Het is zeer waarschijnlijk dat de doelen van het huidige EU-klimaatbeleid niet worden gehaald. Ambitieus klimaatbeleid vereist een wereldwijde langetermijnstrategiemet oog voor kosten en belangen van andere grote landen. Het klimaatbeleid van Nederland en de Europese Unie is te veel gericht op het beperken van de CO2-uitstoot binnen de eigen grenzen en te weinig op mondiale effecten. Daardoor is het niet effectief. Nederland moet meer prioriteit geven aan tijdige aanpassing aan de gevolgen van een veranderend klimaat, zoals meer afvoer van rivierwater en een hogere zeespiegel.
32 Energie+ nr4 augustus 2006NIEUW RAPPORT WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEIDHet is zeer waarschijnlijkdat de doelen van het hui-dige EU-klimaatbeleid nietworden gehaald. Ambitieusklimaatbeleid vereist eenwereldwijde langetermijn-strategie met oog voor kos-ten en belangen van anderegrote landen. Het klimaat-beleid van Nederland en deEuropese Unie is te veelgericht op het beperken vande CO2-uitstoot binnen deeigen grenzen en te weinigop mondiale effecten. Daar-door is het niet effectief.Nederland moet meer prio-riteit geven aan tijdige aan-passing aan de gevolgen vaneen veranderend klimaat,zoals meer afvoer van rivier-water en een hogere zee-spiegel.De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) meldt dit in zijnrapport Klimaatstrategie - tussen ambitie en realisme, gepubliceerd op 28 juni. De WRR stelt eenmeervoudige klimaatstrategie voor in drie richtingen: reductie van emissies van broeikasgas-sen, aanpassing aan klimaatverandering en effectieve wereldwijde co?rdinatie. Hieronder debelangrijkste punten uit het rapport, toegespitst op de aspecten energie en emissiereductie.Technisch mogelijkDe tot 2050 vereiste emissiereductie is technisch mogelijk, maar alleen als op mondialeschaal toepasbare technologie?n gebruikt worden. Hoofdroutes voor emissiereductie zijnenergie-effici?ntie en CO2-afvang en -opslag in combinatie met vergassingstechnologie engebruik van biomassa. Andere hoofdroutes zijn het afremmen van ontbossing en versneld(her)bebossen en ten slotte reductie van methaan en N2O.Zonne-energie en windenergie bieden tot 2030 veel te weinig potentieel om een wereldwijdtoereikende emissiereductie te verwezenlijken. De kosten ervan zullen zeker voor niet-Kyoto-landen onaanvaardbaar zijn. In de wereldwijde energiemix kan nucleaire energie wel-iswaar voorlopig niet worden gemist, maar kernenergie kan op lange termijn slechts eenbeperkte en tijdelijke bijdrage leveren. Fossiele energie zal tot 2050 de wereldenergievoor-ziening domineren en kolen zullen daarin een hele belangrijke rol spelen. `Schone fossieleenergie' is daarom veel belangrijker dan `schone alternatieve energie'.Na 2050 zal er emissievrije energie nodig zijn. Dat kan alleen met nieuwe technologie?n.Voor de langdurige R&D-inspanning die daarvoor nodig is adviseert de WRR de oprichtingvan een Technologisch Top Instituut.CompatibelDe nu beschikbare duurzame energieopties zijn vooral toepasbaar voor elektriciteit. Daardoorzijn ze niet of nauwelijks relevant voor tweederde van de fossiele CO2-emissies. De vraag naarenergie zal vooral in opkomende economie?n zeer sterk groeien. Die energievraag zal naar allewaarschijnlijkheid leiden tot (nog meer) exploitatie van sterk vervuilende kolenvoorraden, aan-gezien energiezekerheid een hogere prioriteit zal hebben dan klimaat. Het is dus essentieel dat`Wensdenken blokkeert ambitiesklimaatbeleid'Reacties graag...Dit artikel is een weerslag vande WRR-standpunten die voorde lezers van Energie+ hetmeest interessant zijn. Beargu-menteerde inhoudelijke reac-ties op de WRR-standpuntenzijn