De Nederlandse papier- en kartonindustrie bestaat uit 27 fabrieken waarin ongeveer5.700 mensen werkzaam zijn (jaarverslag 2005). De productie van papier en karton iseen energie-intensief proces. Na de oliecrisis in 1973, toen de energieprijzen snel stegen, is energie opgepakt als belangrijk topic voor deze industrie. Het gevolg is dat er al tientallen jaren gewerkt wordt aan het verbeteren van de energie-effi ciency. Blijft wkk daar in de toekomst een rol in spelen? De auteurs van dit artikel gingen op onderzoek uit.
28 Energie+ nr5 okt 2006De Nederlandse papier- en kartonindustriebestaat uit 27 fabrieken waarin ongeveer5.700 mensen werkzaam zijn (jaarverslag2005). De productie van papier en karton iseen energie-intensief proces. Na de oliecrisisin 1973, toen de energieprijzen snel stegen,is energie opgepakt als belangrijk topic voordeze industrie. Het gevolg is dat er al tien-tallen jaren gewerkt wordt aan het verbete-ren van de energie-efficiency. Blijft wkk daarin de toekomst een rol in spelen? De auteursvan dit artikel gingen op onderzoek uit.kartonindustrie. Bijna 50 procent van de energie-efficiency verbe-tering in de periode 1979-2001 kan worden toegeschreven aan hetinstalleren van wkk-installaties (VNP, 1986; Koopman, Mensinke.a. 2004). Momenteel hebben zeventien fabrieken een wkk staan.Door de hoeveelheid elektriciteit die hiermee geproduceerd wordtis de Nederlandse papier- en kartonindustrie momenteel een netto-producent van elektriciteit.ObservatiesMaar tijden veranderen en het aantrekkelijke karakter van wkk inde papier- en kartonindustrie lijkt te verdwijnen. Ondanks het feitdat de warmte- en elektriciteitsvraag van veel papierfabrieken ener-getisch gezien het beste met wkk kan worden geleverd, is dit eco-nomisch niet altijd zo aantrekkelijk meer. Dit blijkt onder meer aande hand van de volgende twee observaties. Allereerst zijn na 1997geen nieuwe wkk-installaties meer gebouwd in de Nederlandse pa-pier- en kartonindustrie. Bovendien is het economisch gezien somsvoordeliger om sommige wkk-installaties op bepaalde tijden stopte zetten, waardoor deze vanuit energetisch oogpunt niet optimaaldraaien. Dan rijst de vraag: waarom installeerden fabrieken in deNederlandse papier- en kartonindustrie eerst wel wkk-installaties enwaarom is dat nu niet meer het geval? Om dit te onderzoeken heb-ben we interviews gehouden.Vier typenZoals hierboven reeds vermeld hebben momenteel zeventien fa-brieken een wkk ge?mplementeerd. In de Nederlandse papier- enkartonindustrie worden vier verschillende typen wkk toegepast:I. HD-stoomketel met stoomturbine.Verscheidene (onderzoeks)activiteiten zijn de afgelopendecennia ontplooid. In de jaren 1976-1977 van de vorige eeuw heeftbijvoorbeeld de Koninklijke VNP (de branchevereniging) samen methet Ministerie van Economische Zaken een onderzoek uitgezet naarhet in kaart brengen van energiebesparingopties. Dit onderzoek isvervolgens door TNO uitgevoerd in 1977-1981. Er is in de loop derjaren veel bereikt. In de periode 1980-2001 is het energieverbruikper ton product gedaald van 15.2 naar 9.6 GJ/tonnes.De energiebehoefte van de papierindustrie bestaat zowel uit elek-triciteit als uit warmte. Hierdoor is warmtekrachtkoppeling (wkk)een geschikte technologie voor deze industrie. Dit blijkt dan ook uitde bijdrage die wkk in de afgelopen decennia heeft geleverd aan hetverbeteren van de energie-efficiency van de Nederlandse papier- enII. Gasturbine met afgassenketel voor LD-stoom.III.Gasturbine met afgassenketel voor HD-stoom en stoomturbinemet aftapstoom.IV. Gasturbine met afgassenketel voor HD-stoom en aftapstoomtur-bine en condensatiestoomturbine.De oudste van de huidige installaties stamt uit 1959 en in 1995 is debeslissing genomen om de jongste installatie te gaan bouwen. Maarer zijn twee periodes te onderscheiden waarin veel van de wkk-in-stallaties, die nu nog actief zijn, zijn neergezet. De eerste periodebegint in de tweede helft van de jaren zeventig en loopt tot halver-wege de jaren tachtig van de vorige eeuw. In deze periode zijn op10 productielocaties wkk-installaties neergezet. Vervolgens is er inde eerste helft van de jaren negentig ook weer een periode waarinmeerdere wkk-installaties worden neergezet (op 6 productieloca-ties). Dit staat ook weergegeven in figuur 1. Hierin is aangegevenwanneer voor de nu in bedrijf zijnde wkk-installaties de beslissingis genomen om de wkk aan te schaffen. Tevens is het type (I-IV) wkkaangegeven.Deze periodes gaan