Aan het project Noordoostpolder wordt al vele jaren hard gewerkt. Het windpark is goed voor 429 MW en zal genoeg duurzame elektriciteit gaan leveren voor ruim 400.000 huishoudens. Voor windenergie in Nederland is het daarmee een belangrijke impuls. Tot 2011 moet immers nog ongeveer 1.900 MW vergund worden. Door het besluit van de ministers van EZ en VROM, maakt het Rijk duidelijk dat windenergie noodzakelijk is om de doelen voor duurzame energie te halen en dat de overheid wil doorzetten om windenergie tot ontwikkeling te laten komen. Het Rijk voerde in de Noordoostpolder op basis van de Rijkscoödinatieregeling de regie.

Minister Van der Hoeven acht een aanpassing van de stimuleringsregeling noodzakelijk, schrijft ze

aan de Tweede Kamer, omdat de SDE-regeling onvoldoende rekening houdt met zeer grote

windturbines en met turbines die 'near shore' worden geplaatst.

Opvallend vindt NWEA het wel dat juist in het geval het Rijk de regie voert, EZ bereid is de SDE aan

te passen, terwijl er al langer een discussie loopt tot differentiatie binnen de regeling voor wind op

land. Het is namelijk al lang duidelijk dat veel (kleinere) projecten elders in het land niet van de grond

komen, juist omdat de regeling te veel is afgestemd op kustgebieden. Voor projecten in het

binnenland biedt de regeling veelal te weinig financiële ruimte. NWEA constateert dat EZ met de

aanpassing ten behoeve van de Noordoostpolder erkent dat de SDE in zijn huidige vorm te star is en

dat er redenen kunnen zijn tot maatwerk. NWEA roept het kabinet op om op korte termijn met een

aanpassing van de SDE te komen, zodat door middel van differentiatie binnen de SDE ook elders in

het land meer windenergieprojecten tot ontwikkeling kunnen komen.

In NWEA werken de bedrijven en organisaties samen die actief zijn op het gebied van windenergie in

Nederland.