiegaat er vooruit investeren in het net vanuit zee naar land? Moet hetministerie van EZ zorgen voor een voldoende zwaar net dat toe-komstige ontwikkelingen kan opvangen? Een goeie vraag, want deoverheid wil duurzame energieopwekking stimuleren.'En na een korte denkpauze: `Europees gezien ligt Nederland zeergunstig voor het aanlanden van diverse soorten brandstoffen, zoalskolen, LNG en biomassa. Dat maakt vooral onze kustlijn aantrek-kelijk voor de bouw van centrales. Als Nederland die kansen maxi-maal grijpt, kunnen we veranderen van een importland naar eenDe inpassing vanwindenergie is eenserieuze zaak met veelleerpunten.StudieUniversitaire studie:Landbouwhogeschool teWageningen (1983, Cum Laude)Postdoctorale studie: MasterBusiness Administration (MBA)aan de European University(1991-1992)Dienstverband:1998 - heden TenneT TSO teArnhem1995 - 1998 N.V. Sep te Arnhem1993 - 1994 Exact Holding B.V.te Delft1983 - 1992 MultihouseAutomatisering B.V. te GoudaTaken bij TenneT2006- heden Operationeeldirecteur2005 - 2006 ManagerBusinessunit Transport en Infra2004 - 2005 ManagerBusinessunit Systeem enBesturing2003 - 2004 Managerreorganisatie TenneT /integratie TZH1998 - 2004 Manager afdelingInformatie en AutomatiseringCV BEN VOORHORST20 Energie+ nr 3 mei 2007exportland voor elektriciteit. Maar dat zou automatisch ook een ho-gere nationale CO2-productie betekenen, met alle consequentiesvan dien. Ook hier ligt een interessant vraagstuk voor het ministe-rie van EZ.'Randstad380Sinds 2004 bouwt TenneT aan de nieuwe 380 kV-verbinding tus-sen de Maasvlakte enerzijds en de centrales in Beverwijk en Die-men anderzijds. De nieuwe lijn genaamd Randstad380 moet detransportcapaciteit door de westelijke Randstad vergroten. Kleinedelen van de lijn zijn al uitgevoerd, evenals enkele stations. Wat restis het deel tussen Wateringen en Beverwijk. Begin 2008 willen hetMinisterie van Economische Zaken en TenneT de definitieve keuzevoor het trac? maken. Na overleg met de betrokken gemeenten kande bouw plaatsvinden tussen 2009 en 2011. Veel tijd mag er nietverloren gaan, want TenneT heeft uitgerekend dat het huidige net-werk in de Randstad in 2012 aan de grens van zijn capaciteit zit. `Alin 2000 zijn we begonnen met de voorbereidingen op Randstad380,' illustreert Voorhorst het tijdrovende karakter van dergelijkeprojecten. `Een net bouwen is een lastige klus, onder andere van-wege de vergunningen. Periodes van 6, 8 of zelfs 12 jaar zijn in onssysteem geen uitzondering. Dit is geen klacht, ik constateer ditslechts. Want de belangen van burgers zijn een groot goed dat wemoeten respecteren. Anderzijds juich ik de overheidsplannen toeom de procedures te stroomlijnen, zonder de rechten van burgers tebeperken.' Het (deels) ondergronds brengen van zo'n net vindtVoorhorst een mooie gedachte waar kritisch naar gekeken moetworden. `Technisch gezien is het een keuze die je misschien voordelen van het traject kunt maken. Maar dit is veel meer een maat-schappelijk ?n financieel vraagstuk. Ondergrondse aanleg is flinkduurder en bovendien lastiger te onderhouden.'Europese marktWanneer zal er sprake zijn van een volledig werkende Europesemarkt? En wat zijn daarvoor de technische netvoorwaarden? Inte-ressante vragen die ook TenneT bezighouden. `De prijzen wordenvooralsnog per land grotendeels bepaald door allerlei nationale re-gels en wetten. Het zal enorm lastig zijn om dat Europees te har-moniseren,' weet Voorhorst. Hij is daarom erg gelukkig met de re-cente succesvolle koppeling van de elektriciteitsmarkten van Bel-gi?, Frankrijk en Nederland per 21 november 2006. Samen met deBelgische en Franse collega's onderstreept TenneT graag het be-lang van de ontwikkeling van een doeltreffende energie-infrastruc-tuur. `Dit stimuleert de prijsharmonisatie,' stelt Voorhorst. `Van deEuropese Commissie krijgen we alle lof. Maar we juichen niet tevroeg, dit is slechts een start. Allereerst de koppeling van de Scan-dinavische markt via de NorNed-kabel van Nederland naar Noor-wegen. Ons volgende doel is Duitsland erbij betrekken. Als dat luktontstaat een echte Centraal West Europese energiemarkt. Zo hopenwe stukje voor stukje de nationale markten dichter bij elkaar tebrengen. Dan verbeteren ook de omstandigheden voor het opstel-len van uniforme eisen aan wkk-installaties en windmolenparkenen kunnen deze duurzame productiemethoden een volwaardig on-derdeel worden van de Europese elektriciteitsvoorziening.'MonitoringOp verzoek van EZ verricht TenneT jaarlijks een monitoring van deleveringszekerheid op de lange termijn. Het doel is inzicht krijgenin de verwachte ontwikkeling van het binnenlandse aanbod ten op-zichte van de binnenlandse vraag naar