van harte welkom:energieplus@aeneas.nlEen selectie uit deze reactiesverschijnt in de volgende editievan Energie+.Fossiele energie blijfttot 2050 de wereld-energievoorzieningdomineren en kolenzullen daarin een be-langrijke rol spelen,vindt de WRR.FOTO Wilfried Heider / www.sxc.hunr4 augustus 2006 Energie+ 33World Climate Organisation`In de komende decennia moeten de rijke OESO-landen ervoor zorgen dat industrialiserende landenhun economische groei emissie-effici?nt realiseren.De handel in emissierechten van het Kyoto-protocolis doelmatig voor de deelnemende landen, maarkan mondiaal niet doeltreffend worden omdat haal-baarheid en doeltreffendheid elkaar uitsluiten,'meldt de WRR. Zij bepleit de oprichting van eenWorld Climate Organisation (WCO).Gevraagd en ongevraagd adviesDe Wetenschappelijke Raad voor het Regerings-beleid (WRR) is een onafhankelijk adviesorgaanvoor de Nederlandse regering. Zij geeft ge-vraagd en ongevraagd advies over onderwerpenvanuit een langetermijnperspectief. Deze onder-werpen zijn sectoroverstijgend en hebben be-trekking op maatschappelijke vraagstukkenwaarmee de regering in de toekomst te makenkan krijgen. De WRR-adviezen krijgen hun weer-slag in openbare rapporten, die zowel een pro-bleemstellend als adviserend karakter kunnenhebben. Meer info: www.wrr.nl`De kleine kring van deelnemende landen kan de emissiesnu niet beslissend be?nvloeden en op lange termijn al helemaal niet.Landen die niet aan Kyoto deelnemen geven prioriteit aan anderebelangen: ze wijzen geringere economische groei af en/of vindenenergiezekerheid belangrijker. Het is productiever die en andere be-langen te onderkennen dan te vervallen in moralisme. Daarom isnaast de Kyoto-benadering een `veelkleurige flexibiliteit' nodig vanuiteenlopende initiatieven,' aldus de WRR.Het VN-klimaatverdrag van 1992 (UNFCCC) biedt volgens de WRReen geschikte basis van beginselen voor multilaterale co?rdinatie.`Maar alleen een institutioneel kader geeft sterkere prikkels tot sa-menwerking en cre?ert probleemeigenaarschap. Daarvoor zou deWCO moeten worden opgericht: een vaste organisatie met daarom-klimaatbeleid compatibel is met kolenexploitatie en dat ook emissie-reductieroutes gebruikt worden buiten de elektriciteitsproductie. Dedominantie van fossiele energie zal in de periode tot 2050 nog nietkunnen worden doorbroken. Voor een verlaging van het aandeel vanfossiele energie moeten koolstofvrije energiebronnen (veel) harder inomvang groeien dan de groei van het energiegebruik. Het aandeelvan fossiele energie in de totale energiemix bedraagt nu 80 procent;dat zal alleen met de grootste moeite in de buurt van 70 procent kun-nen komen. Noch windenergie, noch kernenergie zal de energiemixbeslissend kunnen be?nvloeden. Alleen al de tijdvertraging die sa-menhangt met de levensduur van investeringen in energiecentralesmaakt het onwaarschijnlijk dat grote verschuivingen in de energie-mix zullen optreden. Duurzame energievormen zijn onvoldoendesnel inzetbaar als ze niet gemakkelijk inpasbaar zijn in het bestaandeenergiesysteem, bijvoorbeeld doordat ze nieuwe eisen stellen aan deinfrastructuur. Anderzijds zal de groei van de energievraag voor eensterke investeringsimpuls op betrekkelijk korte termijn zorgen. Hetkomt er dan op aan te zorgen dat die nieuwe centrales in elk gevalstate of the art zijn en opties openlaten voor nog te ontwikkelen tech-nologie, met name afvang en opslag van CO2. Omdat veel emissiere-ductie zal moeten plaatsvinden via investeringen in opkomende eco-nomie?n met andere preferenties dan de Europese, zullen hoge eisenworden gesteld aan de kosteneffectiviteit van emissiereductie.TransportTot 2050 zou de