gepaard met verschillende beleidsstrategie?nvan de Nederlandse overheid. Vlak voor de eerste periode werd ookbij de overheid de discussie over energiebesparing als gevolg van deeerdergenoemde oliecrisis in 1973 nog belangrijker. In 1974 werd erin het Energierapport van de overheid al wat aandacht besteed aan derol die wkk hierin kon spelen. In 1978 werd wkk door de AlgemeneEnergieraad als zeer belangrijke optie voor energiebesparing aange-duid. Verscheidene subsidies zijn aan het eind van de jaren zeven-tig in het leven geroepen, bijvoorbeeld de Wet Investeringsregeling(WIR), een investeringssubsidie van 12-13 procent voor energiebe-sparende investeringen, en een energiebonus voor kapitaalinveste-ringen met betrekking tot energiebesparing. Het overheidsbeleidmet betrekking tot wkk wordt in de eerste periode gekenmerkt doorfinanci?le prikkels. In die tijd was het niet aantrekkelijk om meerelektriciteit te produceren dan een fabriek zelf zou gebruiken. Het te-veel aan geproduceerde elektriciteit kon over het algemeen, met uit-zondering van een fabriek, niet tegen een goede vergoeding wordenteruggeleverd aan het openbare net. De installaties werden in die tijddan ook afgestemd op de lokale elektriciteitsbehoefte. Dit heeft totgevolg dat de wk-verhouding van die installaties niet ideaal is.ElektriciteitswetIn 1989 vindt echter een verandering plaats in het overheidsbeleid,waardoor het terugleveren van elektriciteit wel aantrekkelijk wordt.Vlak voor de tweede periode trad namelijk de Elektriciteitswet in wer-king. Als gevolg van deze wet werden productie en distributie vanelektriciteit gescheiden. Er bestond voor de distributiebedrijven ech-ter een mogelijkheid om toch elektriciteit te produceren. Namelijkdoor samen te werken met de industrie. Er worden in die tijd veeljoint ventures opgericht tussen industrie en distributiebedrijven.Drie papierfabrieken sloten ook zo'n joint venture. Het gaat om grotewkk-installaties die veel elektriciteit produceren. Hiernaast was er bij??n fabriek sprake van een wkk die volledig eigendom was van eendistributiebedrijf. Het gaat in alle vier de gevallen om grote wkk-in-stallaties die veel elektriciteit produceren. De papierfabriek koopt debenodigde warmte en elektriciteit van de joint venture en het restantvan de geproduceerde elektriciteit wordt door het distributiebedrijfgekocht. Hiervoor zijn destijds vaste prijsstructuren opgesteld. Hetontwerp van deze installaties is vanuit energetisch oogpunt meer op-timaal in vergelijking met veel van de installaties die daarv??r warengebouwd, omdat er dus teruggeleverd kon worden en de installatiesop de warmte gedimensioneerd konden worden.In deze tweede periode spelen ook convenanten een grote rol in debeleidsstrategie van de overheid. In 1991 tekent de VNP een inten-tieverklaring om te kijken naar de besparingsmogelijkheden, waar-na in 1993 Meerjarenafspraak 1 wordt ondertekend. Hierin stondenafspraken met doelstellingen die betrekking hadden op het verbete-ren van de energie-efficiency. Als gevolg van goede resultaten, waarook een aantal wkk-installaties een behoorlijke bijdrage aan heeftgeleverd, wordt in 1996 Meerjarenafspraak 2 ondertekend.Ondertussen bleek het succes van wkk in Nederland aan te houden.Het gehanteerde verreken-systeem, het zogenaamde pieken-sy-steem, maakte het namelijk aantrekkelijk om te investeren in wkk.Men probeerde op het piekmoment te leveren, omdat daar de ver-goedingen op gebaseerd werden, en bouwde daar wkk's naar. Doormeerdere van die piekmomenten aan te brengen is geprobeerd omdit te beperken. Maar op een gegeven momen waren er in Neder-land veel wkk-installaties neergezet en er dreigde een overcapaciteitaan elektriciteit te onstaan. Daarom werd er in februari 1994 eenmoratorium voor acht maanden door EnergieNed en de SEP afge-kondigd; geplande uitbreidingen boven 2 MW werden stopgezet ofafgelast. Vervolgens werden ook investeringsubsidies afgebouwd.RentabiliteitNiet lang daarna, in 1998, treedt de vernieuwde Elektriciteitswet inwerking. Dit heeft de veelbesproken liberalisering van de energie-markt tot gevolg. Deze wet heeft verstrekkende gevolgen voor denr5 okt 2006 Energie+ 29De wkk's in de papierindustrie maken vaak gebruik van een gasturbine.FotosiemensDoor Maryse Chappin (Universiteit Utrecht), Gerrit Jan Koopman (Koninklijke VNP), Marko Hekkert (Universiteit Utrecht)30 Energie+ nr5 okt 2006rentabiliteit van installaties en met name de installaties die elektri-citeit