elektriciteit. `Omdat leve-ringszekerheid zich niet tot de nationale grenzen beperkt, bekijkenwe ook in hoeverre buitenlands aanbod en de benodigde internatio-nale transportcapaciteit beschikbaar kan zijn voor de Nederlandseinterview`Net is absolute top'In een brief aan de Eerste Kamer van novem-ber 2006 vreest oud-minister Wijn voor groot-schalige stroomstoringen: `Degeneratie vanelektriciteitsnetten, veroorzaakt door achter-stallig onderhoud en het achterblijven vannoodzakelijke investeringen,' meldde het mi-nisterie destijds. Met andere woorden: denetten zijn in onvoldoende conditie en de op-wekcapaciteit is krap. Voorhorst schudt hethoofd bij deze ferme taal vanuit het minis-terie. `Wat betrouwbaarheid betreft is hetNederlandse net absolute top. Vergeet nietdat we hier met 16 miljoen mensen op eenklein gebied leven. Het verbruik van al diemensen is enorm gegroeid en de groei is ernog steeds niet uit. Ja, onze kwetsbaarheiden afhankelijkheid zijn daardoor toegenomen.Vanzelfsprekend, zou ik bijna zeggen. Tochblijft onze norm: geen storing op het hoofd-transportnet. Om blijvend aan die norm tekunnen voldoen, gaan we weer investeren invervanging en uitbreiding van het net waarnodig. Binnenkort starten we de inventarisa-tie.'nr 3 mei 2007 Energie+ 21elektriciteitsvoorziening,' vertelt Voorhorst. `Dit laatste is extra be-langrijk omdat de beschikbare exportcapaciteit vanuit Duitslandnaar Nederland onder toenemende druk is gekomen door situatiesmet grote transit flows door hoge productieoverschotten in NoordDuitsland.'Voor een zo goed mogelijke inschatting van de leveringszekerheid,is het dus cruciaal om analyses uit te voeren op het totale gekop-pelde systeem: Nederland en de buursystemen tezamen. Voorhorstdaarover: `We hebben ons voorgenomen om zelf grensoverschrij-dende analyses te gaan uitvoeren met behulp van de beoordelings-kaders die we zelf hanteren. Daarmee kunnen we aansluiten bij deresultaten van buurlanden die dezelfde methode gebruiken. Eeneerste stap zijn we inmiddels aan het zetten door een analyse uit tevoeren van het systeem in Nederland, Belgi? en Frankrijk. In detoekomst willen we meer landen toevoegen om zo een kwalitatiefhoogstaand beoordelingskader te cre?ren.'AfhankelijkTot en met 2013 is voor Nederland voldoende aanbod mogelijk voorde binnenlandse vraag naar elektriciteit. Wel blijft Nederland totdat jaar voor de leveringszekerheid afhankelijk van aanbod uit hetbuitenland. Dat is de hoofdconclusie die TenneT trekt uit de meestrecente monitoring in 2006. `De opgaven in het kader van de mo-nitoring hoeven echter niet de bovengrens te zijn van de totalenieuw te bouwen productiecapaciteit,' zegt Voorhorst. `Inmiddelszijn er het afgelopen half jaar vijf nieuwe aansluitovereenkomstengetekend voor nieuwe productie-eenheden in ons land. Hiermeekomt het totaal op 5.000 MW aan nieuw te bouwen productie dieTenneT gaat aansluiten. Dit betekent een potenti?le groei van 25procent van de huidige hoeveelheid grootschalig productievermo-gen in Nederland in de komende vijf jaar.'KustlocatiesVoorhorst vervolgt: `Dreigde er in Rapport Monitoring leveringsze-kerheid 2005-2013, gebaseerd op gegevens van energieproducen-ten, nog een sterke importafhankelijkheid, sinds ruim een jaar iser grote belangstelling voor de bouw van nieuwe productie in Ne-derland met een totale productiecapaciteit van meer dan 11.000MW.' Hoewel TenneT structureel dus geen problemen verwacht,kunnen zich extreme situaties voordoen, bijvoorbeeld bij koelwa-terbeperkingen in de zomer (fase 2) en problemen met de gasvoor-ziening in extreem koude winters. Maar Voorhorst is daar niet bangvoor `Het systeem wordt in de toekomst minder kwetsbaar, omdatde aangemelde grootschalige nieuwbouw grotendeels wordt gerea-liseerd op kustlocaties zonder koelwaterbeperkingen. Bovendien iseen deel van de aangemelde nieuwbouw niet meer gasgestookt.Deze diversificatie van brandstoffen is gunstig voor de leveringsze-kerheid, omdat het de afhankelijkheid van gas reduceert, en daar-mee ook de kwetsbaarheid van het systeem voor beperkingen in degastoevoer tijdens extreme kou.' ?Smart meteringDe opkomst van smart mete-ring vindt Voorhorst een goedeontwikkeling die verschillendemogelijkheden biedt. `Door deconsument te confronteren metzijn eigen verbruik, stimuleer jezijn wens om op energie tebesparen. Het bedrijfsleven zaldaar dankbaar op inspelen.Ook leveranciers van domoticazullen er op inspelen doormaximaal gebruik te makenvan de momenten en dagdelenmet voordelige stroom. Deconsument moet sensitief wor-den voor verbruik op dure mo-menten. Dat bevordert investe-ringen in betrouwbare en zor-geloze systemen die dit voor deconsument regelen.'
Reacties