benodigde emissiebeperking hoofdzakelijk gereali-seerd moeten worden via de volgende paden: beleidsmatige versnel-ling van de verbetering van de energie-effici?ntie, bio-energie, CO2-afvang en ?opslag in combinatie met vergassingstechnologie, bos-beleid en de reductie van methaanemissie. Daarnaast kunnen ookoverige bronnen zoals kernenergie en windenergie een bijdrage le-veren. Geen van de genoemde bronnen heeft voldoende potentieelom op zichzelf de gevraagde emissiereductie te realiseren. Sommi-ge bronnen zijn slechts tijdelijk inzetbaar vanwege verzadigingsef-fecten (bosbeleid, methaan) of vanwege beperkingen in grondstof-fen (mogelijk kernenergie). Vanaf 2050 moeten nieuwe technolo-gie?n zijn ontwikkeld om het energiesysteem in hoge mate emis-sievrij te maken. Sleutelsector daarbij is naast elektriciteit ook hettransport dat nu nog bijna geheel afhankelijk is van fossiele energie.De transitie naar een nieuw energiesysteem zal grote R&D-inspan-ningen vragen. Het 50/50-beleid van de Nederlandse regering voorde verdeling van binnenlandse en buitenlandse emissiereductie, enportefeuillebeleid meer in het algemeen, zal die R&D-inspanningenniet genereren, maar eerder leiden tot grootschalige implementatievan onvoldoende rijpe technologie en tot ineffici?nte emissiereduc-tie. De raad meent dat een duidelijk onderscheid moet worden ge-maakt tussen implementatie en transitie. R&D-inspanningen moe-ten zich richten op wetenschappelijk onderzoek en toepassingen innichemarkten. Pas bij voldoende rijpheid is diffusie aan de orde.Overigens is het allerminst zeker dat de benodigde technologie?nvoor de tweede helft van deze eeuw ook daadwerkelijk tijdig en vol-doende kosteneffectief beschikbaar zullen komen. Juist die onze-kerheid ondermijnt de internationale bereidheid tot commitmentsop de lange termijn. ?heen vaste diplomatieke missies. De WCO zou een dagelijks be-stuur (Special Climate Council) moeten vormen van vaste (grote) enroulerende landenleden met een geleidelijke uitbouw van bevoegd-heden. De WCO kan dan op termijn het leiderschap van de EU over-nemen, wat ook impliceert dat de EU en Japan dan niet langer deagenda bepalen. Tot dat moment is leiderschap van EU-zijde wense-lijk en noodzakelijk om een katalyserende rol te spelen.' ?34 Energie+ nr4 augustus 2006Van Geel kritischop WRR-rapportErasmusAcademieIn 7 colleges alle aspecten van detoepassing van transitiemanagementop een rij, o.a.:? Sturing van complexe veranderingsprocessen? Duurzame ontwikkeling? Procesmanagement? Sturing en governance? Strategic Niche Management (SNM)In samenwerking met CompetentiecentrumTransities (CCT) en het KennisnetwerkSysteeminnovaties (KSI).Meer informatie en inschrijving:Erasmus AcademieTelefoon: (010) 408 18 39Email: info@erasmusacademie.nlwww.erasmusacademie.nlPostacademische cursusTransitiemanagementStart 21 september 2006Staatssecretaris Van Geel vanMilieu neemt afstand van dekritiek van de WRR op hetKyoto-verdrag. `Het Kyoto-verdrag is niet perfect, maarwel een noodzakelijke eerstestap', reageerde Van Geel toenhij het rapport op 28 juni inontvangst nam.De staatssecretaris wees erop dat de Kyoto-landen samenal een miljard ton aan CO2-reductie hebben bereikt, evenveel alsde totale jaarlijkse uitstoot in Duitsland. Van Geel erkent dat alleKyoto-maatregelen niet genoeg zijn om klimaatverandering te-gen te gaan maar verwacht niet dat de oprichting van een WorldClimate Organisation (WCO), zoals de WRR bepleit (zie pagina32-33), de bestaande belangentegenstellingen zal overbruggen.`Meer betrokkenheid van marktpartijen bij milieuproblemen kanoplossingen wel dichterbij brengen', aldus de staatssecretaris. ?
Reacties