terugleveren. De vaste prijsafspraken kwamen namelijk te ver-vallen en de energieprijs werd conform een vrije markt. Dit houdt indat de terugleververgoeding die de papierfabrieken kregen voor deelektriciteit die aan het openbare net werd geleverd, lager werd danwaarop gerekend was en waarop kostenberekeningen waren uitge-voerd. Het bleek dat de installaties niet langer altijd rendabel warenen dat de belangen van een distributiebedrijf en een papierfabriekdoor de vrije marktstructuur niet altijd meer op een lijn lagen. Tweevan de drie joint ventures bestaan nu niet meer.Er is nog een subsidie in het leven geroepen om de gevolgen enigs-zins te beperken. Het gaat om de MEP-subsidie (MilieukwaliteitElektriciteitsProductie). De tegenvallende terugleververgoedingenwerden op deze manier gecompenseerd door de gelden die verkre-gen werden door de subsidie. Deze subsidie zorgde ervoor dat dewkk-installaties nog wel konden blijven produceren. De fabriekenmoesten echter wel bepaalde meetinstrumenten aanschaffen omvan de subsidie gebruik te kunnen maken. Deze subsidie is bin-nen een paar jaar weer afgeschaft voor installaties ouder dan 10 jaaren minister Joop Wijn van Economische Zaken heeft aangekondigddeze subsidie geheel te willen stoppen. Dit heeft uiteraard tot gevolgdat de economische situatie van de wkk-installaties verslechtert.AverechtsOok voor andere wkk-installaties geldt dat het soms bijna niet meerrendabel is om deze te bedrijven en zeker het aanschaffen van eennieuwe installatie blijkt niet meer rendabel. Een aantal fabriekenheeft eind jaren negentig nog gekeken naar een nieuwe installatie,maar toen de Elektriciteitswet in zicht kwam, zijn deze projectenstopgezet. Wel blijken bestaande wkk's soms nog extra opbrengs-ten te generen. Zo bleek bijvoorbeeld tijdens de extreme hitte vande zomer van 2003, toen er beperkingen waren voor de centraleelektriciteitsproductie, dat het voor een grote krantenpapierfabriek,maar ook voor andere industrie?n, economisch voordelig was ombepaalde onderdelen van het proces stil te leggen en stroom te ver-kopen. In principe wordt een wkk hier niet op gebouwd en komtzo'n situatie incidenteel voor, maar deze mate van flexibiliteit biedteen economisch aantrekkelijke oplossing in dit soort situaties.Maar over het algemeen lijkt er dus een eind te komen aan het suc-ces van wkk in de Nederlandse papier- en kartonindustrie en lijkthet overheidsbeleid een averechts effect te bewerkstelligen. Wanthoewel het vanuit energetisch oogpunt, dus voor het milieu, nogsteeds beter zou zijn om de benodigde stroom en warmte gelijktij-dig op te wekken, is het niet langer aantrekkelijk om daar nog in testappen.EnergietransitieMaar hier eindigt het verhaal nog niet. Want energiebesparing blijktnog steeds een zeer belangrijk onderwerp voor de industrie. Zekernu onlangs is gebleken dat de energiekosten in de afgelopen tweejaar voor de sector als geheel zijn verdubbeld. Zelf heeft de papier-en kartonindustrie in 2004 de energietransitie in gang gezet. Depapier- en kartonindustrie heeft zichzelf ten doel gesteld om in2020 het energieverbruik per eindproduct te halveren (zie ook nr4 augustus 2006 Energie+ pagina 23). Maar ook voor de overheidligt hier een taak. Want door de vele wijzingen in het overheids-beleid van de afgelopen jaren, gaf een aantal personen aan dat eronzekerheid heerst over de strategie van de overheid. Ze gaven aandat ze daardoor risicomijdender zijn geworden. Veel van dit soortinvesteringen zijn namelijk langlopend en ze willen niet nog eenshet risico lopen dat het beleid na een paar jaar wisselt. Het lijkt dusnoodzakelijk voor een verdere energie-efficiency verbetering, dateen bestendig beleid geformuleerd wordt, waarop langdurige in-vesteringen mogelijk zijn, zodat er grote reducties behaald kunnenworden.Kortom, er zit een verdere verbetering van de energie-efficiency aante komen, maar na jarenlang een zeer belangrijke technologischeoptie te zijn geweest, zal wkk, naar onze mening, daar geen rol meerin spelen. ?Fabriek A I1958 1974 1978 1986 1990 1994 1998Fabriek B IVFabriek C IIFabriek D IFabriek I IIIFabriek H III Fabriek M IVFabriek O IIFabriek K IIIFabriek F (uitbreiding) IIFabriek G IIIFabriek F IIFabriek E IIFabriek J IIFabriek L IIIFabriek N IIIFabriek P IVFabriek Q IIFabriek E uitbreiding II1982Figuur 1 Tijdstip van aan-schaf voor de wkk-instal-laties in de Nederlandsepapier- en kartonindu-strieEen stoomturbine ineen papierfabriek.Fotovnp
Reacties